maandag 27 april 2009

Jonctions, jonctions, jonctions

Avalon heeft iets met verbindingen. Gelukkig maar, want er is niets leuker dan naar een topo kijken van twee totaal aparte grotten en zich afvragen of er een verband tussen beide zou bestaan. Dan doe je een ontdekking die de ene grot wat dichter bij de ander brengt, en het dromen kan beginnen. De topo groeit en groeit, tot het tenslotte nog slechts een kwestie is van enkele meters. En nu wordt het moeilijk. Waar gaat die verbinding gemaakt worden? Niets ligt voor de hand, want je kent beide grotten zo goed, je hebt ze wel 10 keer grondig afgespeurd, elk spleetje ken je, en je weet echt niet waar het zou kunnen zijn. Soms gaat het project zelfs een jaar of meer in de koelkast, dan begint het weer te knagen en herbegint die dolle zoektocht weer. En dan zit je op een dag met twee ploegen in de grot, en hoor je elkaar! En zeker niet op de plaats waar je het dacht! Na enkele weken of maanden later werken is het zover, en is de verbinding een feit. Hoera! Champagne!

In de loop der jaren maakten we zo verschillende belangrijke verbindingen. De eerste was de “Jonction Ultime” in het Systeem van Bretaye, in 1993: de verbinding tussen de rivier en haar resurgentie, dat resulteerde in een grot van 1700 m en een traversee van 638 m.

Paul, de gek, legt de laatste hand aan de Jonction Ultime 

Daarna volgde in 1995 een totaal onwaarschijnlijke verbinding, de “Jonction des Quatre”, die Trou Wéron met Chantoir Dellieux verbond waardoor een systeem van 3600 m lang ontstond.

Hoera, de Jonction des Quatre is zonet gerealiseerd 

Maar het werd nog gekker, want na jaren ploeteren werd in het Systeem Chawresse-Veronika de Jonction de la Bétonnière gemaakt, die totaal gescheiden is van de reeds bekende Jonction du Nain Possible (GRSC 1986), en een gigantische rondtrip van +/- 1152 m mogelijk maakt in een grotsysteem van meer dan 5500 m lengte. De traversee Chawresse-Veronika, langs de Jonction de la Bétonnière, bedraagt op zijn kortst afgelegd +/- 922 m!

En nu is er dan de Jonction des Malades, waardoor het Systeem Fagnoules-Buc ontstaan is, 2600 m lang, met 3 ingangen.

Nog een leuk detail (voor ons toch): Avalon heeft nu de 4 grootste “speleotraversees” van Belgie op zijn naam staan. Maken we even abstractie van de - voor speleo’s oninteressante - grote toeristische grotten zoals Han-sur-Lesse en Rochefort, dan ziet de Top 5 er nu zo uit:

1) Système Chawresse-Veronika  (Tilff)

traversée Chawresse-Veronika via Jonction de la Bétonnière

922 m

SC Avalon 2006

2) Système Fagnoules-Buc (Awagne)

traversée Entrée Sup. Fagnoules-Chantoir de Buc, via de waterval (kortste weg)

883 m

SC Avalon 2009

3) Système de Bretaye (Bomal)

traversée Capture de l’Aisne (B5) -Résurgence (B0C)

638 m

SC Avalon 1993

4) Système Wéron-Dellieux (Mont-sur-Meuse)

traversée Wéron-Dellieux via Jonction des 4

617 m

SC Avalon 1995

5) Système Chawresse-Veronika  (Tilff)

traversée Chawresse-Veronika via Jonction du Nain Possible

608 m

GRSC 1986

ter info : in elk van de 5 gevallen, berekend met recente en precieze topo’s, en steeds via de korst mogelijke weg ondergronds tussen de twee ingangen in kwestie.

Voor de cijferaars, wat meer info over de traversée Fagnoules-Buc:

  • van onderingang tot Buc, via de normale weg: 699 m
  • van onderingang tot Buc, via de waterval: 666 m (kortste weg, maar klimmateriaal nodig)
  • van boveningang tot Buc, via de normale weg: 916 m
  • van boveningang tot Buc, via de waterval: 883 m (kortste weg, maar klimmateriaal nodig)

5 opmerkingen :

  1. Inderdaad een indrukwekkend lijstje maar wat ook straf is. Bij 4 van de 5 traversées duiken steeds de initialen PDB op. Hij was steeds van de partij. Toch het vermelden waard vind ik.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Hallo Avaloners.
    Proficiaat voor dit "jonction" !!

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Tiens, où se situe le Nou Maulin dans le top des traversées belges ?
    Beau coup en tout cas, dommage que ça ne sera pas une classique.
    Jack

    BeantwoordenVerwijderen
  4. Jack,
    Un jour j’essayera de faire un tableau ou article (ou même bouquin "A travers le Karst belge" avec toutes les « grandes » traversées Belges. Cela sera approximative, faute de bonnes topos.. ; mais la liste ne sera pas énorme.
    Des 66 grottes dépassant les 500 m de développement, il y a +/- 23 qui ont plusieurs entrées (sinon, pas de traversée possible).
    Nou-Moulin : je n’ai pas fait le calcul, mais une traversée entre la porche et l’entrée supérieure au-dessus la Gruyère, sera dans l’ordre de quelques centaines de mètres, j’estime.

    PS : Peut-être la possibilité la plus simple pour faire un tableau corecte, serait de parcourir les traversées le vieux topofil en main !

    BeantwoordenVerwijderen