donderdag 23 december 2010

Erwtensoep

Woensdag 22 december. Even profiterend van het feit dat de autosnelwegen voor een keer eens niet ondergesneeuwd waren, trokken "de Fried" en ik naar de Fagnoules. Dat stukje dat we daar een maand geleden bijvonden, bleef immers een zekere aantrekkingskracht uitoefenen. Die nauwe dalende spleet, met die indruk van een echo, remember?  Zoniet (trek het je niet aan, dat hoort bij het ouder worden) zie eerst hier.

image

Awagne kreunde onder een heel dik sneeuwtapijt dat echter een beetje aan het dooien was. De door ons uitverkoren ingang (Chantoir de Buc) was dan ook flink nat en daar waren we niet echt op gekleed. Zeker de Fried niet die getooid was in een rotversleten nylon pak waarvan de binnenste coating aan het desintegreren was. Op de plaats van de actie gekomen, bleek er in die spleet een redelijk beekje te stromen. Niet veel maar teveel. Fried begon prompt in de keien en modder te graven (we schatten dat, indien we zowat 25 à 30 cm diep konden graven, we wel doorheen dat gangetje konden geraken). Twee meter verder draaide het zo te zien naar rechts en daar vermoedden we een putje.

Friedemann daalt af in de Buc

Graven in combinatie met stromend water dat geeft blubber. Een vloeibare erwtensoep met brokken. Deze werd zo goed als we konden in een bak geschept, maar dan kwam de aap uit de mouw: die bak moest 3 meter hoger door een nauw gat worden gestoken waar de tweede man zat. Tegen dat die bak erdoor was, lag de halve inhoud al wel weer op de kop van de onderste.

Fried schept dapper nog een bakje vol erwtensoep

In het begin zat de graver nog redelijk droog, maar na een uurtje was er geen ontkomen meer aan: om verder te geraken moest je languit in het water gaan liggen. Nat of koud, we lieten het niet aan ons hartje komen en deden dapper verder tot een forse versmalling, geheel ten einde de spleet, ons (tijdelijk) tegenhield. Maar daar hadden we toch wel een interessante situatie. Van een putje was geen sprake. Het ging gewoon rechtdoor, maar was bijna volledig verstopt met keien en zand. Op één gat na, zowat vuistgroot. Daarachter is alles zwart én wat meer is: die echo komt van daar. Ongetwijfeld een grotere ruimte dus.

Omdat we niet meer konden verder graven, hebben we de dag besloten met een flinke plop in de spleet. Volgende keer zal het daar al heel wat gemakkelijker graven zijn (en gaan we daar ook beter op gekleed zijn. Een dunne neopreen bv). Terwijl ik in het sop lag te boren, deed de Fried heen-en-weertjes in de door ons uitgegraven pijp om weer op te warmen. Het hielp niet echt en we waren oprecht blij dat we deze koude en natte modderwereld weer konden inruilen voor de maagdelijke sneeuw buiten. Wordt vervolgd.

Anialarra Feb-Maart 2010

2 opmerkingen :

  1. Oufti-amai dit is waarlijk heavy.

    Beste wensen overigens voor 't nieuwe plopjaar!

    Rudi

    BeantwoordenVerwijderen
  2. En was er tocht? Het was er koud genoeg voor en dan zo'n klein gaatje...

    Jos

    BeantwoordenVerwijderen