Het voorbije weekend gingen Bart, Paul en Jos naar de Fagnoules. Met eerst een omweg langs de boven- en onderingang, voor een onderhoud van de sloten die de crue van 10 dagen geleden niet op prijs hadden gesteld. Bovendien was er voor de poort van de onderingang wel 150 kg modder, takken en stenen gespoeld, zodat we daar alvast konden oefenen in de edele sport van het "bakken trekken". Eens al de rommel opgeruimd was, zetten we koers naar de Chantoir de Buc. Nog steeds flink nat en vooral modderig. Voor Jos was het de eerste keer dat hij via de Jonction Fagnoules-Buc en doorheen het labyrint van meanders, putten en kruipgangen ging.
Aan de plaats van actie gekomen (de Petite Evasion) vlogen we er direct in. We waren in feite met een man te weinig, bovendien lonkte de première 4 meter verderop, dus het was nog iets energieker dan anders dat we urenlang bakken lillende modder uit de graafgang sleurden en "neerplakten". Zuurstof was geen probleem, de ventilator was niet echt nodig.
Probleem was weer dat de spleet die we aan het uitgraven waren, zo extreem nauw werd (10 cm) dat we er een tunnel onderdoor moesten graven. Dat betekende heel veel extra klei. Tot een zwart gaatje lonkte en Paul dacht dat hij daar "in 5 minuten" door moest kunnen. Die 5 minuten werden er wel 30 want zo simpel bleek het toch nog niet. Na nog een kleine 200 kg modder verplaatst te hebben, was het zover; nog 3 meter kruipen (passeerde net) en dan een zaaltje. In het schaarse licht van zijn Tikka kon Paul niet zien of het verder liep, maar het was alvast groot genoeg voor ons gedrieën. Dus werd de doorgang nog wat vergroot zodat ook Jos en Bart konden volgen en we samen op onderzoek konden gaan.
Even rondkijken: het zaaltje bleek een meter of 5 lang op 2 breed en 3 hoog. Een universum van maagdelijke klei die alles bedekte. Heel mooi maar we wisten toen al dat het binnen het half uur allemaal kapotgelopen zou zijn. Een mens is (soms) een echte vandaal. Rechtdoor was er een klim van een meter of 3 hoog, mooi geconcretioneerd, waar water afkwam, dat in een gaatje in de vloer verdween. Paul en Jos namen dat voor hun rekening terwijl Bart het gaatje te lijf ging met de hamer. De klim bleek lastig en gevaarlijk, vooral omdat we moesten proberen om de concreties niet te besmeuren. Eens boven liep de galerij gewoon verder, vrij ruim zelfs, en was de vloer bedekt met een strook gekristalliseerde gourtjes. Gelukkig konden we onze moddervoeten ernaast zetten. 10 meter verder was het sprookje uit: een concretie en een modderstop betekenden een (voorlopig ?) einde. Jammer, want het mooi uitgespoelde plafond wijst toch wel op een oude watertafel (correspondeert trouwens perfect met de grote galerijen van de Fagnoules).
Bart was intussen in het gaatje geraakt, eronder een afklim van 2 meter gevolgd door een ondoordringbare spleet waarin het water verdween. Hij kwam teleurgesteld en met enige moeite terug uit zijn hol. Derde en laatste mogelijkheid in het zaaltje: een ruime cheminee waar ook wat water afkwam. Vier meter hoger: een klein zaaltje, en een vernauwing waarachter een vervolg zichtbaar was. Ook daar begon Bart als gek op te timmeren terwijl Jos en ik de topo aanvatten van onze ontdekkingen. Al topograferend kwamen we zo beneden het kleine gaatje, waar Bart was afgedropen voor de ondoordringbare spleet. Deze leek echter helemaal niet hopeloos (kwestie van graven), en wat meer was: we hoorden een echo in de verte. Een putje of een zaaltje? Intussen was Bart weer vijf meter opgeschoten, en als een modderduivel teruggekeerd uit de cheminee. Einde voor een gaatje van 5 cm breed, waarachter het zwart was, met geluid van vallend water en wat echo. Maar wel een "amont", en een stijgende affluent. Minder interessant dus, maar de oppervlakte is 35 meter hoger, dus het kan nog even verder gaan.
Het was pas tegen 18u 's avonds dat we rond waren met ons topowerk, en we konden beginnen aan de inpak van ons vele materiaal, en de terugtocht aanvatten. Rond 19u aan de auto, toch wel tevreden. In totaal hebben we 16 meter uitgraven, om er 50 bij te vinden. Of het alle moeite waard was, zal de toekomst ons leren. Het Systeem Fagnoules-Buc is intussen 2727 m lang... het potentieel van deze grot is echter een veelvoud daarvan. Niet voor niks dat we ons daar zo in vastbijten (dit was +/- de 150ste werkdag).
Bravo pour cette avancée significative. Bientôt les 3 km !
BeantwoordenVerwijderen