Proloog
Tijdens de 2e week (13/4 tem 17/4/2015) van het paasverlof was ik uitgenodigd bij Jos in zijn huisje in Poinson in de Haute Marne. Jos had al een paar keer aangegeven dat hij wel eens de buurt met een mede speleoloog wou gaan verkennen. Dus zo gezegd zo gedaan. Tussen de familiale uitstapjes trokken Jos en ik er een paar keer te voet op uit om enerzijds enkele reeds bekende grotten te gaan zoeken en anderzijds de droge vallei van de Vannon eens af te stappen op zoek naar mogelijke nieuwe grotten. Ook hadden we wat info gekregen van enkele lokale vrienden van Jos. Een tip was een nieuw put die zo’n 2 jaar geleden ontstaan was naast een reeds bestaande ontoegankelijke put. De nieuwe put zou echter wel toegankelijk zijn en Jos beaamde dit want hij was daar in het voorjaar al eens gaan kijken.
Het resultaat van deze eerste verkennende wandelingen mocht er zijn. Zo hebben we boven de resurgentie enkele blaasgaten gevonden. En ook op circa 1/3 van het traject perte- resurgentie hebben we meerdere interessante plaatsen gevonden. Eentje daarvan gaf na een desob van 10 minuten een laag maar redelijk ruim vervolg prijs, niet slecht dus. Ook de put heb ik afgedaalt.. En hoewel Jos het weinig kans gaf, was ik toch nieuwsgierig naar het eventuele vervolg.
Een explo equipement rond een boom en wat struiken en ik was klaar om af te dalen. Op -3 verrassing, ik hoor een riviertje stromen. Jos die boven was blijven staan, kon het bijna niet geloven. Een fractie rond een groot blok en hop 3 meter lager sta ik op de bodem.
Het resultaat van deze eerste verkennende wandelingen mocht er zijn. Zo hebben we boven de resurgentie enkele blaasgaten gevonden. En ook op circa 1/3 van het traject perte- resurgentie hebben we meerdere interessante plaatsen gevonden. Eentje daarvan gaf na een desob van 10 minuten een laag maar redelijk ruim vervolg prijs, niet slecht dus. Ook de put heb ik afgedaalt.. En hoewel Jos het weinig kans gaf, was ik toch nieuwsgierig naar het eventuele vervolg.
Een explo equipement rond een boom en wat struiken en ik was klaar om af te dalen. Op -3 verrassing, ik hoor een riviertje stromen. Jos die boven was blijven staan, kon het bijna niet geloven. Een fractie rond een groot blok en hop 3 meter lager sta ik op de bodem.
Een lage passage en ik kom in een soort van klok uit waar een gangetje vertrekt waarachter ik de rivier hoor stromen. Echter 10cm lucht en 50cm water stoppen me voor vandaag. Het is wel passeerbaar, maar best niet alleen en zeker niet
zonder neopreen.
Na deze verkennende week is het duidelijk hier willen we wel eens terugkomen om verder op onderzoek te gaan. In de komende week rijpt al snel het idee om het verlengde weekend van 13-17 mei 2015 terug te komen. Jos is akkoord dat wij zijn huisje als basiskamp mogen gebruiken. Zelf is hij de gastheer en lokale gids van dienst. Niet slecht zo’n luxe basecamp. Op de volgende vergadering leggen we onze plannen voor en ik vind partners in crime in Peter van
den Bulte en zijn zoon Liam.
De eerste mini expeditie 13/05 tem 17/05/2015
zonder neopreen.
Een eerste blik in het nieuwe grotje. |
den Bulte en zijn zoon Liam.
De eerste mini expeditie 13/05 tem 17/05/2015
Na een vlotte rit komen we rond middernacht in een kletterend onweer aan in Poinson. Ai daar gaat onze poging in de put denken we. Snel uitpakken en hop onze slaapzakken in morgen gaan we grotten. Na een goede nachtrust en een stevig ontbijt zijn we al vroeg op pad. Eerst naar de put om te zien of we er iets kunnen doen. Vanop de rand gooien we steen in de put en horen een plons, maar we horen toch ook de rivier stromen. Het kan dus onmogelijk sifonneren. We equiperen vlug opnieuw de put en ik hijs me in mijn neopreen. 5 Minuten later zit ik terug in de klok en is het duidelijk vandaag kunnen we verder.
De put die toegang geeft tot de ondergrondse Vannon. |
Een kort clipje van de passage in voute: Perte du Vannon
De terugkeer na een korte première |
We kramen op en trekken verder naar een volgend objectief. Namelijk het grotje op 1/3 van het traject perte – resurgentie. Dit grotje ligt zo’n 15 tot 20m boven de droge vallei en zal ooit een perte of resurgentie geweest zijn. Wat het juist is geweest daar zijn we het niet over eens. We vallen het grotje met de gebruikelijk middelen aan en na enkele uren graven en bakken sleuren kunnen we enkele meters opschuiven en komen we in een lager mini zaaltje. Het grotje is tot nu toe een echt knekelgrotje te noemen. Er komen wel een 10-tal schedels tevoorschijn uit het sediment. Waaronder een prachtige dassenschedel van een zeer oude das, te herkennen aan zijn zeer hoge kam boven op zijn schedel. Deze schedel zal later op het venstertablet van Jos zijn huisje belanden. Nadat Liam zijn eerste première metertjes doet houden we het voor vandaag bekeken, morgen komen we terug.’s Avonds smullen we van een spaghetti à la Jos en na het eten keuvelen we rond de houtkachel verder en reinigen we onze bottenvondsten van de dag, de gebruikelijke vondsten das, vos, konijn, ree en hond passeren de revue. Op tijd onder de wol want morgen staan er terug graafwerkzaamheden op de agenda.
Na het ontbijt op vrijdag doen we eerst wat inkopen voor de komende dagen en dus zijn we pas rond de middag aan ons grotje. Gisteren hadden we al met wierook het mogelijks vervolg gevonden. Een relatief brede gang met zo’n 15cm ruimte er boven. Het graven gaat hier echter een stuk lastiger dan gisteren, er moet gewoon veel plek gemaakt worden. Dus graven we monotoon de hele namiddag verder. Tegen het einde van de dag kan ik reeds voorbij een eerste lage passage in het vervolg kijken. Maar het blijft dezelfde aanblik over zeker nog 2 meter. De tocht is echter zeer goed, de wierook gaat plat wanneer ik het stokje net boven de vloer hou. Het aanzicht van het vervolg mag er ook zijn, het is geconcretioneerd en er hangen kleine (aragoniet?)-tubes aan het plafond. Maar de armpjes zijn plat dus houden we het voor bekeken, of toch niet. Snel toch nog maar eventjes de topo inblikken zodat we toch al iets op papier kunnen zetten.
Kleine (Aragoniet?) tubetjes in het vervolg |
Zaterdag ochtend eerst richting Grotte Deujeau dus. Na wat zoeken vinden we de doline aan de rand van de weg. De ingang is vorige eeuw ontstaan door een instorting die toegang verschafte tot de ondergrondse rivier. Zonder al teveel problemen hebben ze toen bijna 2km aan grot tot aan de stroomafwaartse sifon ontdekt. Deze is veel later dan gedoken en gaf toegang tot wat later Grotte de Chaland zal worden. De grot zelf begint met een P7 in een betonnen buis en daarna mag je al je materiaal al uit doen. Het vervolg is een prachtige ondergrondse rivier die je doorheen relatief ruime gangen volgt tot aan een voute. Deze voute stelt eigenlijk niet veel voor en eens er voorbij kan je de rivier volgen tot de sifon. We deden deze grot op een drafje en op een kleine 2uur stonden we reeds terug buiten. Maar het is een must als je eens in de buurt bent, alsook de Chaland natuurlijk maar die moet je aanvragen.
Zie ook het verslagje van onze vroegere trips in de Deujeau en Chaland : http://scavalon.blogspot.be/2009/03/grotten-in-de-haute-saone.html
In de namiddag dan terug naar ons grotje om verder te graven. Maar na 3 dagen graven begint het toch overal pijn te doen. Zo komt het dat ik tijdens het naar achter duwen van het puin plots een rib voel verschuiven onder een andere rib. Ik schreeuw het uit van de pijn maar eventjes later kan ik er al (zuur) om lachen. Peter lost me af en deze graafmachine diept alles maximaal uit. We hadden ondertussen al door dat we er vandaag toch niet gaan door geraken. Op het einde van de dag is alles zo goed als mogelijk uitgegraven en doe ik nog een poging om toch wat verder te geraken. Maar het is nog veel te laag. De tocht is er wel dus het is gewoon een kwestie van verder graven. Moest je zo’n plek in België hebben dan stond je daar het volgende week-end gewoon terug. Jammer dat het nu zo’n 520km ver ligt.
Ondertussen heeft Jos de topo gegevens al eens ingetypt in zijn computer en blijkt dat we zo’n 20m hebben gevonden en 2.5m zakken. Samen met 20m van de put hebben toch een kleine 40m ontdekt. Het mocht wat meer zijn maar het loopt niet weg en de volgende keer doen we gewoon verder.
’s Zondags dan ruimen het huisje van Jos op en na nog een kleine prospectie boven de resurgentie, waarbij we een nog veel interessanter blaasgat vinden dan voorheen, rijden we terug richting België. En zo eindigt onze eerste explotrip in de Haute Marne. Maar als het aan mij ligt zal het zeker niet de laatste keer zijn.
Verslag : Dagobert
Foto's : Dagobert, Liam
Video montage : Dagobert
Dat wil lukken, wij zaten vorig WE ook in de Haut-Marne. Binnenkort een verslag op de Cascade blog. Het was ons tweede bezoek aan de streek. Het verhaal van onze eerste verkenning (2014) binnenkort in de Spelerpes. Wij zijn ook gecharmeerd door de steek!
BeantwoordenVerwijderenGr. Geert
In welk dorp logeerden jullie?
VerwijderenWe logeerden te Vouécourt (camping). Mss zou het iets beter zijn om wat oostelijker te verblijven. We bezochten oa. Grotte Hades (Trampot).
BeantwoordenVerwijderenzie ook: http://www.speleo-vosges.fr/dernieres-sorties/149-2015-05-17-le-cul-du-cerf.html
G.