donderdag 5 mei 2022

Fagnoules na de megacrue van juli 2021

Wat voorafging

Uiteraard, de crue van het millenium die van 14 tot 17 juli 2021 heel Wallonië blank zette, wegens een "waterbom" met een onwaarschijnlijke hoeveelheid regen (tot 270 liter/m² in het oosten van het land).
Drie dagen na deze "crue", op 19 juli, zijn Annette en ik de zaak langs buiten gaan bekijken. Het was duidelijk dat alle weilanden het water naar de doline hadden afgevoerd en dat een woeste rivier daar heel veel schade had aangericht. De ingang was totaal verstopt. Amper 10 dagen later was die alweer opengemaakt door een moedig trio: https://scavalon.blogspot.com/2021/08/fagnoules-de-zoektocht-naar-de-poort.html

In november 2021 zijn we in de grot al eens de schade gaan opnemen. Toen zagen we al een waterlijn, 2 m hoog in de eerste grote zaal van de grot: een heel slecht teken!

Crueniveau in Salle des Arcs

We zijn toen gestrand aan de sifon 2 (Exterminé), die opnieuw sifonneerde. Niet vergeten dat we destijds (2004) achter deze 13 m lange sifon over wel 40 m afstand een diepe gracht hebben gegraven, waardoor het waterniveau ervan veel lager is komen te staan. Hoogstwaarschijnlijk was er nu in die gracht voorbij de sifon een groot pakket sediment en keien gespoeld. Niet de eerste keer;  7 jaar geleden hadden we die gracht ook al eens opnieuw moeten uitgraven...met 11 man! Dat relaas staat hier  https://scavalon.blogspot.com/2015/06/grote-manoeuvres-in-de-fagnoules_16.html

Hoe dan ook, we moesten die sifon weer voorbij geraken. Erachter zit nog 2,5 km grot!

Zondag 1 mei 2022, dag van de arbeid! 

En dus trokken we naar de Fagnoules: Erik, Toon, Len, Paul VI, Annemie, Dagobert, Annette en Paul.  

Het was nu 6 maanden later, het had wekenlang niet geregend. Het debiet van de ondergrondse rivier zou laag moeten zijn. Maar of dit genoeg was om weer luchtruimte in de sifon te hebben?

Eerste probleem was alweer de ingang. Een spar van wel 40 m lang was omgevallen en lag over de doline, tot in de weide. Er waren takken omlaag gevallen en die versperden de ingang maar gelukkig had de houten constructie die we daar 6 jaar geleden maakten, alles tegengehouden. Een kwartier later waren de takken opgeruimd. 


We maken de ingang weer vrij (foto's PVI)

Aan de Sifon 2 gekomen dook ik in het sop, het zag er goed uit, ik zat zo 5 meter verder. Dan nog 15 cm lucht, dan 10 cm … 5 cm en dan nog hooguit een vingertje lucht. De minste beweging deed het water de passage afsluiten. Ik wist dat het niet meer ver was, maar er was een reële kans om onder water op een obstakel te stuiten (een berg keien bv) en dus leek het niet verantwoord om door te gaan. Enkele anderen kwamen ook eens kijken, het oordeel was unaniem: te gevaarlijk. 


We beraadslaagden. We konden naar de Chantoir de Buc gaan, de stroomafwaartse ingang en vanaf daar de ondergrondse rivier remonteren tot aan deze S2. Maar de Buc was ook ingestort door die megacrue en daar moet dus eerst flink aan gewerkt worden, bovendien was het best mogelijk dat we op het meer dan 500 m lange traject nog andere obstakels zouden tegenkomen. En dus kwam het idee om, zoals in de goede oude tijd, de rivier tijdelijk af te dammen, om zo het debiet in de Sifon 2 tijdelijk te verminderen waardoor er hopelijk wat meer lucht zou vrijkomen. Net lang genoeg om erdoor te floepen...

19 jaar geleden maakte ik met wat houten balkjes een eenvoudig dammetje, bijna 100 m voor de sifon. Daarmee begon toen heel het avontuur van pompen, slangen leggen en de sifon elimineren. Ongelooflijk maar dat dammetje is nog steeds intact (doch wel bijna rot).

Het maken van het dammetje in december 2003 

Paul & Paul dus naar daar, om de buis in die dam even dicht te maken. Bleek dat we het water liefst 10 minuten konden tegenhouden vooraleer hij overliep. Weer aan de Sifon 2 gekomen, bleek dat het water daar na enkele minuten inderdaad 5 cm was gezakt en dat Erik er al eens was door gefloept! Hoera!

We herhaalden heel het maneuver en dit keer gingen ze er met 4 door: Erik, Toon, Len en Dagobert. De 10 minuten bleken net te volstaan.

Het viertal begon aan de andere kant zand en grind weg te graven en na een half uurtje was het water in de sifon duidelijk gezakt waardoor iedereen kon volgen. Met zijn achten hebben we dan nog een dik half uur gegraven. Maar het probleem is daar dat je al dat weggegraven zand enkel maar op de steile oevers kan gooien. Bij de eerstvolgende crue valt dat allemaal weer omlaag. Die gracht moet nog dieper worden gemaakt en vooral: alle materiaal moet veel verder worden gedeponeerd. Een operatie waarvoor je best met een man of 12 bent (we hebben het nog eens gedaan).

Daarna trokken we op verkenning. We hadden de indruk een première te doen, alle vloeren waren overdekt met 3 cm maagdelijke modder, geen voetstap meer te zien. Natte modder wel dus van zodra we erdoor liepen, was het al één papboel. In de Galerie Obscure, de grote fossiele galerij, waren vele balisagepaaltjes weggespoeld. Bijna 3 m hoger zagen we een duidelijke aftekening van de hoogwaterlijn. Dat betekende dat de grot praktisch heeft volgestaan, wel 25 m boven de Sifon 8 (maar opgelet: dat is niet het laagste punt van de grot, dat is nog 13 m lager!)

Iets wat ik mij nooit had kunnen voorstellen gezien het volume van de galerijen en de uitgestrektheid van de grot. Gelukkig zijn er niet veel concreties op het traject, maar degene die er wel waren, zagen nu bruin.

historische foto, deze witte concreties zijn nu overdekt met modder (Galerie Obscure)

De Sifon Moche dan, die passeerde als vanzelf. En ook de Sifon 6 nog steeds maar die was wel meer opgevuld. Dat hadden we eigenlijk niet durven hopen!  De dekzeilen die daar de vloer hadden beschermd, die hebben we teruggevonden aan de Sifon 8…

De ploeg splitste hier op, Dago wilde naar buiten en Paul en Annemie escorteerden hem. Annette, Erik en ik wilden de Oufti-Amai nog bekijken en Toon en Len hadden dat nog niet gezien dus die gingen mee (later bleek dat wij hen amper 3 jaar geleden al dit moois al hadden getoond, maar jonge hersenen zijn blijkbaar vergeetachtiger dan oude).
Ook hier, alles overdekt met een laagje modder. We beklommen de Montée impossible, die eindeloze helling. Tot daarboven kon toch nooit water hebben gestaan? En toch jawel! De Sifon 9 waarop heel deze tak van de grot eindigt zit…. 38 m lager. Van een crue gesproken!

Gelukkig bleek in de mooi geconcretioneerde Galerie Obscure, en in de Galerie Océade met die bassins, amper modderafzetting zichtbaar. Beneden, aan de pseudosifon daarentegen, was het grote modderellende en we zijn dan ook niet verder gegaan. Wat de situatie in de Réseau de l’Echo (met de mooie Salle du Mont Blanc) is, weten we nog niet. We zijn evenmin richting Chantoir de Buc gegaan, mogelijk zijn er daar ook problemen te verwachten.

Salle du Mont Blanc zoals we ze ons herinneren. Ze heeft nu volledig onder water gestaan. Dus mogelijk is de Mont Blanc nu de Mont Brun ! 

Terug naar buiten, onderweg nog even met Erik een zijgang gaan bekijken waar we destijds flink hadden gegraven. Blijft interessant maar moeilijk en dus hebben we de twee graafbakken die daar lagen mee naar buiten genomen.

Balans: onze mooie Chantoir des Fagnoules is niet meer hetzelfde. Het was vroeger hier en daar al een modderbak, nu is het dat overal. Het is gelukkig geen erg geconcretioneerde grot en dus is van die kant weinig schade te melden. Als de modderlaag nu nog wat wil opdrogen, zal het er allemaal wel redelijk meevallen. 

Te doen

Er wacht ons nu heel wat werk:

- De gracht achter de Sifon 2 uitdiepen en het dak van de sifon nog wat ophogen

- Een nieuwe dam maken nu het nog kan, voor de houten dam helemaal is weggerot. Want die dam bewijst nog steeds diensten.

- Een zeer gevaarlijk hangend blok net voor de Salle des Arcs onderstutten.

- De houten ingangsconstructie heeft evenmin een eeuwig leven en is niet sterk genoeg. Moet veel beter gemaakt worden.

- De omgevallen spar weghalen.

- Chantoir de Buc weer vrijmaken en een betere afwatering van het beekje voorzien

We zullen nog zien hoe we dat aanpakken, maar het zou liefst voor de winter gebeuren zolang er niet teveel water is.

Over water gesproken…

Ik heb wat liggen cijferen over hoe deze grote grot in juli 2021 bijna volledig kon vollopen. Maar ook: waarom is ze niet overgelopen? Uiteraard is dat allemaal maar wat amusant en héél benaderend giswerk! 

De blauwe lijn geeft aan hoe hoog de grot is volgelopen. In het beginstuk heeft het water nog veel hoger gestaan (wegens enkele nauwere doorgangen allicht)

Heel de gekende grot heeft een volume van +/- 13.000 m³ (tamelijk precies gekend volgens topogegevens) en is voor 80% volgelopen, 10.400 m³ water dus. Eén Olympisch zwembad van 50 x 25 x 2 m is 2500 m³ water, dus een stuk of 4 zwembaden volstaan om de grot te vullen. Dan was de vraag: was er inderdaad zoveel water gevallen? Of misschien wel meer? 

De ondergrondse rivier heeft een debiet van 10 liter per seconde bij droog weer. Bij extreme crues wel 50 l/s (toen zijn we de Siphon Exterminé nog doorgeraakt!) tot misschien wel 100 l/s. Bij zo’n debiet was er een opstuwing van enkele meters hoogte zichtbaar voor enkele “flessenhalzen” van de grot zoals de Sifon 2, Moche of  S6, S7 en S8. Sommige ervan hebben een sectie van amper 0,5 vierkante meter. Maar één ding is zeker: 100 l/s kan perfect afgevoerd worden. Er moet dus in juli 2021 een veel hoger debiet zijn geweest.

Een crue van minimaal 50 l/s in 2007. We zijn toen zelfs nog door de S2 gekropen!

De doline ligt in een "cuvette" van weilanden van minstens 0,6 km² oppervlakte. Het regenwater dat daarop valt gaat, eens de grond verzadigd is, allemaal naar de grot. De ondergrondse rivier zelf komt van veel verder  maar het is niet in te schatten hoeveel het debiet daarvan toeneemt bij crue.

Rekening houdende met de oppervlakte van het drainagegebied, met de gemiddelde neerslag (140 l/m²) die in deze regio in 72 u is gevallen en nog wat gokwerk, kom ik op een mogelijk gemiddeld debiet van 400 l/s. Dat is zowat 100.000 m³ water op 3 dagen. Waarom is de grot dan eigenlijk niet geheel volgelopen of zelfs overgelopen? Want er is immers 8x zoveel water ingestroomd als haar totale inhoud.  

We hebben al eerder gezien dat het water vanaf  een debiet van 100 l/s voor sommige nauwere doorgangen begint op te stuwen. Het extra water (400-100 = 300 l/s) zou dan zijn beginnen stijgen voor die passages en in feite zou de grot dan binnen de 10 uur  reeds "vol" zijn geweest...

Dat dit niet is gebeurd, heeft diverse verklaringen.

Het debiet dat die nauwe passages kunnen doorlaten, hangt onder meer af van de druk van de waterkolom. Hoe hoger het water opstuwt, hoe meer druk op de uitstroomopeningen. En in ons geval, is er een stijging geweest van 20 meter of meer, dat is een overdruk van liefst 2 bar. Ik laat het aan de ingenieurs over om uit te rekenen hoeveel debiet er dan door bv. de Siphon Moche is geperst (sectie hooguit 0,75 m²)  maar ik gok op minstens 250 à 300 l/s.

Verder is het debiet van het aangevoerde water niet gelijkmatig die 400 l/s over de 3 dagen geweest. Zo’n crues kennen altijd een snelle opbouw naar een piek en dan een langzame daling. De grafiek met het debiet van de rivier de Bocq in Spontin, op amper 5 km van daar, geeft dat duidelijk aan.

Debiet van de Bocq gedurende de 3 regendagen, met een piek van 22 m³/s

Dus er kan best een piek zijn geweest van bv. 2000 l/s die de grot enkele uren lang heeft gevuld maar die dan is teruggevallen naar een veel lager gemiddelde...  

En vooral is er een totaal onbekende factor: “hoeveel grot zit er nog achter de eindsifon”. Want we vergelijken nu het volume aan regen (100.000 m³) met het volume van de gekende grot. De resurgentie ligt liefst 3000 m verder en 83 m lager dan de eindsifon. Dat is potentieel nog héél veel grot. Tien keer zoveel als we nu kennen. En dat is allicht ook deels of volledig volgelopen en daar was tijd en héél veel water voor nodig. Anders gezegd: het grootste deel van alle gevallen regen, is mogelijk gewoon verdwenen in een nog te ontdekken grot. Dromen staat vrij...

Paul De Bie

Geen opmerkingen :

Een reactie posten