Van 11 en 19 september exploreerden 5 Avalonners weer op Anialarra: Lieven, Dagobert, Tobias, Annette en Paul. Dit laatste duo breidde er nog een week extra aan en keerde pas op 26 september weer huiswaarts.
Wie het Anialarraverhaal de voorbije jaren gevolgd heeft, weet dat we bijna achteraan de grot een kilometerslange zijrivier hebben ontdekt, Rivière Tintin. Hierin werden nogal wat dingen niet onderzocht, bovendien zou in de verste regionen van deze rivier een verbinding met het vlakbijgelegen Systeem PSM-Partages mogelijk zijn (wat de grootste grot van Frankrijk zou opleveren, +/- 127 km lang). Eén probleem: Tintin is verschrikkelijk ver in de grot: 9 km van de ingang. Onmogelijk er in één dag te geraken, en zeer geëngageerde explo’s gezien de risico’s op crue, de instabiliteit enz. Kortom, we zijn al enkele jaren op zoek naar een grot die een directe ingang tot Tintin zou zijn.
| Paul, Tobias, Lieven en Annette. Dagobert moet je er zelf bijfantaseren. |
AN594-Sima de la Verdad (-186 m) had ons wat op onze honger laten zitten (maar blijft een kanshebber), dus moesten we verder kijken. Tijdens deze septemberexpeditie hebben we ons daarop geconcentreerd: veel prospectie en werk in de zone boven Tintin. Deze zone ligt ongeveer 40 minuten stappen van ons kamp vandaan. Maar we deden toch nog wat andere dingen ook! Dit dan weer in functie van het relatief slechte weer van de eerste week.
We deden één afdaling in AN669-Sima de la Babosa (-345 m) om daarin de in augustus ontdekte Puits Casatschok af te werken. Zoals verwacht geraakten we daar niet dieper, einde rond -300. Desequipement van deze tak tot -100, vervolg is voor volgend jaar want deze grot heeft een groot potentieel.
Om te ontsnappen aan twee dagen slecht weer trokken we het Systeem van Anialarra in. Op de heenweg topografeerden twee ploegen urenlang op diverse plaatsen, vooral ter perfectionering van 15 jaar oude topo’s. ’s Avonds werd het ondergronds kamp op -575 in orde gebracht, nogal wat gedoe want we waren er 2 jaar niet meer geweest. Zo moesten de 2 tenten worden vervangen. ’S anderendaags weer naar buiten, zeer zwaar geladen want we hebben er ineens nogal wat overtollig materiaal uitgehaald, o.m. de Ryobi boormachine, desobmateriaal, de oude tenten enz.
We desobstrueerden en prospecteerden ook nog nabij het hoogtekamp. Twee dagen werk in een blaasgat (AN599) werden teniet gedaan toen dit plots weer instortte. Diverse vroeger gevonden grotten werden gecheckt en afgekruist. Hierbij werd een van de eerste grotten herdaan die we er ooit vonden. Deze AN507 werd in 1998 door Paul gevonden, en afgedaald door ene Johan H. die de grot als zonder vervolg beschouwde. Paul herbekeek de grot (bij toeval, omdat de oude markering verdwenen was) en vond beneden de 25 m diepe ingangsput, een spleetje van 2 cm breed waarachter zwart te zien was, met een fluitende tocht. Dit resulteerde in meerdere dagen désob door Paul en Annette en aldus kon de toegang tot een nieuwe put worden vrijgemaakt. Traditioneel was dat op de laatste dag van de expeditie. Mooie perspectieven dus, in 2016, voor deze “Sima de las Plumas”.
| Ingang van de Sima de las Plumas |
De eerste week van de expeditie kregen we twee dagen stormweer. Gezien Météo France windsnelheden tot boven 150 km/u afriep, hebben we twee dagen lang niks kunnen doen en zijn we in de chalet van ARSIP gebleven. We hebben er al dergelijke stormen gehad, en zelfs rondlopen is dan zeer riskant. In een tent “slapen” is uitgesloten.
Jammer genoeg hebben onze twee (vrijwel gloednieuwe) Northface VE25 tenten die storm niet goed verteerd (en een windvastere tent als een VE25 bestaat eigenlijk niet).
![]() |
| Triest zicht: twee stukgewaaide VE25 tenten |
Tobias en Lieven zijn op dag 2 in volle storm toch naar boven getrokken en hebben daar de twee platgewaaide tenten afgebroken en zijn met de brokstukken omlaag gekomen. Eén buitenzeil zat vol gaten, en zowat 50% van de stokken was ofwel gebroken ofwel zodanig geplooid dat ze niet meer bruikbaar waren.
Het vervolg van de expeditie zag er toen slecht uit, maar dankzij onze vroegere ervaringen hadden we vele reservestokken en zelfs een volledig reservebuitenzeil! Nadat de storm geluwd was, hebben we aldus ons kamp opnieuw kunnen opstellen. Oef!
Maar de hoofdbrok was dus de zone boven de Rivière Tintin. Dit is een zeer geaccidenteerde lapiaz met massaal veel gaten en kloven. Het minutieus prospecteren van 2 vakken van 100 x 100 m duurde dan ook 2 dagen. Daar kwam minder uit dan verwacht. AN535X is een désob waard (stenen vallen 20-30 m dieper); en in AN640X(nauwe meander) geraakte Paul na een half uur puin ruimen in, met halte boven een put van +/- 8 m.
![]() |
| Zicht op de prospectiezone boven Tintin |
Maar tijdens deze prospectie werd ook een grot gevonden, met een oude markering (AN007) waarin zowaar een depot was van kampeermateriaal, dat daar al decennia lang lag te rotten en roesten (jaren 70 of 80). Die afval hadden onze illustere voorgangers mogen meenemen, maar de grot zelf was wel een presentje. Mooie ingangsmeander, gevolgd door een fossiele P22. Dan 5 meter meander die finaal 10 cm breed werd (sporen van désob door onze voorgangers) maar 2 meter verder was een nieuw putje. Paul en Annette staken meerdere dagen tijd in de désob, en geraakten (ook op die laatste dag!) dat nieuwe putje af. Dat wordt onmiddellijk gevolgd door een ruime, mooie dalende meander (men ziet 10-15 m diep) maar geheel bovenaan is het net te smal!
Deze grot heet intussen AN692-Sima James Bond en is een reële kanshebber om in Tintin te geraken. Nota: wat opzoekwerk heeft ons de identiteit van de originele explorators doen vinden: de CLAC, Franse club uit de Indre, in 1984.
| Ons eindpunt in Sima Bond: vernauwing boven nieuwe put. Een formaliteit! |
| De huisraad van onze voorgangers in 1984 |
Twee andere grotten, AN616 en AN624, allebei door Paul ontdekt in 2013, hielden ons al in augustus bezig en er werd nu aan verder gewerkt.
De diepste, AN616 of “Sima Daniela” (naar een mooie bimbo die in de Ché-magazine van Tobias stond, en meermaals het onderwerp van gesprek was) werd na flink wat désobwerk geëxploreerd tot op -70 m. Het vervolg is een nauwe spleet schuin omlaag, waaronder een minstens 20 m diepe put zit. Eén probleem: die nauwe spleet is over 9 m nauw. Veel werk dus. Wordt (misschien) vervolgd in 2016.
![]() |
| Sima Daniela, in de eindput |
In de AN624 dan (doline waaruit veel puin werd geruimd), gaf een put van 13 m uit op een complex gedoe dat in een schuine laagvoeg gevormd is. Diverse putjes die nog wat verbredingswerk vergen. Goede aanzuigende tocht.
![]() |
| Aanduiding van de zone boven Tintin waar zich Sima Daniela, Verdad en Bond bevinden |
Besluit: het was weer leuk en vooral vruchtbaar. Enkel jammer dat we er telkens de Speleologische Dagen door missen (maar een mens moet prioriteiten kunnen stellen).
Verslag: Paul De Bie




Wauw, super interessant die mogelijkheden boven Tintin. Bedankt voor het verslag!
BeantwoordenVerwijderenWaw
BeantwoordenVerwijderen