maandag 15 februari 2010

Aanvallen!

Zondag 14/2 was de Fagnoules het strijdtoneel van een aanval in regel op de sifon 8, en dat op 4 verschillende plaatsen. Het was bar koud in Awagne (daar heerst echt wel een microklimaat!), maar dat kon ons niet deren.  Neopreentjes aan en op weg. De stroomgroep 500 meter ver over de besneeuwde en hobbelig bevroren veldweg sleuren, lieten we over aan de "gast" van vandaag: Kevin.

In de grot was het gelukkig wat warmer zodat we onze bevroren handen wat konden laten ontdooien, maar het water van de rivier bleek dan weer bitter koud, precies de Anialarra. Toch maar de ex-sifons doorgedobberd tot aan onze werkplaats, de S8. Terwijl Friedemann de Oufti-Amai aan Kevin ging tonen (een echte "must") begonnen Bart en ik puin te ruimen.

Bart boorde met de Hitachi wat grote gaten, en kreeg daarna de eer om buiten de stroomgroep te gaan afzetten: even een dik uur heen en weer. Intussen maakte ik alles gereed voor een nieuwe en korte, wellicht onverklaarbare piek op de seismografen van de Belgische geologische dienst. Maar dat was voor straks wanneer we doorgingen, nu hadden we eerst nog andere plannen.

Eens Bart terug was, verdeelden we het werk. Kevin en Bart zouden gaan graven voorbij de Zwijnenbak, in een gang die tot op 10 cm van het plafond gevuld is met droge klei. Flauwe tocht, gaat min of meer in stroomafwaartse richting. Onze voorgangers waren er al een meter of 7 in gevorderd. Bart en Kevin zouden er nog enkele meters bij doen, maar dan draait het haaks naar links: niet zo gunstig, dat is richting Chantoir de Buc.

Fried en ik richten onze pijlen op een nieuwe werkplaats: een nauw en dalende meanderende gang, in het begin van de Hyperventilateur. Na een meter of 6 was er een vrij klotige smalle S-bocht, erachter liep het (nauw) verder. De Hilti erbij gehaald, twee gaten geboord, wat goe poeier en ziezo: weg S-bocht. Althans, dat denken we toch. Wordt vervolgd.

Daarna naar de beruchte modderpijp die boven de S8 vertrekt en waar we vorige keer al aan werkten. Probleem was dat het flink smaller wordt, en dat de vloer hier uit een 15 cm dikke laag calciet bestaat. Onmenselijk modderige omstandigheden om te werken en acuut luchtgebrek. Terwijl ik tekeer ging op de calcietlaag, kroop arme Fried regelmatig met een zware bak vol puin en modder door de bijna 10 meter lange gang vol crême-au-beurre. Chapeau!

Na twee uur was de lucht totaal bedorven, hoofdpijn kwam opzetten en dus werd er een punt achter gezet. Het is nu flink wat breder en het ziet er eigenlijk niet slecht uit. Volgende keer moet hier wel een ventilatiebuis worden geplaatst, om lucht aan te voeren.

Het was nu 16u, tijd om op te kramen. Zakken gepakt, kleine aardschok veroorzaakt aan de S8, en gauw naar buiten. Daar was alles met een dun laagje sneeuw bedekt.

Mooi, idyllisch winterlandschap, maar die 1 cm sneeuw bleek de wegen spekglad te maken. Gauw beseften we nog eens waarom we de voorbije 3 maanden al diverse keren onze speleoactiviteiten hadden afgeblazen toen er wat sneeuw lag. Er bleek amper te rijden, en in Spontin geraakten niemand de steile helling op richting E411. Terug naar Purnode, vandaar de lange en minder steile afdaling naar Yvoir genomen. Deze was hier en daar ook spiegelglad maar de auto geraakte zonder brokken beneden. Via de Maasvallei naar Namen, daar de autostrade op. Probleemloos rijden op een mooi gestrooide E411... tot aan Overijse want daar bleek het strooizout op. De Vlaamse autostrades lagen er dus wit en glad bij. Lange dag maar toch wel vruchtbaar.

Geen opmerkingen :

Een reactie posten