De uitnodiging van onze vrienden van de Clan des Tritons (Lyon) om samen met hen een weekend in de Haute-Saône door te brengen, konden we niet afslaan. Zij zorgden voor de grot (Réseau du Chaland) en de gîte, wij voor het bier, dat was de afspraak. De Haute-Saône dat is amper 5 uur rijden, dichter dan de Doubs dus. Wat valt daar nu te grotten, dachten wij? Diepste grot nog geen -100 m! De eerste ploeg van 5 (Mark, Annette, Annemie, Bart & Paul) arriveerde woensdagavond en nam zijn intrek in de feestzaal van Chargey-les-Port. 48 bedden was genoeg, een professionele keuken eveneens en de ruime feestzaal daar kregen we ruimtevrees.
Donderdag deden we één van de grotere grotten,
Cerre-les-Noroy, niet ver van Vesoul. Ingangsput 13 m (zo kwam ons touw toch nog van pas), dan een klein modderriviertje dat echter al wel in respectabele en zeer mooi geconcretioneerde galerijen stroomde. Na 500 m, kwam van links een heel grote rivier toe. Vanaf hier veel water, en galerijen met soms Verneau-dimensies.

Leve de neopreens, toch zeker in de paar lage doorgangen waar het water tot aan de nek kwam. Op zowat 1,5 km van de ingang, de eindsifon, voorafgegaan door een zeer forse VM (7 cm lucht) die door Bart en Paul werd genomen. Daar kwam vanuit het plafond een touw omlaag. Achteraf zouden we horen dat hier een andere ingang was gemaakt, en dus een traversee mogelijk was! Terug naar buiten, onderweg de grote zijrivier gedaan, mooiste stuk van de grot, en op het einde een uur Belgisch kruipwerk, echt niet te doen in die duikpakken (maar we gingen tot het bittere einde). Terug buiten met de nodige kilometers in de benen, hele fijne grot!
Vrijdag was de groep nog 3 man groter geworden (Frank, Jan en Koen) en werden we op sleeptouw genomen door de “local” Damien Grandcolas, één van de ontdekkers van de Chaland. Op het programma de
Rivière du Deujeau, zowat 1 km ondergrondse rivier met einde op een stel sifons. Deze sifons werden een jaar of 15 geleden gedoken door wijlen JM Lebel en Damien, er voorbij kwamen ze in een gigantische collecteur terecht: de Chaland, waarin ze één van de mooiste explo’s post-sifon konden doen die men zich kan wensen!

Ingang in een betonnen buis, zaaltje met een grote kolonie kleine hoefijzerneuzen, dan sympathieke rivier van 1 à 3 m breed. We bewezen Damien een dienst door een boel materiaal dat had gediend om een sifon leeg te pompen, naar buiten te halen. De VRT was van de partij en met Stenlightverlichting en een kodakske van 99 Euro werd zowaar honorabel historisch materiaal vastgelegd:
Hilarisch gesleep met 75 m ribbelbuis; even dachten we in de Fagnoules te zitten. Na 2 uur alweer buiten, en de rest van de namiddag in een heerlijk zonnetje zitten keuvelen en aperitieven.

Intussen werd er menig straf verhaal verteld. Sommige zo straf dat we er werkelijk sprakeloos van waren.
Die avond druppelden de Tritons binnen, in totaal wel een 15-tal, waarvan we er vele kenden van de explo’s op de Pierre-St-Martin (zij werken in de Gouffre des Partages).
Zaterdag dan het Koninginnestuk, de
Chaland. Nadat de duikers begin jaren ’90 een enorm vervolg post-sifon van de Deujeau hadden gevonden (de hele réseau meet 10 km !), werd er een artificiële toegang gemaakt (geheel bovenaan een cheminée die net achter de 3 sifons uitkomt) waardoor alles ook door niet-duikers kon worden bezocht. Dit resulteerde o.m. nieuwe werkzaamheden (l'ASHVS (Haute-Saône), CLRS (Meurthe-et-Moselle), CSM (région parisienne), GSB et les Nyctalo (Doubs), le GSML, la SAC et le SCV (Haute-Saône) en Tritons & Damien) begin jaren 2000, en een groot vervolg voorbij een lage laminoir op 3 km van de ingang.

We waren met bijna 25 speleo’s, ambiance dus! Er waren topoploegen, een fotoploeg (met Serge Caillault van Speleo Magazine) en wij gingen gewoon toeristen en de eindtrémie eens beoordelen. Damien voorop, wij probeerden hem te volgen maar dit was “zijn” domein en hij kende het! Eerst 1 km schitterende rivier, in gangen tot 5x5 m met diep water en concreties. Al dik spijt dat ik geen fotomateriaal bij had.

Dan verlieten we de rivier, en volgden een “semi-fossiele” galerij met afwisselend diepe bassins, gours, magnifiek feërieke decors en vooral veel glibberige modder op de vloer. We schaatsten, ploeterden, zwalpten, vielen, struikelden en schoven zo verder en verder. De galerij leek eindeloos, en werd hoe langer hoe groter. 10x10… 12x12…15x15… 15x20. Neem de Anialarra, plaats er alle concreties van Orgnac in, smeer de vloer vol met natte klei en je hebt de Chaland.

Nooit gedacht dat er zo dichtbij zo’n prachtig mooie grot kon zijn. En zo’n glibberige evenmin.

Op 3 km van de ingang, na talloze schuivers en valpartijen, kwamen we aan de beruchte laminoir. 15 m Belgisch gewroet in een wel heel selectieve lage scherpe toestand. Damien had er meer last dan wij. Na de laminoir hernam de grote galerij, maar ditmaal nog vele malen mooier geconcretioneerd. Vooral de tot 3 m lange spaghettis waren subliem. Nog een kilometer verder kwamen we aan de eindtrémie waar we toch wel even neerploften om onze hongerige magen te vullen (we waren toch al een uur of 4 bezig), en dan eens gaan loeren in de instabiele toestand, waar de Tritons en Damien als vele tientallen meters waren gevorderd. Chapeau, maar veel hoop op vervolg is er niet. Alles potdicht met klein puin en geen tocht. Op weg naar buiten, weer door die eindeloze galerijen geploeterd, onderweg de meeste Fransen voorbijgestoken, en dan nog even een omweg gemaakt om de Affluent du Sable en Rivière Furieuse te doen: het stroomafwaartse stuk van de rivier. Woest en lawaaierig, en vooral kliedernat (hier en daar zwemmen geblazen). Dan spurt-spurt naar buiten, waar we rond 20 u in de vrieskou onze natte neopreens konden uittrekken of onze ponto’s leeggieten.
Een fantastische grot, de mooiste van heel Noord-oost Frankrijk. Zeker terugkomen met fotomateriaal. Maar ons eerste gedacht was wel die 9 km ploeteren uit de benen te krijgen, mits het nuttigen van voldoende pasta en vooral alcoholische dranken.
Gezellige zaterdagavond met de Fransen, wat teveel bier en wijn om goed te zijn, enfin je kent dat wel.
Zondag weer naar huis, nadat we de grote resurgenties van de Chaland nog even waren gaan bekijken. Het trio Frank-Jan-Koen ging op weg naar huis nog de Cerre-les-Noroy doen, die ze donderdag hadden gemist. Ze deden er ineens de traversee in. Enfin, geweldig goed geamuseerd, voor herhaling vatbaar.
Voor een album met wat foto's van deze vierdaagse, zie hier.
Ziet er prachtig uit!!
BeantwoordenVerwijdereneen volgende keer...?
ga ik zeker mee
dat ziet er inderdaad prachtig uit maar 1 ding moet PDB met toch efkes uitleggen ......
BeantwoordenVerwijderenWat is n'n Dago-stoot ????
Dagobert
J'ai fait avec C7 le Chaland en octobre 2006. Je ne l'avais pas regretté. A l'époque, les spéléos locaux nous avaient demandé de ne pas faire de pub autour de ce réeeau, question de le préserver de la surfréquentation sans devoir le fermer. Par respect, nous étions rester fort discret. Auraient-ils changer d'avis ?
BeantwoordenVerwijderenSalut Jack, un des buts de notre sortie était de faire des photos et une nouvelle topo, en vue d'une publication dans Speleo Magazine.
BeantwoordenVerwijderenEen Dago-knoop hé slimmeke.
BeantwoordenVerwijderenMaar we vroegen ons wel af of ge die intussen zelf nog kon leggen!