zondag 21 juni 2015

Côte d’Or : Open deur Grotte de Neuvon par la Porte des Etoiles


door Annemie Lambert

Het voorbije pinksterweekend brachten Paul VI en Annemie een bezoekje aan de Côte d’Or, waar een opendeurweekend “Grotte de Neuvon par la Porte des Etoiles” doorging.  In de kerstvakantie waren we daar al een eerste keer geweest (samen met Alex van TRT en Serre van Persephone), en waren er foto’s genomen in de Salle de la Pérouse. Dit keer hoopten we tot in de Réseau de la Porcelaine te geraken.

Aankomst op vrijdagavond 22 mei op de Camping du Lac Kir in Dijon. 

Zaterdagochtend op tijd naar de Ferme de la Pérouse, de boerderij van de eigenaars van de wei waar de artificiële ingang ligt.  Daar staat een tentje opgesteld, waar alle bezoekers in Secours-stijl geregistreerd worden.  
We kunnen blijkbaar gewoon met ons tweetjes de grot in, zodat Paul foto’s kan nemen zonder dat we de rest van de groep ophouden.  Alleen opgeven waar we naartoe willen, en hoe laat we denken terug te zijn.  We zullen deze eerste dag tot in de Salle du Putch proberen te geraken, met onderweg wat fotostops.  Op zondag kunnen we dan bij een ander groepje aansluiten om naar de Porcelaine te gaan.  Na de nodige aanwijzingen over hoe we de hors crue moeten passeren (met 3 leeflijnen ???) kunnen we op pad. 
We vinden vrij vlot de weg naar de Salle Putch.  Tijdens de fotosessies worden we af en toe ingehaald door een ander groepje, dat we dan wat verder weer terug tegenkomen.  Het is hun eerste bezoek aan de grot, en ze hebben de topo bij in 14 A4-tjes, maar geen aanwijzingen over hoe deze aan elkaar te puzzelen.  We puzzelen even mee, en vervolgen dan weer elk onze eigen weg. In de Salle Putch is het even zoeken naar de toegang van de Réseau de la Porcelaine, maar zoals dat wel meer het geval is: als je het weet is het eigenlijk niet moeilijk, dat vinden we morgen wel terug, desnoods ook zonder gids.
De artificiële ingang "La Porte des Etoiles"
"L'Enclume" (aambeeld) in de Galerie de l'Enclume
Onderweg zien we op verschillende plaatsen stenen vol fossielen
Een mooi geconcretioneerd hoekje
L'Avalanche

Terug naar de ingangsput dan, want we hebben gezegd dat we rond 20 u terug zouden zijn.  Als we daar aankomen blijkt dat hééél veel mensen dat gezegd hebben, er staat al een groepje te wachten, en niemand slaagt erin om vlotjes de hors crue te passeren.  “Libre!” horen we zelden, “Merde!” des te meer … We staan pas rond 21 u buiten dus, na een uurtje in de file te hebben gehangen. We blijven ook nog even hangen in de tent, de foto’s worden op de computer gezet en meteen aan iedereen getoond, de boer en de boerin kijken geïnteresseerd mee.

Zondagochtend tegen 10 uur terug naar de Ferme de la Pérouse, om ons aan te sluiten bij het groepje dat naar de Porcelaine zal gaan.  We zien er wat oude bekenden, onder anderen José die van Parijs is afgezakt om het gebeuren mee te volgen, maar die niet de intentie heeft de grot in te gaan.  Waarom ze dat hier niet met een “simple parapluie belge” geëquipeerd hebben, in plaats van met die staalkabel, vraagt hij zich af ?  Is een paraplu dan iets Belgisch, vragen wij ons af ???  De man waar we mee afgesproken hadden voor de Porcelaine is nergens te zien, maar dat blijkt geen probleem.  Als we de Porcelaine weten te vinden, kunnen we daar gerust met ons tweetjes naartoe trekken, wel op voorwaarde dat we er met propere kledij door gaan. Dat vinden wij uitstekend natuurlijk.  We zijn er inmiddels achter gekomen dat de beste manier om de staalkabel te passeren is : gewoon doen zoals dat op het brevet wordt aangeleerd.  Onze voorgangers zijn door de ingewikkelde aanwijzingen blijkbaar ook de kluts kwijtgeraakt : één van de deviateurs hangt onderweg nutteloos tegen de wand, maar gelukkig niet te ver weg, zodat ik hem makkelijk terug kan hangen zoals het hoort.
We staan snel beneden, en proberen zonder zweten tot aan de Porcelaine te geraken.  Niet gemakkelijk, hoewel we bijna heel de weg alleen maar moeten wandelen.  Hoe kan dat hier nu toch zo warm zijn ?
Vlakbij de Salle du Putch belanden we al meteen tussen prachtige concreties

Omdat we dit keer niet weten wat we onderweg allemaal te zien zullen krijgen, gaan we eerst tot aan de Salle de la Cascade, en de foto’s houden we voor op de terugweg.  Dat blijkt een goed idee, er is hier zoveel moois te zien dat het niet makkelijk is om een selectie te maken van de fotoplekjes.  Af en toe is het even zoeken om de juiste weg te vinden, maar al bij al valt het nog mee, en staan we op tijd aan ons eindpunt.  
In de Salle de la Cascade spuit een waterval uit een klein gaatje in een enorm rotsblok
Van hieruit loopt de grot nog vele kilometers door, en we hopen hier nog wel eens terug te komen om er meer van te zien, maar als we foto’s willen moeten we nu terugkeren.  
Zwart, zwarter, zwartst
Een juweeltje onderweg
Porseleinen gours

De grote moeilijkheid op de terugweg is om niet overal te blijven staan fotograferen, maar net als de vorige dag slagen we er in om netjes op tijd onderaan de put te staan, waar we net als de vorige dag weer een file treffen …
In de tent is intussen redelijk wat volk toegestroomd: speleo’s, maar ook de boer en boerin en hun familie. Jean-Louis Mérelle, de voorzitter van de CDS van de Côte d’Or houdt een speech voor ons internationale (met Belgen! en Parisiens!) gezelschap. Er worden weer foto’s uitgewisseld en bekeken, we schuiven mee aan bij de barbecue en leren over Kir en mosterd (allebei uitgevonden in Dijon, vertelt men ons trots). En ja, die Kir is een goeie uitvinding. Maar we laten ons er niet te veel door verleiden, en rijden op tijd terug naar onze camping aan het Lac Kir.
Maandag gaan we de grot niet meer in, maar we willen nog wel even de oude ingang gaan bekijken, langs waar bijna de hele grot werd ontdekt.  De uitleg van Jean-Louis leek ons duidelijk, de beschrijving klopt helemaal met de weg die we vinden.  Maar helaas, geen grot te zien.  Vreemd, hebben we dat allebei verkeerd verstaan dan ?  Of is er van die ingang niets meer te zien ?  Na een tijdje geven we het op, maar dan zien we een paar mensen in de wei lopen waar we aan het zoeken waren.  Eén ervan herkennen we, dus we gaan er vlug naartoe in de hoop dat hij er meer van weet, en tot onze verwondering komen we uit aan de grotingang, compleet onzichtbaar in het hoge gras als je niet precies weet waar je moet zoeken. 
De oorspronkelijke ingang van de Neuvon, goed verscholen in het hoge gras
Een eindje verder zien we nog de ingang van een ander grotje, dat in verbinding staat met de Neuvon (de verbinding is niet passeerbaar, en het grotje kan enkel bij lage waterstand en in neopreen bezocht worden).

Na de middag maken we nog een wandeling rond het Lac Kir, en sluiten we het weekend af met een terrasje met Dame Blanche, waarmee alle objectieven van deze driedaagse bereikt zijn.


Info over de Neuvon op www.cds21.orgen in de volgende Spelerpes.
Foto's: Paul Van Immerseel
Verslag: Annemie

2 opmerkingen :

  1. merci, plezant verslag, en ik moet er toch ook eens zien te geraken!

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Goei verslag en leuke foto's. Geeft goesting om er een keertje een toertje te gaan maken.

    BeantwoordenVerwijderen