vrijdag 21 augustus 2020

Grot voor een week

De noodexploratie van “La Grotte Ephémère”

Het voorbije weekend was er een om niet gauw te vergeten. Dat zat zo: in de steengroeve van Préalle (Heyd/Aisne) was vorige week een gat vrijgekomen, op 20 m hoog in het “front de taille” zoals dat heet. Een oplettende speleoloog die in de buurt woont, had dat opgemerkt. Frits was er in de loop van de week al gauw solo ingekropen, in shorts, en in een grote zaal terechtgekomen. Na een snelle explo was zijn conclusie dat het veelbelovend was !

De ingang is van ver zichtbaar

Deze groeve heeft in haar lange geschiedenis al diverse grotten doen verdwijnen, waaronder de ruime Grotte de la Nouvelle Carrière d’Aisne (zie de Atlas des Grottes de Belgique Tome 2 van P. Vandersleyen) of de archeologisch waardevolle Grottes de Préalle I en II.  Om het verlies van een nieuwe site te voorkomen, zonder dat er enige voorafgaandelijke studie is gebeurd (naar archeologisch of mineralogische belang) is er sedert enkele jaren een conventie tussen CWEPSS en de uitbaters dat in zo’n geval de speleo’s de kans krijgen om de zaak te exploreren. Zo’n noodexploratie kan maximaal 6 dagen duren, daarna gaat de groeve in principe verder met haar werk, tenzij tijdens het onderzoek zeer sterke argumenten zijn gevonden om nog te wachten.  In dit geval waren alle gaten al geboord om heel de bank waarin zich de grot deels bevindt, de week nadien te doen springen.

Hieronder lig een deel van de grot. De gaten zijn al geboord (15 à 20 m diep) voor de volgende explosie.

Het was dus duidelijk: hier viel geen tijd te verliezen, we hadden 3 dagen; dit werd een race tegen de klok! In enkele tochten moesten we doen wat we doorgaans over meerdere maanden spreiden: exploratie - eventueel desobstructie - topografie - fotografie en andere onderzoek. 

Onze vrienden van de GRSC waren zo sympathiek om ons in deze zaak te betrekken (dank jullie!). Aldus werd haastig een "équipe de choc" verzameld : de 5 anciens van de ploeg (Pol, Patrice, Jack, Annette en Paul) cumuleerden samen om en bij de 230 jaar aan speleocarrière, die vrijwel uitsluitend uit exploratiespeleo bestond! Aangevuld met twee jongere speleo's die hun kunnen al meermaals hadden bewezen (Frits en Hans), was het duidelijk: we gingen er een lap op geven!

Vrijdagavond 14/8: topo van de grote zaal

Gauw-gauw topomateriaal en wat ander spul bij elkaar gezocht, een minimum aan fotomateriaal en naar de groeve gereden.  Vanavond waren we met  5:  van GRSC Pol Xhaard, Patrice Dumoulin en Frits van der Werff, en van Avalon Hans Verhulst en Paul De Bie.

We benaderen de ingang van opzij

Het gat was vrij groot en opende zich bovenaan een instabiele puinberg. We equipeerden een looplijn zodat we het langs boven konden benaderen. Een klein zaaltje (met wat concreties) en daarna een verticale klim van 4 m, waarin een laddertje werd gehangen, gevolgd door een wat lastige kruipgang die boven een diep gat uitkwam: een put van 4 m. Die moest in oppo worden overgestoken, voorwaar eerder tricky! 

de ingang

En dan kwam je dus in die verrassend grote zaal, die zowat 22 x 15 m was en hier en daar wel 8 m hoog. Spaarzaam geconcretioneerd, met een gigantisch blok dat vol boorstof lag: blijkbaar was een van de boorgaten al doorheen het plafond gegaan. Sommige blokken waren duidelijk recent uit het plafond gevallen als gevolg van eerdere explosies.

De grote zaal van boven naar omlaag gezien

De grote zaal van onder naar boven gezien

Eerste prioriteit was het fotograferen van de zaal, zodat er tenminste enkele goede beelden van waren vooraleer ze verdween. Daarna zochten we alles grondig af en in de bovenhoek werd een vervolg gevonden waar Frits en Hans aan de slag gingen. Intussen begon ik met Pol de topo te maken. We sloten de avond af met zicht op een uit te graven gangetje waaruit een goede tocht blies… Buiten was de duisternis intussen ingevallen.

Die avond werkte ik de topo al provisoir uit want morgen hadden we eerste werk een vergadering met de mensen van de steengroeve, die zich vooral zorgen maken over de veiligheid want een holte van +/- 2000 m3 die hier en daar de oppervlakte nadert tot op 6 m, maakte hen heel ongerust. Zij rijden daar met graafmachines of dumpers rond van wel 65 ton. En hun dynamitage van volgende dinsdag van een nieuwe “trap” van zowat 50 x 20 x 25 m zou een onverwachte instabiliteit kunnen veroorzaken, omdat de grot zich half onder hun werkterrein bevond en half onder de 30 m hoge rotswand ernaast.  Dus die mensen wilden tot op de decimeter weten wààr die zaal zich juist bevond en waren wat blij dat wij dat hen konden vertellen!

Zaterdag 15/8: ontdekking van een tweede zaal

Nadat hun geoloog met een uiterst precieze GPS een topopunt had gezet waarmee we onze topo van de grot tot op de millimeter konden positioneren op de kaarten van de steengroeve, kropen Frits en Paul de grot in. Uiteraard om het tochtend gangetje uit te graven. Dat lukte vrij goed, hoewel het 7 m lang was! In de verte zagen we een uitnodigend zwart gat, maar er vlak voor zat een venijnige dubbele etroiture waarin ik – nog maar eens-  een rib heb gekneusd.  Frits volgde mij, en had het even lastig in die vernauwing als ik! Eerste werk de zaak breder gemept vanaf de andere kant, wat mij al wat gerust stelde voor de terugkeer met een gekraakte rib.

het uitgegraven gangetje

Afdaling in oppo van een P7 en snelle explo van een heel mooi geconcretioneerde zaal met veel witte druipsteen, gordijnen en stalactietjes (Salle Délicate).  Wegens mijn ribkwetsuur én het late uur, hielden we het gauw voor bekeken. Maar het was duidelijk dat we nog eens moesten terugkomen, het was al tegen 19 u en er was geen tijd meer voor de topo of foto’s. En hoog in het plafond zagen we een mogelijk vervolg!


vele mooie concreties in de Salle Délicate


Zondag 16/8: verdere explo en topo

Voor mij was wegens de ribblessure verder exploreren niet mogelijk. Tijd dus om 2 andere zware kanonnen in de strijd te werpen: Annette Van Houtte die de topo zou verderzetten en Jack London om de foto’s voor zijn rekening te nemen en bij te staan waar nodig. En uiteraard onvermoeibare Frits,  om naar dat gat in het plafond te klimmen. Ze waren daar een hele dag mee bezig. De klim in het dak leverde niks op, maar er werden twee andere mogelijkheden gevonden met flinke tocht. En Jack bracht een schat aan fotografisch documentatiemateriaal mee.





Hans en Paul deden toch nog iets : een ander grotje (trou souffleur) in de groeve opengemaakt, héél voorzichtig en niet echt doorgezet vanwege zere ribben (ook Hans wist ervan na zijn avontuur van vrijdag). 10 m ver geraakt, veel tocht en wat concreties. Mochten we al niet ergens een Trou des Côtes hebben, dan zou dit dé naam zijn geworden…

10 m première in de trou souffleur

Maandag 17/8 en verder : administratie

Daarmee was het avontuur nog niet gedaan. Er moesten topo’s worden uitgetekend en rapporten gemaakt en dit alles in nauw overleg met Pol en de Cwepss. De hele maandagmiddag en een grot deel van de dinsdag gingen daaraan op. Ik werkte de topo's uit, Pol Xhaard nam de verslaggeving voor zijn rekening wat in een mooi verslag resulteerde waarin het werk van alle ploegen aan bod kwam.  Intussen was er ook een consensus over de naam van de grot: la Grotte Ephémère.  Dat betekent: vluchtig, kortstondig, iets van één dag. Stilletjes hoopten we allemaal wel dat het leven van deze grot wat langer zou duren dan dat!



Nabeschouwing

Daarmee eindigde deze bijzondere “noodexploratie”. Balans: we hebben een mooie grot van +/ - 200 m lang kunnen exploreren, met een zaal van niet-alledaagse afmetingen en dat alles hebben we nog kunnen topograferen, fotograferen en documenteren. Voorwaar een zeer belangrijke taak, wetende dat binnen enkele dagen de toegang tot de grot voorgoed onmogelijk zal worden, en ze binnen enkele weken in de breekmolens zal vermalen worden. Zonder onze foto’s en topo’s zou de grot echt totaal verdwijnen  maar nu zal er dan toch "iets" tastbaars resteren. En natuurlijk zijn er 5 mensen die onuitwisbare herinneringen zullen hebben aan deze mooie grot.

We hebben onze verantwoordelijkheid ten volle genomen en deze actie is een schoolvoorbeeld van goede samenwerking tussen speleologen (twee clubs GRSC/Avalon), de Cwepss en de uitbaters van een steengroeve. En tja, wat kunnen we de steengroeve verwijten? Zonder hun werk zouden we zelfs niet geweten hebben dat die grot er was. En jammer genoeg ligt de grot nu net in de richting waarin de groeve zich nu uitbreidt…

Het was toch ook wel wat een rare zaak voor ons, met gemengde gevoelens: als eerste mens ooit iets moois ontdekken, dat hebben we al heel vaak gedaan. Maar deze keer was het niet met de wetenschap dat we het aan onze vrienden zouden kunnen tonen, wel dat we de eerste en laatste mensen ooit waren die dit natuurwonder zagen. En ook raar: witte concreties ontdekken en je geen zorgen moeten maken in proper houden, balisage enz.  Je zou ze eigenlijk gewoon kunnen afbreken en in je kitzak meenemen 😊. Dat hebben we niet gedaan, we hebben hetzelfde respect voor de omgeving aan de dag gelegd als anders. Het bloed kruipt waar het niet kan gaan. 

PS: Woensdagavond volgde een leuke verrassing: de groeve had besloten de geplande dynamitage enkele weken uit te stellen, om onze topogegevens grondig te kunnen bestuderen en verwerken en het dynamitageschema te herberekenen. We hopen dat dit ons de kans zal geven om de exploratie nog even verder te zetten.

Paul De Bie

WAARSCHUWING: de groeve is een afgesloten privéterrein, met bewaking. Het is totaal verboden zich zonder toelating in de groeve te begeven, en bovendien is het zeer gevaarlijk. Gelieve de goede relaties met de uitbaters van de groeve niet te schaden door clandestiene bezoeken!


2 opmerkingen :

  1. Mooie exploratie. Doet me denken aan een gelijkaardig geval in een groeve hier in de buurt, waar we gedurende jaren(!) in etappes topo maakten van gangen en zaaltjes die er ondertussen niet meer zijn, maar die een schat van documentatie opleverden (en tevens de ontdekking van de befaamde réseau B.M.)

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Gefeliciteerd met dit voortreffelijk werk.

    BeantwoordenVerwijderen