A160: een zijprojectje dat maar blijft groeien

door Dagobert L'Ecluse

Zoals sommige bloglezers wel weten is A160 een soort van zijprojectje waar ik zo nu en dan wat tijd in steek. Waarom zullen jullie denken, wel ik ben er meer en meer van overtuigd dat het mogelijk moet zijn om daar toch iets te vinden. Niet dat ik een enorme grot verwacht in ontwikkeling en zeker al niet in diepte want die is maximaal 35m. Maar als tussendoortje is dit zeker een leuke afwisseling.

De zone A160  is te situeren tussen Sinsin en Heure. De meeste speleologen kennen deze buurt wel. Is het niet van de Speleologische dagen dan wel van de Abime de Nettine / Abime de Fourneau.  De juiste locatie ga ik (nog) niet verklappen want dat mocht ik niet van de boswachter :-)

Terug naar de acties op het werkterrein. Vorig jaar in november had ik op de terugweg naar de auto een spleet gezien die ik nog niet kende. Toen hadden we geen tijd meer om er naar te kijken dus keerde ik op 23 februari terug. Ik had namelijk enkele uurtjes tijd voordat ik mijn jongens in Lustin moest gaan oppikken. Na wat zoeken vond ik de plek terug en met de wierook kon ik snel vaststellen dat er een goede blazende tocht uit kwam. Enkele blokken kon ik zo verleggen en toen kwam er een klein gaatje vrij. Meer kon ik toen niet doen tot vorige week zondag 23 maart dan.

Ik sta hier terug met Jos die me wat gezelschap kwam houden. Na een uurtje graven kon ik al uitvogelen waar de tocht juist vandaan kwam maar om erin te geraken zou er nog veel gegraven moeten worden. Of toch niet, boven het gaatje hing een groot blok tussen 2 andere nog grotere blokken. De Hilti kwam uit de zak en een kwartiertje later was het blok geschiedenis.



A160-D: de bijna beginsituatie

Nu kregen we beter zicht op het vervolg. Er vertrekken 2 pijpen maar vooral uit de dalende rechtse pijp kwam heel wat tocht. De pijp zit tot op 15cm onder het dak vol met losse aarde en dit over zo'n 2,5m. Duidelijk werk van dieren en een beetje later vinden we dan ook de eerste botjes (das).

Eerste inspectie van de dalende pijp naar rechts

Ik graaf zoveel ik kan maar ik geraak nog niet helemaal tot vanachter, daar lijkt het wat ruimer te worden en nog verder te zakken. Maar rond 15:00 zijn de armen plat en ik wil nog op een andere plek gaan werken.

Zo heb ik het achter gelaten, links en rechts valt nog veel te graven.

Aan de A160-C moeten we direct een plop zetten om daarna een blok uit de ingangsspleet te kunnen halen. Dit lukt uiteindelijk en daarna doe ik een poging om erin te geraken maar na 2m is het nog veel te smal.

Ten einde de te nauwe ingangsspleet gaat het naar rechts.

We zetten er een punt achter en karren terug naar Antwerpen. Maar binnenkort is het paasvakantie en dan passeer ik hier zeker terug, waarschijnlijk met mijn jongens.

Hier alvast een clipje van de eerste poging : A160-C Onderingang

Als toetje een overzichtje van de fenomenen die in de zone van de A160 vallen en waar we al aan gewerkt hebben. De zone op zich bevat misschien wel een 30-tal fenomenen.

- A160 : Grote porche waarin je nu, na onze graafwerken, een meter of 4 in kan.
- A160-B (Boveningang) : Een klein grotje in een grote dalende spleet die op het einde vol zit met
  ingeschoven puin (15m en -5)
- A160-C : een smalle ingang waar ik zondag een eerste poging heb gedaan (Zie clipje)
- A160-D : het nieuwste graafprojectje
- A160-E (abri) : Een kleine abri met dierennest waarin ook een dalende pijp vertrekt

A160-E (Abri)

Verder zijn er nog enkele porches en spleten te bekijken en is heel de zone bezaaid met gaten, abri's en andere holtes. Niet alles is natuurlijk denk ik maar het meeste wel. De zone is pakweg 50 op 30 m groot en is deels beschreven in de Akwa. De karst is zeer oud en er is geen actief beekje of stroompje en bevind zich op de scheiding van goede kalksteen en een wat schisteuzere soort.

Voila nu zijn jullie bloglezers weer helemaal mee met het zijprojectje "A160".