dinsdag 1 oktober 2019

Anialarra 2019 een schot in de roos

Voor het 23ste opeenvolgende jaar organiseerde SC Avalon (België) een zomerexpeditie op het massief van Anialarra (Spaanse Pyreneeën) en traditioneel werd die opgesplitst: 2,5 weken in augustus en 2 weken in september. In augustus kozen we voor Camping Ibarra in Sainte-Engrace als uitvalsbasis, in september voor de chalet van ARSIP in Arette - la Pierre Saint Martin.

We kunnen opnieuw terugblikken op een geslaagde editie. Oordeel zelf!

De exploraties in het Systeem van Anialarra

Voor het eerst in vele jaren keerden we terug naar de Réseau des Affamés, een van de 3 “amonts” van het Systeem. Geëxploreerd in 2002, waren er in deze belangrijke rivier nog enkele vraagtekens te controleren. Vaak is een vraagteken gewoon iets dat te moeilijk of nauw is om te exploreren en dat bleek nu niet anders! Kortom de zaken waar we vroeger onze neus voor ophaalden, worden nu onze objectieven… We brachten vrijwel heel de dag door met het topograferen van een nauwe klotemeander die in een hoge schouw uitkwam. Diverse vertakkingen en een complexe bovenverdieping maakten ons de zaak moeilijk en zorgden er vooral voor dat de topoblaadjes flink gevuld geraakten en wij ellendig koud en nat werden.

In de Réseau des Affamés (foto: Paul)
Hoofdbrok waren evenwel twee grote tochten van telkens 3 dagen naar de Rivière Tintin met als hoofddoel in de uiterst extreme amonts ervan (Affluent Quick & Flupke) te werken aan de mogelijke verbinding met de Gouffre des Partages. Deze plek was al 10 jaar geleden gevonden, maar er was nooit aan gewerkt: het was gewoon veel te ver (7700 m van de ingang van de AN51). Dankzij de onderingang van het Systeem (AN308) die in 2015 door de collega’s van de “Interclubs Anialarra Ouest” werd ontdekt, konden we nu veel sneller ter plaatse geraken. Jammer genoeg is die AN308 een nauwe en lastige grot, vooral indien men geladen is met zware sherpakits (mits aanpassing van het equipement zou verbetering mogelijk zijn).
In het kamp "Milou" (foto: Frits)
Via de AN308 komt men rechtstreeks in de gigantische zalen terecht die het meest stroomafwaartse deel van de grot kenmerken (Tamalou, Aredesso, Sprint Final). Na een uur blokkenlopen, steil omhoog meestal, kan men via een korte fossiele galerij en de Puits de la Jonction verbinden met de Salle Nero waaronder men de rivier terugvindt in de Galerie Jolly Jumper. Nog een uurtje doorheen deze chaotische gang, enkele pittige vernauwingen en weer blokkenlopen in Salle Castafiore, en we staan +/- 4 u na ons vertrek al in ons kamp aan de voet van Puits Milou. Vroeger was daar eerder 9 u progressie voor nodig.
De eerste kilometer in Tintin zijn ruim (foto: Paul)

Het kamp in Milou bevindt zich vrijwel aan de monding van de Rivière Tintin. Na een nacht in het kamp vertrekken we dan in Tintin. De eerste kilometer is dit een verbazend ruime galerij (10-20 m breed). Na een forse voûte-mouillante met borstdiep water volgt een zeer grote zaal (Salle Spip) en dan verandert het decor totaal: Tintin wordt een hoge canyon met vaak erg diep water. Pontonnières zijn onmisbaar. 
Het canyondeel van Tintin (foto: Jack)
Naargelang men vordert (kilometers!) wordt het nauwer, instabieler en de progressie wordt hoe langer hoe moeilijker. Pas 3 à 4 uur na het vertrek in het kamp bereiken we de Affluent Quick en Flupke, waar de nauwe, kaarsrechte spleet (mogelijk breuk) vertrekt in de richting van de Gouffre des Partages. Uit de spleet komt een klein beekje en het is mogelijk afkomstig van de rivier van de Partages. In 2009 geraakten we 30 m ver in die spleet tot waar ze te nauw werd. De felle, aanzuigende tocht deed ons dromen. En nu, 10 jaar later, werd onder de bezieling van Frits “Benoit Brisefer” twee dagen in de spleet gewerkt. Ze werd met uiterste moeite gepasseerd en dan volgde een anticlimax: een 30 m schouw. Het beekje komt uit een gat van amper 10 cm groot aan de voet ervan. De enige mogelijkheid is nu het uitklimmen van die schouw, in de hoop dat erboven een vervolg van de breuk wordt gevonden dat in diezelfde richting blijft verderlopen… tot in de Gouffre des Partages die volgens de topo amper 40 m verder is!

 
De blauwe cirkel duidt de zone aan van een mogelijke verbinding
De grootste Franse grot is nu 106 km (Felix Trombe-Henne Morte). Een verbinding tussen het Systeem van Anialarra en het Complexe PSM-Partages zou een grot opleveren van 132 km lang en -1462 m diep met ingangen in zowel Frankrijk als Spanje. De belangen zijn dus groot… wordt vervolgd in 2020!

Behalve deze extreme explo’s in de “Affluent Brisefer”, onderzochten we nog verschillende vraagtekens in de Rivière Tintin. Aldus werd een tot dan onbekend riviertje over meer dan 400 m getopografeerd: Affluent Bobo. Ergens anders werd een ruime bovenverdieping ontdekt (150 m) met zanderige zaaltjes die - voor het eerst-  als bivakplaats in Tintin zouden kunnen  worden gebruikt. Ook herbekeken we de terminus van de Affluent Rastapopoulos en we geraakten op 2 plaatsen zelfs wat verder, zonder evenwel een grote doorbraak.
Er zijn nog steeds enkele andere zijriviertjes te exploreren, dus het staat wel vast dat we nog eens terugkomen.

De derde dag van zo’n exploratietocht is dan gewijd aan de terugkeer naar de beschaving. We hielden ons onderweg bezig met het verbeteren van het equipement in de Puits de la Jonction in de Salle Nero, en het verbreden van nauwe passages aan het begin van de Galerie Jolly Jumper.
Zoals gezegd werden er twee dergelijke driedaagse tochten gehouden, een in augustus (3 personen) en een in september (5 personen).

Andere activiteiten in het Systeem:
  • Een klim op -450 m naar een overhangend balkon leverde niets op.
  • Onderzoek van de zeer geconcretioneerde zone rond -475, zonder resultaat.
  • Op -500 (Plage des Galets) recupereerden we nog een kitzak vol materiaal.
  • We vervingen (weer) 250 m touw van het vaste equipement in de AN51 met gloednieuw touw.


Dankzij de exploraties in 2019 (zowel in het Systeem als in Sima Regalo, de 11de ingang), groeide het systeem met bijna 1,5 km! De totale ontwikkeling is nu 47970 m voor een onveranderde diepte van -853 m.

Sima Regalo – de supergrot      

Voor het vierde jaar hield Sima Regalo (AN597) ons in de ban. Vorig jaar verbonden we deze grot op twee verschillende plaatsen op -430 m met het Systeem van Anialarra en werd ze de 11de ingang ervan. De diepe zone (vanaf -200) was evenwel nog niet geheel geëxploreerd. In 2019 deden we 10 tochten in de grot die weer veel opleverden.
Enkele Biekes in de Puits des Abeilles (foto: Paul)
In de Galerie du Faux Plancher (-260) vergrootten we een korte vernauwing in het calciet. Erachter vonden we tot onze verrassing een ruime put van +/-30 m (Puits des Abeilles) gevolgd door een enorme en zeer ruime put: de Puits Fantastique. Onderaan deze P114, op -396 m, stonden we oog in oog met een topopunt dat we vorig jaar geheel stroomopwaarts hadden achtergelaten, in de Méandre des Champions. De Puits Fantastique doorsneed halverwege een groot platform waar andere, zeer brede schachten van boven toekwamen. Ambiance verzekerd om boven de gapende diepte de nodige pendules en traversees te maken die ons toegang verschaften tot een laterale put, de Puits des Etoiles Filantes. Deze vervoegde een 60-tal meter lager opnieuw de Puits Fantastique.
Kim en Annette in de Puits Fantastique (foto: Paul)
Kim halverwege de Puits Fantastique (P114) (foto: Paul)
Op -260 vertrok nog een ander diep gat, al vorig jaar gevonden maar niet afgedaald omdat er bovenaan deze put een steile puinhelling was met stenen die constant in de put vielen. Dit jaar werd het probleem geremedieerd met veel kippengaas en kon de put afgedaald worden: alweer een schitterende schacht van 102 m diep. De put werd vorig jaar al wel gedoopt: Puits du Bon Voisin. Hij werd ontdekt op de dag dat ik per sms het overlijden vernam van mijn goede buurman Marc Michot.
Onderaan nog een P7, dan een vernauwing die enkel door de smalsten kon worden gepasseerd en tenslotte een P20 (Puits du Stress). Einde op -395 m en te nauwe meander, die waarschijnlijk zal uitkomen in een cheminee halverwege de Méandre des Champions.

In de Puits Fantastique (foto: Paul)
Een andere diepe put was “En Manque”. Deze vertrekt rond -250 m en was vorig jaar afgedaald tot einde touw. Deze put is eerder smal en modderig maar wel 142 m diep! Beneden was er een galerij/diaklaas waarin een stukje gevorderd kon worden tot onder een hoge cheminee. Dit is niet anders dan de in dezelfde breuk gelegen Puits de la Croix, die dus eigenlijk eveneens +/- 140 m diep is.

Links en rechts werden nog wat putjes en klimmetjes gemaakt, waarna we met spijt aan het desequipement begonnen. Alle touw tot -120 m werd eruit gehaald. Er blijft nog een laatste mogelijkheid te doen op -60 maar die lijkt weer uit te komen op een groot platform op -107. Dat zullen we in 2020 zeker weten.
Detail van de diepe zone waar we dit jaar vooral werkten


We zullen toch moeten wennen aan het idee dat de exploratie van deze fantastische grot bijna gedaan is. Wat mij betreft is de Regalo de moeder aller grotten van het Anialarra-massief. Zoiets ontdekken we waarschijnlijk nooit meer. Het volume van de putten, de akoestiek en ambiance ervan, hun esthetiek of hun diepte: superlatieven komen te kort om deze grot te beschrijven. Bovendien waren er amper moeilijkheden of vernauwingen. De complexiteit van deze grot was evengoed ongezien: een waar verticaal doolhof. Sima Regalo meet nu 3015 m in lengte en daarvan zijn er bijna 1700 m putten! Velen ervan zijn erg diepe en brede “megaputten”. Er zijn eveneens massa’s omhooglopende cheminees, zodat het best mogelijk is dat we ooit via andere grotten opnieuw in Regalo zullen belanden…
Frits na een flinke desequipeerdag in Regalo (foto: Jack)

Prospectie en Nieuwe grotten

Momenteel hebben we op het massief van Anialarra zowat 440 grotten geïnventariseerd, waarvan we er meer dan 200 we niet als “terminée” kunnen beschouwen. Daar zijn er dit jaar enkele van herzien: AN505, AN508, AN628, AN697 en zodoende konden we vier grotten van de lijst schrappen. Maar nieuwe prospecties deden de balans weer omslaan. In een zone die zich boven en 200 m stroomopwaarts van de uiterste amonts van Tintin bevindt, werden flink gewerkt (6 dagen) aan diverse gaten. Vooral AN702-Sima de los Burros lijkt veelbelovend; een opeenvolging van meanders en putjes met voorlopige halte op -54 m en duidelijke tocht. AN699 en AN704 waren dan weer minder veelbelovend. Al deze gaten waren in de jaren ’90 al door de SS Plantaurel gemerkt met een kruis.
Krzysztof herbekijkt de AN206 (foto: Frits)

In de buurt van Regalo werd aan de AN706 gewerkt (einde op -15, te nauw maar tocht) en op de zuidflank van het massief vonden we de AN708-Sima de la Marmota. Een mooie meander/put grot, met veel moonmilch maar jammer genoeg op -31 m dicht met stenen. Maar in een andere tak van deze grot is nog wel een mogelijkheid.
Paul exploreert in de Marmota (foto: Annette)
Tenslotte checkten we nog de Sima Antártica waar we enkele jaren geleden een grote doorbraak deden met halte boven een zeer diepe put. Jammer genoeg zat de doorgang verstopt met sneeuw in de ijszaal op -60…geraken we daar ooit nog wel in?
Frits, Jack en Krzysztof gereed voor een dagje prospectie (foto: Paul)

Een nieuwe “grand gouffre”?

In extremis werd de laatste dag nog een grot onderzocht, gemerkt met een rood kruis, hoogstwaarschijnlijk door de ESS in 1985-1986. Die waren toen ook nog niet goed wakker, want de grot ((meander en een P15 tot -30) bleek een enorme tocht uit te blazen en na wat werk kon de oorsprong ervan perfect worden gelokaliseerd: een venster op 3 m hoogte in de P15. Net iets te smal. Deze grot ligt boven de Grand Canyon Fossile van het systeem. Wegens een hevig onweer zaten we een kwartiertje vast in deze grot, vandaar de naam: AN709-Sima de la Tormenta.
Prospectie in de buurt van Sima de la Tormenta (foto: Paul)

Besluit

Het was toch weer goed! Wie dacht dat het systeem uitgeëxploreerd was, zat er flink naast want 1,5 km topo erbij is zeker niet niks. En er zijn nog steeds mogelijkheden. De fysieke verbinding met de Partages (die er hydrologisch 100% zeker is) was nog niet voor direct maar ook daar mogen we niet opgeven.
De saga van Sima Regalo is bijna gedaan, maar we hebben ons er tot de laatste dag reuze in geamuseerd en de grot heeft onze inspanningen keer op keer met de nodige “regalos” (geschenken) beloond. Nu rest ons enkel een nieuwe Regalo te vinden, en wie weet wordt de Sima de la Tormenta dat wel.

Deelnemers

Voor SC Avalon: Erik Bruijn, Ellen De Bie, Kim De Bie, Paul De Bie, Lieven De Meyere,  Toni Geeraerts, Krzysztof Nedza Kubiniec, Hans Verhulst, Annette Van Houtte,
GRSC: Frits Van der Werf
CASA/Continent 7: Jack London
TRT: Florian De Bie
De septemberploeg (met Atlas onderaan)

De augustusploeg

Dank aan

De Anialarra-expedities worden mede mogelijk gemaakt door de materiële en financiële steun van:


  • Union Belge de Spéléologie et sa Comexplo
    https://www.speleoubs.be/index.php/commission-exploration




  • Verslag : Paul De Bie
    Vertaling: Annette Van Houtte

    1 opmerking :

    1. Volgend jaar wordt de verbinding met de Partages een feit.
      Mooi verslag!

      BeantwoordenVerwijderen