maandag 6 juni 2011

Twee weken bezigheidstherapie

‘t was hier even stil op het blog maar dat betekent niet dat we hebben stil gezeten. Een samenvatting:

Zat 21/5/2011 en zondag 22/5/2011: 2x Souffleur de Beauregard

Paul, Annette en Kevin: deelname aan grote speleo secours oefening in de Souffleur de Beauregard. Onze Wilfried was er ook en verzorgde het eten. De Souffleur is een heel sportieve en grote grot. Zaterdag: de grot in om 14u, geheel naar achter de Rivière Orange (Salle Lachambre) en vanaf daar brancardage van een (gelukkig niet al te zwaar) slachtoffer tot aan de putten van de Chainon Manquant. Wat een gezeul! Buiten na tien uur ondergronds, rond middernacht. Gauw langs de Wilfried zijn eetbarak voor een lekkere maaltijd en dan Dodo rond half twee ‘s ochtends...

Annette en Patrice in de Rivière Orange

Zondag om half zeven uit onze tram en weer de Souffleur in, ditmaal voor brancardage vanaf de rivier tot buiten (ingangsputten). Het brancarderen in deze nauwe meanderende rivier (meestal max. 50 cm breed) bleek vrijwel onmogelijk. In plaats van een echt slachtoffer werden er enkele speleokitzakken op de brancard gelegd. Aan de ingangputten mocht er dan weer een “echt” slachtoffer op. Ditmaal stonden we wat rapper buiten (na 5-6u grotten of zo).

Goed geamuseerd en goede training! Met veel dank en felicitaties aan de Spéléo Secours (UBS) want het was uitstekend georganiseerd. Maar jammer van de wat lage opkomst...

Vrijdag 27/5/2011

Jos & Paul naar de A114 in Hamoir. Een paar uur werk om in een stukje gang te geraken dat Dago en Jos de week voordien hadden gezien. Teleurstelling, deze gang liep terug omhoog, oppervlakte. De zaak ziet er echt wel hopeloos uit. Tijd dat we er een punt achter zetten en de kosten stoppen. Zoals zoveel van onze werkplaatsen op dit massief (Danielle, Norbert, D3) is de A114 hopeloos smal en moet je de grot er zelf maken, wil je iets ontdekken.

Dan maar naar de D4, een uur lang uitgegraven en twee meter verder stopt het al. Is slechts een abri. Uitgraven van de vloer zou geen kwaad kunnen, misschien is er iets omlaag?

Dan naar de D3, voor een nieuwe plop beneden. Ging niet zo vlot want allebei onze boren gebroken! Toch een flinke patat en dus binnenkort moeten we nog eens met een man of 4 naar daar om puin te ruimen.

Zondag 29/5/2011

Paul met Michaëla en Annemie naar de Fagnoules. Erin langs de Buc, eerst naar Petite Evasion. Pech, de vorige plop was maar half gelukt dus we geraken er nog niet door. Maar het vervolg is duidelijk te zien: 4 m gang (70 cm breed en 1m20 hoog) en dan potdicht met klei... Toch aan verder doen!

Dan naar de Oufti-Amai, doel was de sifon 9 te checken in de hoop dat die na de lange droogte veel gezakt was. Echter, de hele Oufti stond boordevol water, de voute-mouillante passeerde maar net, en aan de pseudo-sifon konden we rechtsomkeer maken: die zat dicht! Hoe is het mogelijk! Dan maar gaan graven in twee zijgangen. Eerst beneden links, na de laatste bassins van Océade. Aan voortdoen, maar plakkerige klei! Dan in gang rechts bovenaan Montée Impossible, in droog grint: 2 m gevorderd, ook aan voortdoen. Maar moeten stoppen wegens luchtgebrek. Naar buiten langs de Fagnoules.

Hoewel de perte buiten kurkdroog was, stroomde de collecteur als steeds heel flink.

Vrijdag 3/6/2011

Na zo’n lange droogte kon er maar één bestemming zijn: Perte 144 aan de Lembrée!

Terwijl Bart & Annette eerst de topo van Perte 147 gingen maken, trok ik (Paul) de Perte 144 in om beneden een lastig rotsblok een kopje kleiner te maken. Nadat dat in gruzelementen was gevlogen, begon ik alvast te graven aan de veelbelovende terminus van het eindzaaltje, waar ik eerder al met Annette en Dago had gewerkt.

Bart in de graafgang, Annette ontfermt zich over de bakjes klei

Na een uurtje was ik al goed opgeschoten, het andere duo kwam eraan en vanaf toen ging het nog beter vooruit. Eén groot probleem: te weinig stockageruimte. De vele tientallen bakjes kleverige klei werden dus overal geplakt waar we ze kwijt konden. Maar stilaan schoot er van het “zaaltje” (2x2 m) zo goed als niets meer over. Rond 16u waren we op een lage keienbedding beland, waar het plots recht omhoog ging in een veel te nauwe spleet. Alle tocht kwam van daar. Toch maar graven in de hoop dat het wat dieper wat breder was. Plots hoorden we gestommel, en wie kwam daar als een duivel uit een doosje tevoorschijn: de Marc (eigenaar van het terrein) die het (weer eens) te machtig was geworden en wilde zien wat we uitspookten. In zijn korte mouwtjes, met een zaklampje in de hand. Je moet het toch maar doen, in zo’n moddergat kruipen (intussen bijna 50 m lang en 12 m diep!). Nadat Marc ook eens de terminus had geïnspecteerd, groeven we als bezeten verder.

De Marc komt op inspectie!

Nog twee uur later waren we er doorheen, en wat bleek: een meter verder ging het plots weer omlaag, en wel heel steil. We zagen zeker twee meter omlaag in iets wat bijna doordringbaar is.

Toch wel een vettig gat

We sloten de dag af met een plopje in een vervelende rotspunt die ons verhinderde om verder te graven. Het was al ruim na zessen dat we buiten waren, nog een paar frisse Leffe’s met de Marc gedronken en dan naar huis. Als de weergoden meewerken, zitten we hier volgend weekend weer!

Zondag 5/6/2011

Abime de la Chawresse! Dat betekent Rudi en Paul, maar deze maal was ook den Bart erbij. Bedoeling was om foto’s te nemen, want Paul is bezig aan een grote publicatie over deze grot. Meer dan honderd keer zaten we er al in voor topo en explo, maar we hebben er amper foto’s van om dat boek te illustreren.

Dus rustig aan omlaag, veel foto’s gemaakt. Blijft een prachtige grot qua galerijvormen, en het traject van de ingang tot onderaan de Puits Boubou (“grote put”) is van een kinderlijke eenvoud en overal zeer ruim.

Puits Boubou, schittrende put op een laagvoeg gevormd

Beneden Puits Boubou had ik al jaren een werkplaats op het oog; een nauwe spleet vertrok er richting van onze Réseau des Anversois die we in 1996 exploreerden. Dus hadden we alle (plop) materiaal meegenomen.

Maar de toegang tot de spleet zat vrijwel dicht met zand, dus dienden we eerst een dik uur te graven. Daarna lagen we weer voor die spleet die ik jaren geleden had gezien. Blazende tocht. Toch wel wat plopwerk voor de boeg, hoewel de Rudi er bijna zo doorheen geraakte. Dat plopwerk ging helemaal niet zo vlot, en we dienden het hazenpad te kiezen voor een massieve rookwolk die onze richting uitkwam. Terug de Puits Boubou uitklimmen en een uurtje gaan rondkruipen in de Réseau SCS. Intussen was er overal in de grot (veel) water beginnen lopen en veronderstelden we dat het voorspelde onweer er ook werkelijk was geweest.

En lap! We graven weeral.

Rond 16 u weer de Puits Boubou af, de atmosfeer was nu een beetje opgeklaard. Maar onze plop had niet veel uitgericht, het passeerde dus nog niet. Nieuwe plop (op 2 verschillende plaatsen) en wegwezen. Desequiperen, gauw naar buiten waar we echt wel stonden te kijken van de woeste, bruine stortbeek waarin de Chawresse veranderd was. Het onweer bleek zeer hevig te zijn geweest en had overal in Luik voor overlast gezorgd.

De beek in forse crue

Wordt vervolgd, weer een stapje (het honderdste ) in onze exploratie van deze schitterende en veel te weinig gekende grot. Hier een link naar wat foto's die we gisteren maakten (allemaal in de Réseau SSD I en SSD II)

Geen opmerkingen :

Een reactie posten