maandag 2 november 2009

Traversee Fagnoules-Buc

Iets waar ik echt naar uitkeek was de gidsing van de “Twee Alberts” (Dubois en Briffoz) in de Fagnoules. Beide heren zijn op leeftijd (resp. 68 en 65!), maar echter nog steeds zeer actieve en energieke speleo’s die kunnen terugblikken op een rijke carrière boordevol speleologie.  Kleine Dubois, de bescheidenheid zelf maar een kei in geologie; lange Briffoz, de spraakwaterval, die behalve zeer goede geologische inzichten een diepgaande kennis heeft van scheikunde, elektriciteit, (kern)fysica, wiskunde, kortom een wandelende encyclopedie. Beide heren hadden hun oud neopreentje vanonder het stof gehaald en stonden te springen om de Fagnoules te keuren.

De twee Alberts

Behalve dit beruchte duo, gingen ook Annette en Benoit Grignard mee. De gemiddelde leeftijd van het hele gezelschap werd even gauw becijferd op 56! Respectabel, doch dat kon de pret niet drukken, want de sportieve ambities waren hoog: langs de onderingang binnen, bezoek aan de hele Oufti-Amai, en vervolgens er langs de Chantoir de Buc uit (hetgeen een primeur zou betekenen want tot op heden hadden we de traversee nog niet gedaan).

Het werd dan ook een tocht uit duizend. Snel ging het niet, want er was elke 30 meter wel een reden om te stoppen en een of ander geologisch fenomeen te bediscussiëren. En de Fagnoules is toch wel een bijzonder merkwaardige grot. Een echte collecteur met een groot debiet, die zich op zo’n geringe diepte bevindt, dat is al quasi onverklaarbaar (collectors bevinden zich normaal gesproken op het basisniveau). Voeg daarbij het feit dat de grot de grootste van het land is die in Viseaan kalksteen is gevormd, en op diverse plaatsen zelfs in een conglomeraat van hoekige brokken kalksteen (de “Brèche” de Dinant), dat de gehele grot sterk opgevuld is met een geelbruin zanderig sediment waarvan de herkomst noch ouderdom duidelijk zijn, dat er her en der interessante fossielen te zien zijn, en je begrijpt dat deze tocht het allure had van een wetenschappelijke excursie.
Zeer goed zichtbaar: de Brèche oftewel conglomeraat van hoekige stenen
Buitengewoon leerrijk, en op deze 6 uur durende tocht heb ik meer inzichten en ideeën verworven dan op de 6 voorgaande jaren samen. Valt allemaal nog verder uit te diepen, doch er zijn echt wel enkele interessante pistes te onderzoeken.

Maar er was ook tijd voor actie en fun, de traversee boven de waterval werd gedaan; de hele Oufti-Amai werd doorgespetterd, en dan werd koers gezet naar de Hyperventilateur waar ons nog een grote opruim wachtte van de “Zwijnenbak”, waarin vele weken geleden een megaplop was gezet. Het ruimen van alle puin duurde een uur, daarna lag de weg (eindelijk) wijd open: iedereen kan er nu vlot door. Om 16 u zwaaide de poort van de Buc open en stak de eerste zijn neus  voorzichtig buiten: geen jagers of boswachters te zien? OK, de kust was veilig en dus “sneakten” we discreet naar buiten. De allereerste doorsteek Fagnoules-Buc was een feit.


Paul De Bie en Albert Dubois

Wat later zaten we in het café in Purnode, waar nog urenlang werd verder gefilosofeerd. Een zeer leuke en interessante dag, en zoals steeds wanneer je met oude knarren op weg bent; is het een geweldige opsteker te weten dat een speleocarrière niet eindigt op 50 of 60! De accenten en interesses verleggen zich (dat proces is bij mij trouwens al lang aan de gang), de sportieve mogelijkheden verminderen enigszins maar het heilige speleovuur knettert des te harder.

Geen opmerkingen :

Een reactie posten