Zaterdag 17/7 trok het viertal (Paul, Annette, Bart, Dagobert) richting D3. Het zou een dagje desob “op oude wijze” worden. Want beide accuboormachines lagen reeds op de PSM.
Na een technisch oponthoud met Paul’s verlichting konden we dan toch de grot in trekken. Paul enkel met een tikka’tje op zijn hoofd want zijn Sten had het begeven. ’t Zijn dan wel goede lampen maar toch niet feilloos. Zeker wanneer je dat op het hoofd van een Avalonner zet.

Soit met zijn vieren de D3 in. Ik op kop want ik was er sinds de doorbraak niet meer geweest. Dus voor mij was het wat ”deuxieme”. De D3 begint eindelijk wat op een grot te trekken. Daar de eerste meters meer op een tunnel trekken zo kom je na de geforceerde sleutelpassage terecht in een echt grotgangetje.
Ons eerste plan om het kabouterzaaltje leeg te ruimen laten we al snel varen nadat Paul en ik heel de terminus van de grot hebben afgewierrookt. De tocht doet daar namelijk nogal rare kuren. De tocht is perfect traceerbaar tot aan een klimmetje net voor de terminus. Daarna spelen we die volledig kwijt en verdwijnt de tocht in verschillende gaten en spleten. En om het helemaal lastig te maken zijn sommige van deze gaten nog eens met elkaar verbonden en blazen andere holletjes dan weer wat tocht uit. Om grijze haren van te krijgen.

Enfin om een lang verhaal kort te maken. Op een 4-tal plaatsen werd er gezocht en er werd weer heel wat puin versast naar buiten. En dat is al een aardige afstand die in verschillende etappes moest worden gedaan. Maar als een goed geoliede machine werd bak na bak naar buiten gesleurd. Tegen een uur of 5 hielden we het dan maar voor bekeken want zonder boormachines kunnen we nu echt niet meer verder. Maar het ziet er allemaal niet zo slecht uit. Alles wijst er (volgens mij) op dat we richting een ruimte gaan die nog wat hoger ligt dan de huidige terminus. Alle vervolgen die we zien gaan immers omhoog en in het puin dat we geruimd hebben zat heel wat calciet en verschillende afgebroken stalagmieten en tieten. Die moeten toch ergens vandaan komen.

Het vervolg van het verhaal zal echter voor eind augustus of september worden want nu zijn alle ogen gericht op de PSM.
De koppensnellers in actie...
BeantwoordenVerwijderentussen al dat puin ligt er zelfs een gesnelde kop!
Dago zei in een vorige bericht(zie "D3 laat eindelijk in zijn kaarten kijken") dat Jullie de berg camoufleerde! Maar als je als wandelaar in het bos deze berg met stenen tegen komt! Dan je toch niet anders denken dat hier een grot is! Of is deze ondertussen al verder gecamoufleerd?
BeantwoordenVerwijderenRob, dat is de camouflage hoor. Mocht je het verse puin niet camoufleren dan zie je dit van meters ver liggen. Als wandelaars passeren (meestal langs onder) dan kijken ze er schuin tegen aan en valt het minder op. Wandelaars die langs boven komen zien dat natuurlijk wel maar die zien dan ook de ingang van de grot dus dat maakt op dat moment niets meer uit.
BeantwoordenVerwijderenPlus de camouflage camoufleert de activiteitsgraad, nu lijkt het alsof er al een tijdje niet gewerkt is terwijl we eigenlijk maar net weg zijn. Eigenlijk is heel die camouflage meer om ons eigen geweten te sussen hoor. Zo'n berg puin is nu eenmaal niet zo'n mooi gezicht en met een beetje camouflage vinden we het al niet meer zo erg om dat puin daar te stockeren :-) Allez da's mijn gedacht daarover misschien dat Paul daar volledig anders over denkt :-)
Tja echt goed gecamoufleerd is het nu ook niet hé. Maar de foto is genomen na onze desobsessie, en dus voor we de boel vol bladeren hebben gesmeten.
BeantwoordenVerwijderenOverigens, door telkens de hoop af te dekken met bladeren, creeer je een support voor de plantjes tussen die blokken. Die muur zie je binnen een paar jaar gewoon niet meer.