dinsdag 12 november 2019

Réseau du Flair


Zondag 3 november 2019

Na de ontdekking van het nieuwe stuk in de Wuinant (zie https://scavalon.blogspot.com/2019/10/wonderlijke-wuinant.html ) stonden we te popelen om verder te doen. En petit comité dus, als “Interclub”, met Frits (GRSC), Kjel (Styx), Rudi en Paul (Avalon). Het had heel de week regelmatig geregend dus dat werd een gok. Na het herequiperen van het touw in de putten, namen Rudi en ik beneden afscheid van de andere twee want die gingen klimmen in de Réseau du Flair.
Paul in de ingang (foto: Jack)
Rudi en ik topografeerden eerst vanaf de voet van de ingangsput in stroomafwaartse zin, tot aan de Siphon aval (verschrikkelijke blubber) en dan richting stroomopwaarts. Dat ging goed tot waar het water begon, toen werd het echt wel zeer lastig vanwege het schouderdiepe water en de alomtegenwoordige modder. Het boekje en Disto proper of droog houden was bijna niet mogelijk. Het water stond niet hoger dan vorige week (oef) maar toch bleek het niet simpel: hoe meet je door een passage die tot het dak vol water staat ? Voor alles zijn er oplossingen dus finaal waren we doorheen de waterzone en konden we verder meten tot aan de eerste zaal en dan links omhoog naar de Réseau du Flair. Met onze ontdekking weer te zien, bleken de zalen nog groter en hoger dan ik me herinnerde. Frits en Kjel waren rond met de eerste klim en hadden geen touw meer: onze C27 was eraan opgegaan, wat al een idee geeft van de afmetingen hier.  Dus de tweede klim was niet meer voor vandaag. Hun klim was een flink eind hoger geëindigd in een nauwe spleet met zelfs wat wortels!!Ze hadden nog een interessante blokkengalerij geëxploreerd ook.
Vanaf hier topografeerde ik verder met Kjel want Frits ging Rudi de grote collecteur tonen en al beginnen met balisage.
Tegen 17 u waren we nog niet rond met de topo maar moesten we nog de ingangsputten opmeten. Einde van ons werk dus en gauw naar de putten. Daar werden we ingelopen door Rudi en Frits. Ze hadden zowaar de S2 in apnée over 1m50 moeten duiken, het water stond 40 cm hoger dan vorige week! De rivier had terug tot daar gestroomd en deze sifon gedeeltelijk gevuld. Dat ziet er niet zo goed uit voor de toekomst!
’s Avonds laat de topo nog uitgewerkt. We hadden al zowat 400 m ontwikkeling, waarvan al +/- 130 m voor de Réseau du Flair! Maar de verrassing was wel hoeveel we gestegen waren: 53 m boven de rivier uit, dus zelfs 10 m hoger dan de ingang! Ongelooflijk dus: een Wuinant naast de Wuinant. Hoever we van de oppervlakte waren, was moeilijk te schatten zonder precieze oppervlaktetopo.

Zaterdag 10 november 2019

Het was duidelijk dat we niet zoveel tijd meer hadden. De Siphon 2 was dus al bijna aan het overlopen en een volgende regenperiode zou betekenen dat ook de 40 m lange Siphon 1 zich weer zou vullen. En dan was het over & out voor onze exploraties in de Réseau du Flair! Wie weet wel voor héél lang. Dus, iedereen zijn agenda overhoop gegooid zodat we toch naar daar konden.
De klimmers van dienst waren Frits (GRSC) en Jack (C7), de topografen Krzysztof en ik (Avalon). Met andere woorden: bijna de integrale Anialarraploeg van afgelopen september, op Annette na.
Paul net voor de apnée (Foto: Jack)
De S1 passeerde nog steeds (1 VM en 1 korte duik).

Korte videoclip van onze waterpret hier: https://youtu.be/XG7ayvpdprk

Opgelet laat je niet vangen: dit is geen tropisch zwemparadijs maar wel een stinkende riool. Gelukkig zijn we gevaccineerd tegen alle vreselijke ziektes die in deze donkere drab zitten...

In de grote zaal van de Réseau du Flair splitsten we op. In deze zaal is een magnifieke synclinale zichtbaar, dus stel ik voor ze Salle du Synclinal te noemen (origineel hé). Frits en Jack begonnen aan de klim in de andere, hoger gelegen zaal. Voorlopig naamloos; Salle des Filous is een voorstel :-) . Intussen begonnen Krzysztof en ik met de topo van een lager gelegen galerij. Dat was een moeizame klus want deze grote gang was grotendeels een blokkenstort. Lastig om te meten, zoiets. En er waren twee verdiepingen, diverse nauwe kl…passages en overal zo instabiel als de pest. Maar zeker nog niet gedaan daar.  Kortom we waren uren bezig. Tegen dat we rond waren, hadden Jack en Frits net de eerste klim afgewerkt. Die ging ook heel hoog, maar eindigde in een pakket blokken dat boven je kop hing. Tussen de blokken zie je nog 4 meter hoger, maar er valt niet aan te werken, levensgevaarlijk.
Bovenaan de eerste klim hangt een ton los puin (foto: Jack)
Terwijl wij die klim van hen topografeerden, begon Frits aan de spectaculairste klim, in de Salle du Synclinal. Een klim waarvan iedereen droomt om ooit zoiets in België als eerste te kunnen doen. Eerst naar een enorm balkon op 12 m hoogte (waar hij toch even flink schrok toen een goujon eruit kwam), dan nog een klim van een meter of 5 over een tweede (instabiel) balkon.
Frits klimt naar het enorme balkon (foto: Jack)
Intussen hadden Krzysztof en ik gedaan met de topo van de eerste klim en begonnen we aan de explo/topo van een soort meander, uiterst modderig. Na 10 m bereikten we zowaar een 5 m diepe put, niet af te dalen zonder touw. We waren nu zo vettig dat we eerst naar de rivier terug moesten om onze klimuitrusting weer herkenbaar te maken. De volgelopen S2 was een perfecte badkuip daarvoor. Ondertussen waren Frits en Jack boven geraakt en daar vertrok zowaar een mooie galerij! En ze waren zo lief geweest om op ons te wachten. Dat is de echte vriendschap hé. Frits moest nog wel eerst het klimtouw anders equiperen zodat wij konden volgen. Dat bleek weer lastiger en tijdrovender dan gedacht en bovendien was onze C35 te kort!

Bovenaan de klim vertrekt een mooie gang (foto: Jack)
Eens allemaal boven exploreerden we koortsachtig verder. Jammer genoeg was 15 m verder de doorgang al te nauw (maar het liep wel verder). Zeker aan verder werken, temeer omdat er een sterke tocht voelbaar is. 

We zitten hier amper 12 m onder de oppervlakte (foto: Jack)
Het was intussen al bijna 19 u en dat was het uur dat we aan onze respectievelijke echtgenotes hadden gezegd als “ultiem”! Toch liet ik me niet van de wijs brengen door de anderen: dit moest en zou nog getopografeerd worden, volgende week was het misschien te laat. Gauw-gauw topo maken dus, en dan een spurt naar buiten. Om 20 u stipt arriveerde ik buiten en kon ik de dames (die al in reddings-, resp. paniekmodus verkeerden) geruststellen. Het was dus weer een lange dag in dit verbluffende nieuwe réseau.
De topo wees uit dat onze toevallige ontdekking van enkele weken geleden, echt wel zeer belangrijk is. De totale lengte van de Réseau du Flair nadert de 300 m en het volume van deze grote zalen en klimmen is veel groter dan de ingangsput van de Wuinant.
Uiteraard was het nu de vraag: hoever zitten we nog van de oppervlakte? Daarvoor hebben Annette en ik twee oppervlaktetopo’s gemaakt, zo precies mogelijk. Daaruit blijkt dat we er nog 10 à 12 m vandaan zijn (de 3 klimmen stijgen elk ongeveer even hoog).  Maar buiten is echt niks te zien: het bos. Eerst dus nog van binnen verder werken, zodat we de oppervlakte nog wat verder naderen, vooraleer we buiten aan de slag gaan.
Coupe

Wordt vervolgd (dat hopen we toch).

1 opmerking :

  1. Wat een prachtige ontdekking, met mogelijk een nieuwe ingang tot de Wuinant, maar als ik het goed lees is er ook nog potentieel om verder te exploreren, proficiat!!

    BeantwoordenVerwijderen