vrijdag 8 juni 2012

Grot x 2 maar effe het noorden kwijt

Voorbije zondag, 3 juni 2012: Paul & Annette weer naar de Lembrée, om in de Surprises het door Paul geziene “zwart gaatje” te gaan desobstrueren.

Een paar uur werk om de schuin omhooglopende puinhelling voldoende open te graven om te passeren. Tijdens dat karwei kregen we enkele instortingen op onze kop, gelukkig zonder erg. Finaal geraakten we bovenaan de helling waar ons een dreigend pakket blokken boven de kop hing, waarin de tocht verdween. Maar haaks naar rechts konden we via een smalle spleet een ruim vervolg zien. Kabouter Plop kwam dus in actie. Terwijl we de zaak lieten ventileren begonnen we aan de topo, eerst van de situatie buiten (doline en dassengaten), vervolgens in de grot. Tegen dat we met de topo geheel beneden waren, was de atmosfeer opgeklaard en konden we onze nieuwe “zaal” gaan bekijken.

Annette graaft de instabiele puinhelling uit

Het bleek er zowaar ruim genoeg voor een man of 4. In diverse richtingen gangetjes maar allen zonder veel tocht en meestal na een paar meter te nauw. Van links boven kwam een puinhelling omlaag met hoekig puin (duidelijk oppervlaktemateriaal) en daarin nogal wat botten. Toen ik een lage doorgang opengroef, kwam ik plots een bekende vorm tegen: een groot kaaksbeen. Een beer? Een paard? De speculaties deden de ronde maar eens het bot eruit was hielden we het eerder op een edelhert of een koetje. Intussen had Annette één hoorn gevonden. Dit bracht al direct inspiratie voor de naam van de zaal: Salle de la Licorne (= Eenhoorn).

Rondspeuren naar vervolgen in het nieuwe zaaltje

Hoewel we hier een flink stukje hadden bijgevonden (de grot was omzeggens verdubbeld) bracht dit ons niet verder. De tocht verdwijnt overal in zeer tricky trémies. Wordt vervolgd maar hoe dat weet ik effe niet.

Drie dingen zijn zeker:

a) we zitten niet onder de doline, dat wijst de topo duidelijk uit

b) langs waar het koebeest of hert in de grot is gesukkeld is een raadsel. Er is daar buiten niks te zien. Maar de botten zijn allicht honderden jaren oud.

c) de (sterk aangezogen) tocht gaat niet weer naar de oppervlakte.

De grot meet nu 51 m en is –10 m diep.

Ra ra ra welk beest was dit

4 opmerkingen :

  1. Ik denk dat Bibiche elk botje wel kan identificeren.
    Vond eens een hele paardenkop in een grot (in Chaleux), een raadsel hoe die dààr kwam (in de cirque zelf!).

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Deze reactie is verwijderd door de auteur.

    BeantwoordenVerwijderen
  3. het grote bot is de metapode van een paard; ik heb het nagevraagd in 't museum van Orgnac. de kop zou uiteindelijk toch een rund (oeros, bison of gewoon een koe) zijn. erik.

    BeantwoordenVerwijderen
  4. Erik, zie onder antwoord van Bjorn, specialist Quaternaire fauna. Het komt overeen met wat die van Orgnac zegden!

    Bjorn:
    Grote bot links is kanonbeen paard. Kaak en hoorn is koe, en wschl ook teenkoot die onder de kaak ligt. Onregelmatige bot herken ik niet, vermoedelijk schedelfragment.

    Voor onderscheid bizon en koe moet je naar de laatste molaar kijken.
    Koe: naar boven ingestulpte lijn van het email (scheiding tussen kroon en
    wortel)
    Bizon: +- rechte lijn

    Let wel: oerrund heeft die instulping ook, dus niet noodzakelijk recente koe. Oerrund is bekend uit de Ardennen, als ik mij niet vergis zelfs uit de Romeinse tijd.

    BeantwoordenVerwijderen