Zondag 8 sept 2013, alleen naar de Fagnoules, want niemand van de club die mee wilde (ik was er dan ook nogal laat mee afgekomen, maar ik moest er hoe dan ook naar toe, want in de grot lag materiaal dat ik dringend nodig had).
Eerst het slot van de boveningang gesmeerd, daarna naar de normale ingang. Probleem: een deel van de wand van de doline was omlaag geschoven; een echte modderlawine die de toegang tot de poort grotendeels blokkeerde. Gelukkig lag er een graafbakje, maar ik ben tot na 12 u bezig geweest om daar honderden kilo’s zeer plakkerige smurrie uit die ingang te sleuren. Een hels karwei, zeker met een neopreenpak aan! Daar moeten we toch iets op vinden, want dit is niet de eerste keer dat die wand omlaag komt.
Dan eindelijk de grot in, altijd leuk zo moederziel alleen. Mijn doel lag voorbij de Siphon 2. Nadat ik mijn spullen had gerecupereerd, toch maar een eind verder gegaan tot aan de waterval, want ik wist daar een klein gangetje liggen waarin ik al lang eens wilde graven. Ik was dan ook gewapend met een schopje. Dat gangetje zijn we al wel 100 keer voorbijgelopen. Na een half uur graven zat ik 3-4 m verder, waar het nog steeds verder loopt. Een smalle passeert wel (ik dus ook) maar zo alleen was dat geen optie. Volgende keer aan verder doen want intrigerend.
Blijft magnifiek: de waterval van de Fagnoules (foto Bart Saey) |
Ditmaal had ik een steekspade bij.
De doline enkele jaren geleden |
De weelderige plantengroei en wildernis van bramen onttrokken me volledig uit het zicht. Geen probleem ik kon naar hartenlust graven. De grond was krukdroog en keihard, dit was dwangarbeid, maar ik zakte gestaag in mijn kuil van zowat 80 cm diameter. Dan plotseling: een wervel. En nog een. Ik hoopte dat het niks menselijks was, één keer een skelet opgraven is me genoeg (zie “Confrontatie met het verleden”).
Er volgden nog wat wervels en botten. Dan iets vreemds, wat was dat? Een stuk leder, heel oud. Ik groef het voorzichtig uit: een schoen, vooroorlogs model! Ik was nu toch wat ongerust - was er een verband met die knoken? - bovendien: in de schoen zat iets. Ik schudde het eruit... en tot mijn opluchting was het slechts een brok droge klei. OEF!
Nog wat meer botten deden me concluderen dat het geraamte van een dier was, de wervels hadden zeer lange uitsteeksels (bijna 10 cm) en mensen hebben dat niet.
Na dit spannende intermezzo, werd het nog spannender want plots kreeg ik zicht op een gaatje in de grond en erachter ging het flink omlaag. Twee uren waren nodig om de kuil (intussen 1 m diep) voldoende breed te maken en de opening van het gaatje volledig vrij te maken. Wat ik zag was wreed interessant. Een gangetje dat in mooie proper gespoelde rots (“de” rots, niet zomaar wat blokken dus) schuin omlaag liep over een meter of 2. Nog iets te nauw, maar veel belangrijker: er kwam een flauwe tocht uit.
Veel meer kon ik niet doen, maar ik was bijzonder opgetogen. Aan de doline van de Buc (derde ingang van het Systeem Fagnoules-Buc), vlakbij gelegen, hebben we destijds 14 weekends moeten graven voor we op -5 uit het instabiele puin geraakten en een tochtend spleetje vonden. Grote stutwerken waren toen nodig om dit veilig te doen (het was een van onze grotere werven ooit). En hier had ik na amper een middag graven al zicht op stabiele rots, en een klein vervolg. Het belang van deze doline is groot, want ze zou ons een toegang kunnen verschaffen achter de Siphon 8 van Fagnoules...
De werken in de Buc waren ietsje gecompliceerder |
Wordt vervolgd.
PS: ik had geen fototoestel bij...jammer.
Bonjour,
BeantwoordenVerwijderenla photo de la descente avec l'eau est magnifique.
Chapeau au photographe.
Nog een keer een echt pauldebieverhaal in zijn typische stijl.
BeantwoordenVerwijderenTof!
Klinkt hoopvol die verboden doline. Bedankt voor het verslag.
BeantwoordenVerwijderen