De ondergrondse steengroeve van Savonnières-en-Perthois. Alom bekend bij speleo's, niet te ver van huis, ondergronds kamperen mogelijk, grotten in de steengroeve én grotten in de buurt van de steengroeve. Welke argumenten houden ons tegen om er tijdens de krokusvakantie van enkele dagen speleologisch vertier te genieten? Helemaal juist, wij konden er ook geen bedenken. Annemie niet, Tobias niet, Peter C niet en Bart niet. Met z'n vieren richting Meuse dus.
Woensdag 17 februari
Om een uur of drie draaien we de poort van entrée La Gare open. Zwaar beladen gaan we op zoek naar een geschikte uitvalsbasis voor de komende dagen. We vinden een stalen deur die de naam “Refuge” draagt. Wat zich achter deze deur bevindt is z'n naam meer dan waardig. Met dank aan speleoclub Los fouyants. We dwalen nog wat rond, door de verlaten gangen, om tegen negen uur weer aan entrée La Gare te staan. Annemie en Tobias zijn ondertussen ook aangekomen. Een berg materiaal wordt de steengroeve in gesleurd. We verblijven hier toch maar drie dagen? Dit lijkt me genoeg proviand om voor het einde van de maand het daglicht niet meer te zien. Het wordt een zware wandeling naar onze bivakplaats. Tegen middernacht spreiden we onze slaapzakken.
Donderdag
“Verdorie, is het al zo laat!” Overslapen. We sussen ons geweten met het feit dat het krokusverlof is, vakantie dus, en dan mag je uitslapen. Zo simpel is het. We zullen vandaag dan wel wat langer grotten. Voila!
Een uitgebreid ontbijt, topo bekijken, kitzakken inladen en op weg. Nummer 1 voor vandaag is Gouffre de la Sonnette, in de late namiddag gevolgd door Gouffre de la Besace.
Vrijdag
Deze morgen hebben ze ons niet liggen. Het stille gepiep van een polshorloge heeft plaatsgemaakt voor een luide, irritante, maar wel meer doeltreffende beltoon. Gouffre de l'Avenir mag ons dus op tijd verwachten. Naast het voor de hand liggende deel van deze grot, klimmen we ook richting reseau 71, duidelijk een zone die minder vaak wordt gefrequenteerd.
Daarna kruipen we nog wat rond in de smalle meander die de Grande Viaille is. Tobias en ik wringen ons door enkele smalle passages richting amont. Nu we hier door zijn gaan we ineens tot het einde. Iets wat we ons later zullen beklagen. Wat een vettige bedoening.
Zaterdag
Zonnestralen, een aangename ontmoeting na twee dagen van complete duisternis. Lang gaan we de zon niet zien, want straks dalen we af in de geboorde put van de Rupt du Puits. Maar eerst boterkoeken!
De beruchte rondgang, die je in deze grot kan maken, laten we deze maal links liggen. Enkel Tobias is bereid te ploeteren. Vorig jaar waren we zo gek deze wel te doen. Het feit dat ik mijn kandidatuur niet stel wekt duidelijk wantrouwen bij de anderen. Dan maar langs de gewone weg naar buiten.
Wie denkt na een middag aan waterrijke galerijen even op temperatuur te komen bij een trappist of een warme chocomelk is eraan voor de moeite. Noodgedwongen trekken we ons terug in de, verafgelegen, ondergrondse gite, die ondertussen een beetje onze “thuis” geworden is. Eten en drinken in overvloed hier! De avond wordt afgesloten met een wandeling doorheen de carrière. Op zoek naar lang vergeten ingangen zoals La Belgique en La tourelle.
Zondag
-->
We leveren de sleutel in en bevestigen officieel ons vertrek bij de Gendarmerie van Ancerville. Nog een ruime 400 km scheiden ons van een stilaan broodnodig (warm) bad.
Heel plezant verslag. Jullie zullen zich geamuseerd hebben.
BeantwoordenVerwijderen