De uitzonderlijke droge herfst inspireerde ons tot het gaan herbekijken van de sifon 9, geheel ten einde de Réseau Oufti-Amai. Het is een sifon die enkel wordt gevoed door wat infiltratiewater. In de zomer valt deze aanvoer stil en begint de sifon zeer langzaam te zakken. De laagste waterstand ooit hadden we er in november 2009 gezien, tijdens de tweede duik van Michel Pauwels. Die geraakte toen 30 m ver en 5,6 m diep. Voorbij het diepste punt was hij weer gestegen, tot in een luchtklok met een étroiture.
Hoewel er dus tientallen kubieke meters water moesten wegsijpelen om die sifon droog te leggen, hadden we toch enige hoop dat het vandaag “bingo” kon zijn. Zodanig zelfs dat er topo- en desobstructiemateriaal mee was.
Bart, Annette en ik gingen van start in de Fagnoules. Een uur later zaten we geheel achteraan de Oufti-Amai in de S9. Voorbij het begin van de duiklijn lag de weg open... de sifon lag droog... Hoera! ... of toch niet, want 8 meter verder en zowat 2 m lager stond er water. Annette dook er prompt tot aan haar nek in, maar jammer genoeg sifonneerde het compleet. Het water zou nog zeker 3m50 moeten zakken, en gezien de gang maar weinig afhelt, is dat nog 20 meter sifon van minstens 1 m diameter die moet droog komen. Tenzij het deze winter nog niet regent (onwaarschijnlijk!), zal dat nooit gebeuren. Topo van deze 8 extra meter. Uiterst blubberige omstandigheden. De sifon is mooi gevormd in het gesteente en de “Breche de Dinant” is zeer opmerkelijk, de hoekige blokken steken er echt uit.
Terug maar, en even een omweg maken, want hier vlakbij wist ik nog iets interessants zijn. De galerij die naar de S9 leidt, wordt immers gedeeltelijk ontdubbeld door een parallelgang. Die qua afmetingen zelfs veel groter is dan de hoofdgang, en waarvan we nooit goed begrepen hadden hoe dat kwam. We hadden dit altijd als “affluent” aanzien, maar in de Fagnoules is het altijd gevaarlijk zo’n conclusies te treffen. Enfin, midden in die ontdubbeling hadden Annette en ik in sept 2008 een klein gaatje gevonden, waarachter wat ruimte leek te zijn, met vage echo. Een calcietvloertje maakte de passage net te laag, en in mijn nota’s van toen had ik opgeschreven dat een hamer en beitel volstonden. En dat was nu net het materiaal dat we vandaag bij hadden!
De desobstructie leek een formaliteit, Bart begon verwoed te hameren en te beitelen maar de calcietvloer gaf zich niet gauw gewonnen. Na een half uurtje loste ik hem af. Ik moest al direct mijn duikvest uittrekken want ik kreeg mijn armen amper omhoog.
Nog een half uur later kon ik er bijna door. Genoeg om al te zien dat we daarachter ruim plaats hadden, en dat de echo echt wel van voor ons kwam. En het was een echo om van in je broek te doen, zoals Michaëla het zou zeggen (= verwijzing naar de “Cheminée Nada”). Nog wat calciet wegkappen, en dan perste ik mij erdoor. Een blik omhoog: OK dat liep precies wel verder. Maar nu eerst mijn kameraden hier krijgen. Nog een kwartier hameren en zowel Bart als Annette (uiteraard) volgden nu probleemloos. Eerst even bekomen, we waren alle drie flink buiten adem. Duidelijk veel CO2, de inspanningen en de neopreenpakken deden de rest. Maar wat een echo, die secondenlange nagalm kwam van ver. De opwinding steeg, we voelden dat ons een verrassing te wachten stond.
Het Canon fototoestelletje (dat na zijn bad in de S9 één modderklomp was) werd in filmmode gezet, en filmen maar. De gang liep zeer steil omhoog, een wat lastig klimmetje op een kleihelling. Boven een complete verrassing: ik kwam uit op een zeer grote dwarsgang en riep het uit van verbazing! Annette volgde en riep nog luider, Bart tenslotte- meestal wat gematigder - deed net hetzelfde “Wat een gang”!. Want het was groot, en het liep verder. We gingen eerst rechtsaf, stroomafwaarts dus.
Annette voorop, wij erachter in een gang van 5 m hoog en 2 m breed. Een paar bochten verder ging Annette uit de bol: ze had een flonkerend witte concretie in het vizier gekregen. En wat voor een: een massieve druipsteenberg van wel 3 m hoog en 2 m diameter die een grote klokvormige zaal domineerde. Deze zaal was de oorsprong van de echo, het leek wel een echokamer. Jammer genoeg eindigde een meter of vijf voorbij de concretie de galerij, een gangetje daalde verder af maar er moest flink wat klei worden uitgegraven om daarin verder te kunnen. Niet voor vandaag.
Terug maar naar ons vertrekpunt, daar moesten we immers nog het stroomopwaartse stuk van de grote galerij bekijken. Die liep steil omhoog, en we konden ze over wel 25 m volgen tot waar ze een bocht naar rechts maakte, en we in een tweede, grote en hoge zaal stonden. Overal schitterden de druipsteenformaties en de vloer was bedekt met “cheminées de fées”. Op de witte calcietvloeren lagen twee skeletjes van vleermuizen, en wat eikels deden veronderstellen dat er hier een doorgang naar de oppervlakte moest zijn.
We kozen een strategisch traject om de witte vloeren niet te bevuilen, met veel moeite geraakten we er voorbij zonder de boel vuil te maken. De gang werd weer 5 meter breed, daalde flink, bijna gevaarlijk glad en steil. Het meegenomen piochke deed wonderen als “ijsbijl”.
Beneden de steile helling stonden we weer in een ruime zaal, overal maagdelijke modder. Terwijl Annette rechtdoor vertrok, doken Bart en ik een gat in de vloer in. Eronder liep een brede maar lage gang voort. Na 15 meter werd hij wat te laag, er moest even gegraven worden. Annette vergrootte de passage in een mum van tijd... kwam uit in iets heel groot... met voetstappen. Hier waren we al geweest! Dit was terug de grote stijgende galerij, waar we begonnen waren.
Intussen had Bart ergens anders een gaatje opgemerkt waarachter een vervolg was, en echo! Een uur verwoed graven later zaten we erdoor. Een kamertje van een meter of 5, dan een gang van 1,5 m breed die grotendeels met flonkerend calciet bedekt was. Ik kroop langs opzij zo ver ik kon zonder de boel te bevuilen. Verderop ging het steil omlaag en we waren vrij zeker dat dit terug in de “Echokamer” uitkwam.
We waren nu al bijna anderhalf uur bezig in dit nieuwe réseau. Topo maken was geen optie; hier was minstens een dag werk. We besloten unaniem de rest - voor zover die er nog was natuurlijk - voor volgende week te houden. Terug naar het begin, het hoofd nog duizelend van al die mooie dingen die we hadden gezien. Supertevreden, daar moet geen tekeningetje bij! Honderden meters hadden we nu niet gevonden (ergens tussen de 100 en de 150 schat ik) maar qua afmetingen en mooie concreties sloeg dit alles wat er in de Oufti-Amai tot op heden gekend was.
We hadden nog wat tijd, en dus gingen we nog een uurtje graven in een zijgang van de Salle du Col (bovenaan de Montée Impossible). Ook weer zo een grote gang die opgevuld is met droog fijn grint. Tegen zessen hielden we het er voor bekeken, gauw op weg naar buiten. Buiten in het stikdonker.
Omkleden en dan op weg naar het feest van de GRPS in Malonne (bij Floreffe) waar we tegen 20u aankwamen. Een afgeladen zaal (150 man ?), lekker eten en een goede ambiance.
Finaal om 2 u ’s ochtends thuis, na zo een dag om nooit te vergeten.
Paul
De film nu. Het online zetten van een audiofragment dat de indruk geeft dat we een tweede Salle Verna ontdekken, heeft veel mensen doen watertanden. Maar het was vooral een goed idee omdat de bijhorende filmbeelden nergens op lijken. De lens van de camera hing vol water en modder, dus er is niks scherp en bovendien was het traject glad en doorspekt met hellingen en klimmetjes. Probeer zo maar eens te filmen! Dus héél schokkerige beelden... Toch is er uit de 30 minuten film een kwartiertje gemonteerd dat als “première” filmpje toch wel enige charme heeft. En voor de verandering is het zelfs ondertiteld! Want plat Antwerps is weliswaar de moeder van alle dialecten, maar zoals Clement Peerens het zo plastisch uitdrukt: “die boeren van buiten ‘t Stad verstoan zo’n wereldtoal ni”.
Klik hier voor de filmclip (15 minuten). Eventueel rechtsklikken en dan "opslaan als" kiezen.
amai, wa'n ontdekking!! proficiat ginder! en had ge de fagnoules nu eens langs die eikelzaal ontdekt, dan was da toch allemaal veel gemakkelijker geweest:)?
BeantwoordenVerwijderenerik le v-king.
ja maar daar zit nog zeker 40-50 m boven, bovendien is er daar in dat bos niet veel te beleven.
BeantwoordenVerwijderenMaar als we de topo hbeben dan kunnen we allicht wat meer zeggen.
Que pasa en Los Fagnoules ? 500 m de descubrimiento o que ? Un petit mot en français pour me rassurer et le bonjour à Erik s'il repasse sur le blog et qu'il voit mon message.
BeantwoordenVerwijderenIk had de beelden op de vergadering al gezien, maar ze blijven toch nog even indrukwekkend.
BeantwoordenVerwijderenIk ben benieuwd...in't echt is alles toch nog anders.
Jos
Stochou on y était aujourdhui pour faire des photos et du balisage. Le réseau ne fait pas 500 m, plutot 150 à 200 mais c'est assez grand et c'est beau. Dimanche topo + explo...
BeantwoordenVerwijderenFantastisch!
BeantwoordenVerwijderen@Jos, in het echt is het idd anders :-)
BeantwoordenVerwijderenIk ben gisteren als 4e man in extremis meegegaan. En het is er idd fantastisch. Vooral het volume is op bepaalde plekken indrukwekkend. De cheminée in de eikelzaal gaat echt wel hoog. Enfin je zal het zondag zelf wel zien. Een fagnoules tripje naar achter is al geen kort tripje meer. Gisteren traject Buc-Echo-Fagnoules gedaan, misschien wordt dit ooit een Belgische klassieker.
Het is fantastisch om via dat filmpje getuige te zijn van een geheel nieuwe ontdekking. Plus de emoties van de ontdekkers, beslist een unicum in de Belgische speleowereld. Dank daarvoor! Onvergetelijk.
BeantwoordenVerwijderenRudi Dhoore