
-->door Bart Saey
Zelfs de gepassioneerde speleoloog moet toegeven dat speleologie één belangrijk nadeel heeft (naast een reeks andere ongemakken die we er maar al te graag bij nemen, maar waarvoor de gemiddelde medemens ons goed gek verklaart) : als het buiten terrasjesweer is kom je niet meteen met een vakantiekleurtje terug van je trips naar de duistere koude ondergrond. Maar af en toe zijn er van die gelegenheden waarop het anders kan.
Om de twee jaar wordt de monumentale basiliek van Koekelberg door de kelderbewoners van speleoclub Redan behangen met zowat anderhalve kilometer touw en dit zowel langs buiten als langs binnen. Zo ontstaat er een openlucht en indoor grotparcours om U tegen te zeggen.
Dit evenement stond al lang op mijn verlanglijstje en zondag 26/04 stond ik samen met Bart en Kris klaar om deze wens in vervulling te laten gaan.
We kozen voor zondag omdat Bart tijdens een oefensessie in de kelder met mensen van Redan gesproken had, en die hadden er op gewezen dat het zaterdag bijzonder druk zou worden, wat tot lange wachttijden zou kunnen leiden. Dit bleek later een terechte keuze, want Koen en Dirk werden zaterdag geconfronteerd met wachttijden tot 2 uur (op het touw), niet verwonderlijk met ca. 200 gegadigden.
Het was wel niet meteen terrasjesweer : grijs en met regen van thuis vertrokken. Het nam in elk geval mijn twijfel weg over de beste kledijkeuze voor een dergelijk exploot. De Texair zou goed van pas komen als het een natte bedoening werd, zo dacht ik.
Alle parcours vertrokken in de welbekende oefenkelder. We kozen voor A en B, op de buitenkant van de basiliek (C en D waren binnen ; E, de afdaling van de koepel (P90) was enkel zaterdagavond toegankelijk en was reeds gedesequipeerd)
We werkten ons meteen in het zweet op een nieuwe tyrolienne die eindigt op een horizontaal kokertje tegen het plafond, gevolgd door een dubbele paraplu. ’t Was er aan te zien dat we er even moesten inkomen. Kris geraakte even in de knoop door de twee lussen van de paraplu door elkaar te weven, en ik zat wat te prossen met het touw dat mee in de musketon van m’n afdaler gesukkeld was. Eens we in de bekende ronde verticale schacht zaten waren we echter gelanceerd. Kris kon meteen z’n splinternieuwe Pantin uitproberen. In de top, waar je normaal niet verder kan was nu een doorgang opengemaakt, waardoor je nog wat verder doordringt in de ingewanden van de basiliek, en dan hop, langs een raampje naar buiten, de gevel op. De frisse lucht deed deugd, bijna zoals het eerste water dat je tegenkomt als je oververhit bent geraakt in een neopreen pak. Het was ondertussen gestopt met regenen.
Het eerste traject buiten was een opeenvolging van traversees en korte en langere paraplu's, grotendeels geëquipeerd op vertrouwenwekkende, vermoedelijk bronzen (voortgaande op de groene oxidatiekleur) “reuzebrochen”. Toch wel adembenemend als je daar zo hoog tegen de gevel hangt met een schitterend vergezicht op Brussel diep onder je. In tegenstelling tot onder de grond, waar je zicht beperkt is tot de reikwijdte van je lamp, en het schijnsel van je compagnons in de verte, zie je hier alles van onder tot boven. Dat geeft toch wel een ander gevoel. Even bekroop me onwillekeurig die gedachte van “stel je voor dat dat ene dunne kleine musketonnetje van die leeflijn het nu zou begeven …” maar dat soort ideeën kan je best snel terugstoppen waar ze thuishoren.
-->
Vervolgens even terug naar binnen om vrijhangend af te dalen en te jumaren in een indrukwekkende traphal (een veertigtal meter schatten we). Daarna terug naar buiten om op de gevels via nog meer stevige paraplu's en traversees (waaronder een lange op staalkabel) de weg verder te zetten richting eerste klokkentoren. Daar was het eventjes aanschuiven voor de mega-paraplu tussen de twee torens, net genoeg om weer even m’n rugzakje op m’n buik te hangen en voorzichtig, met het lint rond m’n nek m’n reflexcamera in stelling te brengen om wat foto’s te maken van het spektakel in de verte. Mooi om te zien hoe Bart zich als een heuse Spiderman hoog in de lucht aan een dun draadje voortbeweegt tussen de tweede klokkentoren en de koepel in de verte, en hoe Kris zwierig de leegte tussen de twee torens induikt langs de paraplu. Blijkbaar was ik niet de enige die dit mooi vond, want ze belandden er beiden mee in een reportage van een lokale zender.



Toen was het mijn beurt. Ik had één stommiteit begaan bij het vertrek : geen druppel drinken meegenomen. Door al dat zwoegen en zweten stikte ik zowat van de dorst. Ik snakte al naar die frisse pint aan het einde van de rit. Tijdens het bijtrekken op de grote paraplu schoot er zowaar een kramp in m’n onderarmen, waardoor ik moeite had om m’n handen terug open te krijgen, een vies gevoel, zeker op die plek. Blijkbaar wat teveel op m’n armen gewerkt in de traversees, en wellicht ook serieus in de hand gewerkt door vochttekort. Gelukkig kreeg ik deze ongewenste spiertonus snel weggewerkt met een beetje geïmproviseerde stretching en kon ik toch volop genieten van het pièce de résistance van het tracé.
Na de spectaculaire tyrolienne was het afdalen, en via een zalige hors cru terug naar de begane grond. Daar zagen we dat we nog een stukje van parcours B gemist hadden, maar het was goed geweest ; 5 uur ononderbroken in de touwen gehangen en beste een aardig pak calorieën verbrand. Tijd dus om in de bar die welverdiende pint te gaan drinken, wat te gaan eten, kletsen en vooral nagenieten. Het was super om dit te kunnen doen, en zonder twijfel een goede training in het betere touwwerk, op een boeiend en naar mijn gevoel perfect geëquipeerd parcours. Chapeau voor de mannen en vrouwen van Redan !
Eén ding was volgens mij wel serieus over het hoofd gezien. Op één van de hoeken van de kerk passeerden we hoog boven kraampjes van een rommelmarkt die tegen de gevel opgesteld stonden. Daar een rem, afdaler of karabiner laten vallen zou zonder enige twijfel een dodelijk slachtoffer tot gevolg kunnen hebben, een scenario dat, gezien het grote aantal deelnemers, zeker niet uit de lucht gegrepen is. Brrrr. akelige gedachte. ’t Zou rap uit zijn met de pret. Het verbaasde me dan ook dat er beneden geen enkele maatregel getroffen was om de gevarenzone af te bakenen. De rest van het parcours was op dat vlak minder problematisch omdat het zich boven struikgewas of daken bevond.
Verslag & foto's: Jan
Heel plezante bijdrage van Jan!
BeantwoordenVerwijderenIk krijg er zowaar hoogtevrees van.
(ik had toch minstens mijn drinkbus leeggegoten boven dat hamburgerkraam)