Vrijdag 24 juli 2015
Paul solo naar de A126, gewapend met alles wat men nodig heeft om een decimetergroot gat in de pure rots te elimineren. Doch dat ging allerminst vlot. De vloer was boogvormig (dus sterk) en van harde rots. Het plafond en zijkanten waren van een merkwaardige, geelbruine afzetting gemaakt. Harde stukken met zachter spul ertussen. Vrijwel “onplopbaar”. Kortom, urenlang werk met hamer en beitel en dat in een lastige positie. Gelukkig was er een frisse bries om me wat af te koelen.
De vernauwing voor het verbredingswerk |
Het prutplafond wordt aangevallen |
De vernauwing na de werkzaamheden, passeerbaar (voor mij toch) |
Toch nog maar een half uurtje beitelen, en eindelijk kwam een groot stuk van de vloer los. Ik kon nu vlotter door de vernauwing, zodat ik de zaak beter kon inschatten. De gang liep ongeveer even groot verder, maar was tot op 15 cm van het plafond opgevuld met humus en grond. De dader hiervan was de vos of das die hier ’s winters komt wonen. Het gangetje liep wel pal de berg in, en de koele tocht kwam wel degelijk van daar. Zeer interessant dus, maar om verder te werken moet je met 2-3 man zijn, want nu wordt het “bakjes trekken”. Ik besloot de dag met een dubbele plop in de vernauwing, zodat we daar de volgende keer vlot doorheen geraken.
Het vervolg voorbij de vernauwing, grotendeels opgevuld |
Ik ben optimistisch over dit gat, maar het zal moeten wachten tot eind augustus. Want volgende week gaat alweer de Anialarra-expeditie van start, de 19de jaargang intussen!
Spannend!
BeantwoordenVerwijderen