Vrijdag trokken we naar de Trou des Côtes (Annette, Jan, Paul). Na de obligate rondleiding voor Jan, togen we aan het werk. Eerst moeizaam puin ruimen in de "bovenste" klotespleet. Daarna naar het onderste réseau, waar we 5 uur lang groeven in een droog en zanderig sediment met hier en daar een groot blok erin. 50 of 100 bakjes later (we hebben ze niet geteld maar het waren er veel) kwam een klein gaatje in zicht, een kwartier later konden we erdoor. Erachter, weer ruimte (nogal groot), enkele diaklazen in verschillende richtingen, wat concreties. Er zijn perspectieven en er is tocht. Alles bijeen 15 à 20 m, niet veel maar 't was Jan zijn eerste première en je mag zo'n mannen niet bederven hé. Wordt vervolgd.
Zondag was dan de grote doorbraak gepland in de Fagnoules maar de regen stak er een stokje voor. Met vier naar daar: Annette, Rudi, Raf en Paul. Eerst wat gaan ramptoeristen aan de Haquin waar gisteren een ploeg speleo's had vastgezeten. Daar ging nog steeds een zeer grote beek in, en men kon zien dat het gisteren nog een metertje hoger had gestaan. De poort zat weer eens dicht met een grote massa boomstammen en takken die door de woeste beek waren aangevoerd. Niks in vergelijking met de crue van 1995. Maar, in zo'n grot kruipen wanneer het al 2 dagen lang regent, en wanneer men nog continu regen aankondigt voor het hele weekend: daar moet je echt wel levensmoe voor zijn. Een keer de bodem verzadigd is, gaat alle water van vele vierkante kilometers akkers allemaal naar die grot! Dat loopt trouwens van overal omlaag in de doline.
Hier een fotoalbum met wat cruefoto's van de Haquin.
Aan de Fagnoules gekomen werd onze vrees werkelijkheid. De boveningang liep vol water; dat hebben we te danken aan de boer die de doline enkele jaren geleden dichtgooide met puin. Nu vormt zich er een enorm meer en dat loopt finaal in onze ingang. Het water moet ergens heen... Hopelijk destabiliseren de put en onze poort niet te erg.
De onderingang had duidelijk een forse crue gekend, voor de poort zat er een berg sediment. Dat wordt dus graven, de volgende keer, en we moeten ook eens een hek plaatsen om takken e.d. tegen te houden.
De Chantoir de Buc dan, langs waar we binnen wilden: de beek was niet zo fors, gevaar was er niet maar toch was het niet mogelijk om droog beneden te geraken, en we hadden nogal wat elektrisch materiaal in de kitzakken (bv. de ventilator). Volgende keer beter dus. We amuseerden ons nog een uurtje door een beekje af te leiden naar een andere doline wat verderop, in de hoop dat het water daar "iets" vrijmaakt. Afwachten.
Dan naar Hamoir, om de dag te redden in de D3. Het was al half twee tegen we aan ons graafwerk konden beginnen, in een nauw kl.. gangetje niet ver van de ingang. We groeven elk een uur, makkelijk was het niet want de opvulling is een aaneengekoekt sediment van zand, calciet en grote rolkeien, en het gangetje is wreed smal. 50-tal bakken omhoog gezeuld. Veel tocht was er niet, maar tegen half zes konden we een piepklein gaatje openmaken (muizenholletje) waaruit een voelbare tocht kwam. Na nog een kwartier moeizaam krabwerk was dit gaatje 10x5 cm. Erachter gaat het wat omlaag. De tocht is vrij warm (11,5°C); afwachten dus of dit wat wordt. Zal zeker niet eenvoudig zijn, er moet eerst wat Hilti-massage gebeuren.
Interessant is het riviergrint, bewijs dat dit ooit als verdwijnpunt functioneerde van de Ourthe, die intussen wel 40 m lager ligt.
Een plezante dag, enig minpunt: Annette die ' savonds op 10 m van de auto een schuiver maakt op de gladde boshelling en haar knie zeer zwaar kwetst. Over & out voor een hele tijd. Beur haar allemaal wat op a.u.b. want zoveel pech is toch niet meer normaal...
In den D3 hebben we nog al muizenholletjes (en minder) gevolgd. En die hebben ons steeds de weg gewezen.
BeantwoordenVerwijderenAls het de volgende keer nu eens goed koud zou zijn dan zal dit gaatje wel blazen gelijk een ventilator.
En 11,5 °c vind ik eigenlijk niet slecht. Da's dezelfde temperatuur als in de A114.
11.5 is te warm. Er zijn geen grotten van die temp in België (ik heb momenteel +/- 100 metingen in tal van grotten).
BeantwoordenVerwijderenTer vergelijking andere grotten daar in de buurt:
Norbert: gemiddeld 9,8 (3 metingen)
TDC: gemiddeld 9,85 (8 metingen)
Souffleur C7: 9,8 (6 metingen).
Enige verklaring voor dergelijke hoge temperatuur is aanzuigen van "valse lucht" via een andere ingang. Dus het kan nog steeds tocht van een grot zijn, die echter wat wordt opgewarmd door een secundaire ingang (en dat zou zelfs de D3 zelf kunnen zijn...).
De toekomst zal het ons zeker leren. Het gaatje is zeker interessant.
Je vois que c'est le moment de faire Fagnoules ou quelques chantoirs. J'arrive !
BeantwoordenVerwijderen