woensdag 12 juni 2019

Illusions - doorbijten


Eind april maakten we eindelijk een doorbraakje in de Grotte des Illusions (zie https://scavalon.blogspot.com/2019/04/grotte-des-illusions-weer-een-stukje.html). Intussen gingen we (P en A) nog drie keer terug. Maar dat werd geen “partie plezier”…

Zondag 18 mei 2019
Annette en ik stonden te popelen om de doorbraak van vorige maand grondiger te bekijken. We gingen al topograferend van start. Eens in het nieuwe stuk, bleek dat de tocht wel degelijk uit de grote diaklaas kwam, en niet uit het (hopeloze) gaatje in het plafond, zoals Annette vorige keer had verondersteld. Aan die diaklaas viel te werken, mits laag genoeg graven,  bovendien zag het er enkele meters verder alweer breed genoeg uit. Eén probleem echter: de bodem was bedekt met natte en verschrikkelijk kleverige klei. Binnen het kwartier waren wij tot op ons ondergoed nat van in die blubber te wentelen en we zaten echt te kleumen van de kou. Na een uur of twee werk bleek dat er toch een plop aan te pas moest komen. Ook al geen sinecure in deze omstandigheden. Maar we waren wel heel blij naar buiten te kunnen om daar een beetje op te warmen.
Annette graaft de nauwe diaklaas onderaan uit
Na een uurtje buiten wachten was de rook weggetrokken. De diaklaas passeerde en erachter liep ze hoog door, maar nog steeds nauw (50-60 cm) en ultravettig. Maar we deden toch 15 m erbij, toen was het gedaan want enkele grote blokken versperden de weg. De eerste kreeg ik weggekanteld en zo kregen we zicht op een vervolg horizontaal en recht omhoog (instabiel!) en de sterke tocht kwam van daar! Maar niet simpel want er is amper stockageruimte. Al topograferend weer naar buiten, waar het pijpenstelen regende (onweer). ’t Was 16 u, we waren redelijk groggy, allebei met een verkrampte onderrug en doornat en koud afgedropen naar de chalet.
Na een paar uur werken passeert de diaklaas! Het vervolg lonkt.
Enfin, het loopt verder, de tocht is echt abnormaal sterk en we gaan recht de berg in (dus de oppervlakte zit intussen al 20 m hoger).

Zaterdag 25 mei 2019
Ik was van plan om de nieuwe gang te vereenvoudigen omdat het anders veel te lastig zou worden om achteraan te gaan werken. Ditmaal waren we warm aangekleed, met PVC pak en dik onderpak! We plopten de benenbreker (haakse bocht) eruit en dan het grote blok dat er vlak voorbij uit de grond stak en de plaatsruimte grondig verknoeide. De plops waren bijzonder goed gelukt, Annette ruimde er wel een uur aan. Alle puin werd omlaag gegooid naar de Grenier waar nog wat stockageruimte was. Eens dat alles gedaan was, hadden we eindelijk wat plaats en konden we ook eens opzij kijken, achter het geplopte blok. Wat bleek: daar zagen we wel 4 m ver in een hoge diaklaas. Allicht in de verlenging van de ingangsdiaklaas. Er kwam tocht uit, maar minder dan in het stuk dat we vorige week vonden. De toegang was te nauw. Driedubbele plop gezet en naar buiten.

Zaterdag 8 juni 2019
De plop in de diaklaas had goed gewerkt maar er zaten erg grote blokken bij die moeizaam met de hamer moesten worden verkleind, zodat ik ze kon afvoeren via de boyau naar de Grenier, waar Annette ze in de weinige plaats weg stapelde. Dat duurde minstens een uur. Bleek dat de diaklaas vooraan echt nog te smal was, en een stuk losgebarsten wand maakte de zaak extra gevaarlijk, wringen was niet mogelijk. Kortom daar moest nog bijgeplopt worden. Dat was voor straks, nu eerst naar de terminus. Het traject was ultravettig en erg lastig. Geheel achteraan waren we een uur bezig om grote blokken wat uit de weg te leggen en een enorme joekel te vergruizen, zodat we plaats kregen om te werken.
Paul klopt met de hamer dit blok totaal in gruis 

Na een uur meppen is het vrijwel weg
De terminus dan: men zag horizontaal in een met klei opgevulde passage of rechtdoor, schuin omhoog. In beide gevallen moest er gegraven worden, in de meest kleverige klei denkbaar. Bovendien hing er een enorm blok boven on, dat ogenschijnlijk op de klei rustte die we weggroeven! Ik gaf de kleiballen door naar Annette die ze tegen de wanden en het plafond plakte, want stockageruimte was er niet. Kortom, afzien! Mocht de hevige tocht er niet zijn, geen mens die er zou willen werken. Om 15 u gaven mijn armen het op, we hadden eten en drinken buiten laten liggen! We waren een meter gevorderd en het vervolg is uiterst lastig. Op de terugweg alle moed bijeengeschraapt om een plop te zetten in een vernauwing, en dan nog 2 in de diaklaas waar we vanochtend aan begonnen waren. Afgepeigerd buiten rond 17 u, 10 kg modder zwaarder. Gelukkig stroomde de Lembrée en konden we daar alles gaan schoonmaken.



Kortom, we zijn daar nog niet aan de “nieuwe patatjes”. En we moeten echt wel gauw weer een doorbraakje in iets ruimers maken, want qua stockageruimte zitten we nu al op het einde van ons Latijn. Ik blijf erin geloven maar het wordt ons niet gemakkelijk gemaakt! Maar we moeten nu echt doorbijten en het zeker niet opgeven!

Voor de cijferaars: de grot meet nu 100 m!


1 opmerking :