vrijdag 11 oktober 2013

Verslag Anialarra septemberexpeditie 2013

In feite wordt de augustus-expeditie gewoon onderbroken en keren we enkele weken later, in september, “en petit comité” terug. We doen dan verder waar we gestopt waren, en desequiperen finaal alles en breken het kamp op.

Ditmaal was het niet anders maar op het laatste moment vielen er twee mensen (hoekstenen zeg maar) weg waardoor we ons plots geconfronteerd zagen met een ambitieus of beter gezegd, zwaar programma. Hadden we dat in augustus geweten! Maar mits de inzet van iedereen, en door het verstand enkele keren op nul te zetten, en dankzij het uitstekende weer waardoor geen enkele dag verloren ging (want op regen- of sneeuwdagen kan je daar gewoon niets uitvoeren!) konden we toch alles afwerken en meer nog, flinke progressie boeken. En kregen we alle spullen zelfs weer omlaag gedragen ook.

De ploeg van week 2: Paul, Annette, Tobias en Kris
De eerste week telde 3 deelnemers: Annette, Paul en Jan. De tweede week 4: Annette, Paul, Tobias en Kris.

In de AN669-Sima de la Babosa waren we in augustus doorgebroken, na in totaal 13 dagen zware desobstructie gespreid over 3 jaar, in een nieuwe put die op -60 begon. Het spreekt vanzelf dat dit onze eerste objectief was, maar zoals steeds maakte deze nauwe grot ons het leven niet gemakkelijk. Toch bleken we gelanceerd in een reeks steeds dieper en ruimer wordende putten. Einde op “niets”, rond -145 m, op een enorme meander van wel 2 m breed waarin stenen ver omlaag vallen. Ziet er goed uit! Deze grot zou ooit de hoogste ingang van het Systeem van Anialarra kunnen worden!
De muur van blokken, resultaat van twee dagen zwaar plopwerk in de meander op -60

In de meander van Babosa, op -60
AN594-Sima de la Verdad dan. We herbekeken de terminus die we in augustus op -185 hadden bereikt en besloten dat het te gevaarlijk was om nog verder in de blokkeninstorting te peuteren, die ons daar boven het hoofd hangt. Desequipement dus, trouwens de 300 m touw die daardoor vrij kwam hadden we dringend nodig in de AN6. In 2014 zullen we in de Verdad wel de zuidelijke tak opnieuw aanvallen. Want deze grot is door haar positie boven het extreme stroomopwaartse deel van de Rivière Tintin van kapitaal belang!
Paul, Annette en Jan maken zich gereed voor het desequipement van de Verdad
AN6-Sima de Frontenac. We hadden deze historische ingang tot het Systeem van Anialarra in augustus geëquipeerd tot -185. Nu equipeerden we (in 1 dag) verder, tot -400. Deze grot heeft schitterende putten, vooral de vrijhangende P87 is geweldig. De grot werd getopografeerd tot waar ze verbindt met het Systeem zodat we eindelijk, na 17 jaar , de AN6 op onze grote toposynthèse kunnen zetten. Ze werd ook weer grotendeels gedesequipeerd, maar in 2014 hernemen we ze zeker want er zijn nog vele interessante zaken in te doen (o.m. een boel vensters in de P90). We deden ook, voor de fun, een traversee van de AN6 naar de AN51 (en een week later, deden Tobias en Paul dat zelfs omgekeerd ook).
De putten van de AN6 behoren tot de mooiste van het hele massief
AN563-Sima Estúpida. Een grot die we in het verleden al eens deden, 45 m diepe put vol sneeuw. Een “stom gat” volgens Tobias. Maar die mening veranderde wel toen we toch de doorgang tussen sneeuw en rots vonden, in een fossiele meander geraakten (enorme tocht) en na wat gewring eindigden bovenaan een gigantische put. Minstens 100 m vrijhangend, schat ik. Maar het was de laatste dag en dus wordt dit vervolgd in 2014!
AN563 met zijn driedubbele ingang
De AN563 in juli 2011. De sneeuw kwam tot op -5!
AN619-Trou Fion. Een grot die reeds in 1971 door de SC de Frontenac werd gevonden doch waarvan ons verder niks bekend was (ligging? topo? beschrijving?). Dankzij enkele aanwijzingen van JF Pernette vonden we ze terug. Grote, schuin dalende galerij met putten en trappen, eindigt rond -65. Halverwege vond Tobias een vervolg, in kletsnatte moonmilchsmurrie: de Galerie Knauff. Gelukkig liep ze niet verder…
Tamelijk vettig na de Galerie Knauff in Trou Fion
En dan deden we nog een driedaagse trip in het Systeem van Anialarra. Doel was om het bivak op te plooien (dat was in augustus niet gebeurd, omdat we ervan uitgingen dat we daar en tijd en voldoende mensen voor zouden hebben in september). Maar we profiteerden ook van iets dat al lang had moeten gebeuren: een poging tot communicatie in de Aspirateur. Dit is een extreem nauwe kruipgang (15 à 20 cm) die de verbinding vormt tussen de grote galerij op -630, en de Rivière Tintin. Mochten we langs hier fysiek kunnen verbinden, dan zou er +/ - 3 à 4 uur kunnen worden gewonnen op de progressie vanaf de ingang tot in het Réseau Post-trémie.

In de voorbije jaren is er daar dus al ontzettend hard gewerkt, er is nu een tunnel gemaakt over 25 m lengte, met de zware middelen. Maar het ruimen van het puin wordt heel lastig door de grote afstand en het bochtige parcours. Omdat er leukere dingen zijn dan dwangarbeid op -630; wilden we uitvissen “of het nog ver was”. Dus stuurden we een ploeg (Annette en Tobias) rond via Tintin. Op het afgesproken uur hoorden Paul en Kris die ten einde de Aspirateur lagen, inderdaad Annette. Maar er was geen gesprek mogelijk, waaruit we afleiden dat het “nog veel te ver is”. We kunnen echt geen 30 m meer verbreden, zelfs 10 zou al een zware opgave zijn. Dus: einde Aspirateur! Jammer maar dat is speleo. En we zullen de exploraties in Tintin dus hervatten via de gewone, maar lange weg.
Links en rechts werd nog wat topo gedaan en wat progressie gemaakt. De totale lengte van het Systeem van Anialarra bedraagt nu 38400 m voor een diepte van -838 m.

De perfecte illustratie van 3 man en een paardenkop

Volgend jaar wacht ons (weer) veel brood op de plank.
Paul De Bie

2 opmerkingen :