Het relaas van de eerste poging staat nog steeds hier: https://scavalon.blogspot.com/2021/12/klimmen-in-de-wuinant.html en daarin zegde ik al: we zullen terugkomen met beter materiaal en een betere klimmer. En dat deden we dus.
De menselijke gekko genaamd Frits |
De klim zou geprobeerd worden door Frits (die we wel eerst ruim voordien uit zijn winterslaap waren gaan wekken). En de inzet was groot, want hij had beloofd om al zijn speleomateriaal weg te geven, wanneer hij niet boven geraakte!
Om 10 u stipt stond een stevige ploeg gereed. Oude rotten in het vak Jack London
(C7), Annette Van Houtte en Paul De Bie (AVALON), aangevuld met de “machine” Frits
van der Werff (GRSC) en het wat jonger geweld Jonathan Demaret (SCAN). De
kitzakken werden ingepakt en we eindigden met 5 flinke kits. Logisch want elk
van ons moest heel zijn persoonlijke uitrusting in een kitzak vervoeren. De
Haminte is te smal en lastig met een klimgordel, en bovendien wilden we dat materiaal zo proper
mogelijk houden. Gelukkig lagen de touwen en vooral de (zware) hamer al ter plaatse.
De Haminte bleek natter
dan verwacht en aan de finale haakse bocht gekomen waar men in de Wuinant
uitkomt, bleek daar over 2 m lengte wel 30 cm water te staan! Dat was ook weer
de eerste keer hier. Aie aie wij wilden echt nog geen nat pak nu! Ik geraakte er met moeite min of meer droog voorbij
en begon aan de andere kant een grachtje te graven. Maar het werd gauw
duidelijk dat dit grachtje minstens 10 m lang zou moeten zijn. En dus volgden
de anderen ook zo goed en kwaad als het kon. We werkten vervolgens een half uur
aan de gracht maar het lukte niet om voldoende niveauverschil te creëren om het
water af te voeren. Dat probleem zullen we later echt moeten aanpakken.
Dan op weg doorheen de
imponerende galerij. We zijn er nu al 20 keer geweest en toch zijn we telkens
weer verbluft over de afmetingen ervan en vooral het schitterende ondergrondse
landschap. Zeker wanneer de grot zoals nu nat is (afgelopen nacht was er een
lichte crue geweest) en alle bassins vol water staan, is het gewoon een sprookje.
Wat een mens al niet nodig heeft om te gaan klimmen! |
Aan de klim gekomen, begonnen we met het materiaal uit te sorteren. Frits trok zijn modderig pak uit en zijn klimuitrusting aan. Intussen ging Jonathan de laarzen van “monsieur le gekko” proper schrobben in de rivier. Niet eenvoudig om vanuit een wereld van modder naar een sneeuwwit toverlandschap toe te klimmen. Maar we waren op zijn minst verplicht ons best te doen om de boel zo netjes mogelijk te houden!
Frits (al in zuivere kledij) krijgt zijn schoongemaakte laarzen aangereikt |
Jack zou zekeren, en de andere 3 zouden intussen
rondlummelen, foto’s nemen, commentaar leveren en genieten van het spektakel. Het
doel was dus een schouw die zich midden in het plafond opende, en wetende dat
de galerij hier minstens 15 m breed is en 10 meter hoog, beloofde het een mooie
show te worden.
Jack zekerde 2uur lang de klimmer |
De omgeving is zondermeer somptueus te noemen |
Hij bereikte finaal
een platform, zowat 15 m boven de rivier, waar een oude spit bevestigde: hier
waren de “cowboys” Luc en Roland 35 jaar geleden dus ook geraakt. Maar dan al
lassowerpend van helemaal beneden! Je moet het maar doen!
Frits hing nu een speleotouw correct uit, perfect vrijhangend tot in de rivier. Zo konden wij beneden onze modderlaarzen schoonmaken, en dadelijk het touw beklimmen. Want de grootste moeilijkheid van heel de klim is de intense en sneeuwwitte concretionering. Ondanks al onze voorzorgen lieten we toch enkele vuile voeten achter, Moeder Natuur maakt het ons soms erg moeilijk...
We klimmen Frits achterna vanuit de rivier |
Het eerste platform op ongeveer 15 m hoogte |
Paul beklimt de 18 m lange schuine helling |
Ik klom
voorzichtig omhoog, het was erg glad. Een eventuele val/schuiver zou eindigen in het 15 m diepe
gat onder mij! 5 m verder vond ik wat grip zodat ik daar even een tussenzekering
kon boren. Nog 10 m en twee ankerpunten verder stond ik oog in oog met een spectaculair
geoxideerde musketon, die als een bloem geëxplodeerd was. Hierop hadden onze
voorgangers destijds hun touw gehangen. De musketon was gebroken waardoor het
touw waarschijnlijk enkele jaren geleden spontaan omlaag is gevallen.
Wat er na 36 jaar overblijft van een musketon |
Ik boorde twee
ankerpunten bij, zodat de rest van de ploeg kon volgen.
Zicht van boven op het hellend vlak naar het platform van +15 |
De gang liep nog steeds schuin omhoog, maar een dikke opvulling van zand en blokken, alles goed overgoten met dik calciet, belette elke doorgang na een meter of 8. Het heeft er alle schijn van dat deze grote galerij van bovenaf is volgeschoven met sediment. Kortom, erboven zit er iets. Maar onmogelijk te bereiken. Jammer!
Jammer maar de - nochtans ruime - gang zit hogerop potdicht |
Terwijl
Annette en ik de topo maakten, probeerde Jack nog een ander gat te bereiken.
Maar daarvoor moest ook geklommen en gezekerd worden. Dat was niet meer voor
vandaag. Aangezien er nog enkele andere mogelijkheden waren, besloten we het
touw te laten hangen. We keken nog eens rond en genoten van het spectaculaire uitzicht hierboven.
Zicht omlaag vanaf +15. Aan de overkant met de concreties moeten we volgende keer zien te geraken! |
Terug omlaag dus,
alles inpakken, en wegwezen. Er zijn nog zeker 4 andere klimmen te doen, dus we
gaan hier gauw terug staan. Om stipt 18 u trokken we de poort van de Haminte
achter ons dicht.
Al bij al, niet ontevreden. Ook al loopt het niet direct verder, de klim en vooral de ruimte daarboven zijn danig spectaculair. Zoals vrijwel alles in de Wuinant, “on-Belgisch”.
De topo wees uit dat
we 28 m waren gestegen. Niet slecht, maar er is zoveel meer potentieel. De
oppervlakte zit nog minstens 55-60 m hoger. Niet vergeten dat de Réseau du
Flair, die we twee jaar geleden vonden daar, tot +58 m stijgt!
De oorsprong van deze “Grande
Cheminée”, is voor mij nog niet direct duidelijk. Eminente geologen (Yves Quinif)
stelden dat de klassieke put van de
Wuinant (P40), mogelijk een oude Vauclusiaanse resurgentie is, die +/- 350000
jaar geleden functioneerde toen de valleibodem van de Magne zich nog 40 m hoger
bevond.
Hypothese van Y. Quinif |
In het licht van de
recentere ontdekkingen, en dan vooral de bijna verticale Réseau du Flair, die
veel groter is en ook nog hoger stijgt dan de P40, is deze hypothese misschien aan een
herziening toe.
Oh ja, tot slot nog melden dat we (opnieuw) een kleine kleurproef hebben gedaan in het riviertje van de Haminte, om opnieuw vast te stellen dat we de fluo nergens in de Wuinant zien verschijnen.
Korte video van al het klimwerk: https://youtu.be/9IWSFGUjyrg
Geen opmerkingen :
Een reactie posten