maandag 24 mei 2010

Pinksterweekend met alles erop en eraan

Vrijdag gingen P&A een dag werken en exploreren in de Ourthevallei, 's avonds was er een presentatie door Paul over "Speleobase & Google Earth" in de Maison de la Spéléo te Namen (met ruime belangstelling, verbazend want een eerder droog onderwerp). Zondag namen Friedemann en Tobias deel aan het Jongerenweekend van het VVS (Villers-le-Gambon) en zat een 7-koppige ploeg in Hamoir te wroeten. Maandag tenslotte werd afgesloten met een klassieker: Béron-Ry (Jos, Bart, Annemie, Kris). Kortom, zo'n weekends zouden er meer moeten zijn.

Even wat dieper ingaan op het exploratie-gedeelte. Vrijdag 21/5; heerlijk weer om nog eens verder te doen in de Vallon de B., waar P&A deze winter diverse grotingangen hadden gevonden (zie http://scavalon.blogspot.com/2010/01/miserie-miserie.html). Prachtige site met een al even prachtige synclinale Niets van dit alles staat reeds in enige inventaris beschreven. De A115 werd getopografeerd: twee visées van elk 2,50 m alstublieft! Maar wel première. Vervolgens de A116, die zelfs een boveningang heeft (A117). Al heel wat meer grot; 18 m lang en -5 m diep. De maagdelijk witte wanden getuigden dat ook hier nooit eerder een sterveling zijn neus in stak. Paul maakt de topo van de A116Daarna groeven we twee uur lang in de A118, een grote maar geheel verstopte ingang waar grote stromingsschubben erop wezen dat hier ooit flink wat water gepasseerd was. We geraakten vlot in een soort galerij die echter omhoog liep en daar dichtliep. Nog niet wanhopen: mits gewoon omlaag te graven is er misschien nog kans op een vervolg. A119 dan, smalle meander, werd geforceerd maar wordt na 2 meter héél smal. Dan maar naar de overkant van de vallei, waar A127 superinteressant lijkt. A127 waar we gauw eens terug zullen komen

Een dassenhol waarin men een meter of 10 ver geraakt (met typisch onsmakelijke dassenopvulling: kak en bladgrond). Dan te laag, maar al gravend geraakt men zeker verder. De grot zuigt goed aan wat erop wijst dat ze als boveningang functioneert van iets? Dat "iets" zou de ondergrondse rivier kunnen zijn die hier enkele honderden meters verder resurgeert. De dag was daarmee rond, en werd besloten in de D3 te Hamoir, waar in een smalle doorgang een driedubbele plop werd gezet in afwachting van onze grote aanval van a.s. zondag.

Zondag dan, absoluut schitterend weer. Peter V, Jos, Michaëla, Bart, Rudi, Annette en Paul verdeelden hun energie over twee gaten in dezelfde kalkband: de D3 en de A114. Maar eerst werden de pintjes te koelen gezet in de ingang van de Grotte Danièle, die een ijskoude tocht van precies 5,0 °C uitblies. Een meesterzet, zo bleek later! In de A114 werd hoofdzakelijk door Michaëla en Peter gewerkt met manuele middelen. 's Avonds zaten ze een halve meter verder, met zicht op een vuistbrede spleet die soms tocht aanzuigt, dan weer uitblaast. Jos en Annette bovenop de terril van de D3

In de D3 werd minstens een halve dag gewerkt om alles wat we de vorige keer hadden ontdekt, op menselijk formaat te brengen (de kaboutergang en de cheminee omhoog waren immers enkel voor Lilliputters zoals Rudi en Annette comfortabel te passeren). Massa's puin en zand werden eruit gehaald, en daar moet je intussen al met een man of 5-6 voor zijn! De "terril" buiten concurreert met de Signal de Botrange. Vervolgens werd het nieuwe zaaltje grondig onderzocht en ook gedoopt. Een irritante vlieg terroriseerde ons hier heel de dag: Salle de la Mouche Chiante dus. Salle is wel een heel groot woord voor deze 4 meter lange en 1 meter brede blokkengalerij. Jammer genoeg verliezen we hier de hevige tocht, die de grot aanzuigt bij warm weer. Deze verdwijnt op diverse plaatsen in heel smalle spleetjes, hoofdzakelijk omhoog (wat al helemaal bizar is, want de grot functioneert als boveningang en die tocht moet hoe dan ook ergens omlaag gaan!).Bart snapt niet waar de tocht heengaat. Niemand eigenlijk.

Terwijl Bart en Rudi nog enkele vernauwingen elimineerden en zo de laatste vraagtekens probeerden op te lossen, maakte ik met Jos de topo. DE topo wordt ook nog gauw ingeblikt.En wat blijkt; onze D3, die eens hopeloze en tochtloze put van 3 meter diep, meet intussen reeds 37 m in lengte en wordt doorlopen door een courant d'air van jewelste. Jawel het is al een echt grotje, met zelfs wat druipsteentjes en coulées. Maar toch bleven we op onze honger zitten. Wat hebben we in deze heuvel al niet aan werk verzet (44 dagen om juist te zijn)! Grotte Danièle, Norbert, D3, de Souffleur boven de Danièle: in elk ervan hebben we kubieke meters rots verpulverd en versjouwd en telkens weer wordt het smaller dan smal. Wanneer gaan we dit raadsel eindelijk ontsluieren? Enfin, de D3 ziet ons nog wel terug, maar een nieuwe doorbraak is niet voor morgen. Klad-topo van de D3

De dag werd afgesloten met een ijskoude pint vanuit de Danièle, van exact 5,0°C. Heerlijk! Daarna volgde nog een iets minder koude Rochefort op een zonnig terrasje in Hamoir. Nooit smaakte een pint beter (Rudi, Paul, Michaëla, Annette, Jos, Bart, Peter)

1 opmerking :

  1. De trip in de Béron Ry op maandag is prima verlopen.
    Ook Kris was van de partij. We werden begeleid door Nico Hecq die de grot equipeerde ter voorbereiding van een duik volgende zondag.

    Jos

    BeantwoordenVerwijderen