donderdag 29 april 2010

D3 Boost

Gisteren woensdag 28/4 trokken we (Jos & Dagobert) terug richting Hamoir. Het is onder een stralende hemel dat we ons rond 10:15 op het balkon aan de “D3” installeren.

Het balkon van de D3

Eventjes later draait de Hilti al overuren. In eerste instantie is de tocht wat verdwenen maar na een paar kluiten aarde weggehaald te hebben begint een spleetje van 1 vinger dik terug aan te zuigen. Snel naar buiten, eventjes wachten en dan terug naar binnen om puin te ruimen.

Ziezo we hebben wat meer zicht en joepie het wordt allemaal wat groter. Na wat gegraaf is de spleet al 5 vingers breed en na het verwijderen van een groot blok in de grond en het verder afgraven van de bodem zitten we plots rond de 20cm. Ondertussen is het een stuk warmer geworden buiten en mede door het steeds ruimer worden van de opening begint ons gaatje zeer stevig aan te zuigen. Zo stevig zelfs dat wanneer we een helm in het gat duwen we auditief de tocht kunnen waarnemen die langs de helm fluit. Jos en ik zijn danig onder de indruk en het motiveert om snel verder te werken.

Halverwege de dag een eerste zicht op het vervolg. 'S avonds kunnen we ons hoofd er al eens door steken.

De volgende verbredingen gaan echter minder vlot want we moeten nu een typisch boogvormig plafond aanpakken. En die zijn dikwijls aan de sterke kant. Maar na nog een hele namiddag in en uit het grotje te zijn gekropen kunnen we op het einde van de dag eindelijk onze helm door het gat steken, gevolgd door ons hoofd. Hierdoor kunnen we wat beter kijken. Passeren doet het nog niet maar wat we zien is veelbelovend. Rechtdoor zien we een gangetje vertrekken (2m zicht) met daarvoor enkele blokken. Rechts daarvan zien we ook een spleet vertrekken maar we kunnen er net niet ver genoeg in kijken om te zien of die doorloopt. En langs links kunnen we helemaal niets zien omdat we daarvoor gewoon niet juist liggen. Jammer dat we Paul's autoflop niet ter beschikking hebben want dan hadden we alle kanten kunnen inspecteren.

Maar de beestige aanzuigende tocht die rond onze oren fluit zegt ons dat er wel degelijk iets achter zit. Stof van de bodem wordt na beroering gewoon meegenomen in de luchtstroom richting ... wie zal het zeggen een grote zaal misschien? De volgende ploeg zal in elk geval meer te weten te komen. Ik schat dat een drietal goedgeslaagde verbredingen volstaat om het passeerbaar te maken. Daarna zal het gewoon de bodem weggraven worden en zal de “D3” misschien zijn eerste geheimen prijs beginnen geven.

Opgetogen kramen we op en na nog een frisse Rochefort (die hebben we verdiend vandaag) bollen we terug naar Antwerpen. Voor zulke dagen wil ik gerust nog wel eens een dagje verlof nemen.

Dagobert

zaterdag 24 april 2010

Anialarra 2010

Ruime belangstelling gisteren in het Verbondhuis, waar zowat 25 speleo's de Anialarra-sfeer kwamen opsnuiven. Hoofdmoot was de Anialarra 2009 "langspeelfilm". In deze 40 minuten durende montage werden alle avonturen in de AN60, de AN51, de AN509 en in het Systeem nog eens overgedaan. Zorgvuldig geselecteerd uit meer dan 3 uur aan filmmateriaal - alles "live" en "en première" gefilmd! - was dit een leuke herinnering aan een fantastische expeditie in 2009. Werkelijk een film die je zin geeft om morgen alweer naar de Pyreneeën te rijden. Maar er was ook de eerste voorstelling van de topo van 2009 (al een flinke lap behangpapier) of een korte impressie met Google Earth van onze prospectiezone, met vooral aandacht voor de vele blaasgaten die we op onze winterprospectie vonden.
Behalve de praktische afspraken over de expeditie van 2010 (er is ongelooflijk veel te doen) werden er ook nog enkele mensen in de bloemetjes gezet. De wisseltrofee "Doorduwer Anialarra"; die we al 10 jaar lang uitreiken aan iemand die zich bijzonder onderscheiden heeft; werd toegekend aan Friedemann Koch. Met zijn 17 jaar op het moment van de expeditie in 2009, is dit de jongste deelnemer ooit die deze trofee een jaartje mag koesteren.

Geen moeite was "de Fried" teveel; onverschrokken lanceerde hij zich "en première" in onpeilbaar diepe afgronden; honderden keren kroop hij in en uit klotegangetjes (al dan niet met bakken vol puin), hij exploreerde dagenlang in de meest verafgelegen zones van de grot en gaf daar de Mark het nakijken. En oh ja, equiperen zit hem ook al in de vingers (met of zonder dat brevet...)

Dus Friedemann, van harte, en laat het je stimuleren want op de Anialarra is nog werk voor jààààren!

Een andere trofee ging naar iemand die zich bijzonder onderscheiden had in de edele kunst van het "ploppen". En je raadt al wie het is: jawel den Dagobert. Menig blok of stuk wand werd door de "Plopkabouter 2009" tot gruis geblazen; menige kraai schrok zich te pletter bij Dagoberts luidruchtige en vernielzuchtige praktijken.

donderdag 22 april 2010

Rendez-vous de l’Explo: be there!

Schrap maar alles uit je agenda wat je eventueel op 1 mei 2010 had gepland! Want na enkele jaren stilte organiseert de UBS nog eens een “Rendez-vous de l’Explo”. Wie een kleine beetje speleobloed door zijn aders heeft stromen moet daar gewoon zijn. Deze dag is het levende bewijs dat Belgische speleo’s van aanpakken weten. Een hele dag lang zullen ze aan hun collega’s vertellen wat ze de voorbije jaren gerealiseerd hebben op vlak van exploratie in België of buitenland. Inderdaad, het gaat hier niet over klassieke grottochtjes; wel over nieuwe ontdekkingen, spannende explo’s, top-secret premières. Verwacht je aan foto’s, topo’s of films. Vooral over België komen er (in de voormiddag) super-interessante ontdekkingen aan bod, waarvan sommige nog amper gepubliceerd werden: Fosse-aux-Ours; Grotte de l’Isbelle, Trou des Côtes, Chantoir de Rostène, om er maar enkele te noemen.

Het gebeuren gaat door in Han-sur-Lesse (waar anders: daar begon de speleologie in België immers), in de feestzaal. Meer info vind je op de website van de UBS; en het volledige programma kan je hier bekijken (PDF).

Naar goede gewoonte zal ook SC Avalon een presentatie houden over de realisaties in het Système Fagnoules-Buc, Trou des Côtes en Système Chawresse-Veronika (de Anialarra zal voor een volgende aflevering zijn!). De topo van de Chawresse-Veronika zal eveneens worden voorgesteld (hopelijk is er daar een muur die groot genoeg is!).

‘s Avonds gaan we dan lekker tafelen en verbroederen en een feestje bouwen.

zaterdag 17 april 2010

Marathonsessie

Vrijdag, Annette en ik kruipen in de Veronika. Doel: eindelijk die topo afkrijgen. Het is vandaag de 51ste topodag! Gelukkig gespreid over bijna 15 jaar, maar toch. Hadden we dit van tevoren geweten, we waren er nooit aan begonnen! Veronika wordt in sneltreinvaart doorgekropen, hier moeten ze ons geen trukjes meer leren. De kitzakken worden gewoon voor ons uit gerold: in welke andere grot heb je die luxe?
Nog gauw een paar fotos in de Veronika 30 minuten later - inclusief fotosessietje - zijn we de Jonction al voorbij en zitten we in de Réseau de l'Angle Droit van de Chawresse. Topomateriaal en beginnen maar. Echter we hebben zowat het modderigste stuk uitgekozen en binnen de paar minuten zijn we al niet meer herkenbaar. Probeer zo maar eens proper te werken. We zitten in een nauwe, stijgende meander, helemaal boven verspert een groot blok de weg. Annette geraakt er niet voorbij. We wisselen van plaats, ik krijg het blok wel weggerold en de première lonkt. Vijf meter verder zie ik een voetstap in de modder: de mijne, die ik hier een jaar of 4 geleden achterliet. Inderdaad, dit stukje hadden we reeds ontdekt; via een andere, parallel gelegen meander die we eveneens op het einde hadden opengemaakt. Fijn, kunnen we ineens al topograferend langs daar weer omlaag.

Wat een modderpijp! Zo gaat de dag verder, als automaten meten we verder, en verdomd wat is het hier weer een complexe zone. Alles verbindt met alles, modder à volonté, instortingen waar het water doorheen zeikt; dolle pret dus. Gelukkig is er de DistoX die het allemaal heel wat eenvoudiger maakt. Na een paar uur heb ik begr pen dat ik (weer) eens te licht gekleed ben voor deze natte en koude grot. Bibberen dus. Annette is slimmer en heeft een extra fleece bij. De uren schrijden verder, gaat dit nu nooit afgeraken? Puttenzone, de "11de Tranchée"; gelukkig de laatste van deze diepe dwarsdiaclazen die de Chawresse typeren en vaak echte grotten op zichzelf zijn.
In de mooie Salle en ClocheVorige keer zaten we een hele dag in de 7de Tranchée, die tot -66 m afdaalde, al een respectabele diepte. Het equipement ter plaatse, minstens 15 jaar oud, is goed voor de vuilnisbak. De moesketons zijn vrijwel weggeöxideerd ('s anderendaags maak ik ze thuis schoon, ze zijn nog slechts flinterdun).
Een foto zegt genoeg!
Dezelfde moesketon, schoongemaakt en vergeleken met een goedeDe ruime put eronder, 8 m diep, valt niet vrij af te dalen. Speciaal hiervoor slepen we al ons klimmateriaal mee, een laddertje en wat touw. Onderaan de grote en mooie put stopt het niet. Onze vrienden van de GRSC hebben zich hier destijds echt in vastgebeten. We volgen hun spoor van verbrede meanders. Weer een put: 4 m diep. Wat verder: een steile toboggan, Annette waagt zich een meter of 3 ver maar verderop gaat de schuine gang over in een put. We gooien er stenen in, helaas, dat zal zonder touw niet lukken. Nu, we hebben nog wel touw, maar de enige ankerpunten hier zijn "goujons", waarop geen moeren meer zitten. En die hebben wij ook niet! Even overweeg ik om onze plakketten er zonder moeren op te hangen. Maar het gezond verstand zegeviert: hier een ongeluk hebben zou catastrofaal zijn. Een evacuatie op een brancard in deze réseau? Vergeet het maar!

Enfin dat laatste 4 m-putje zal voor een andere keer zijn (beneden eindigt het toch, volgens de info die ik ervan heb). Eerst de rest afwerken; wat nog de passage van een ongelooflijke modderbak vergt. Echt zo een trog vol crême-au-beurre. De tekeningetjes in mijn boekje worden hoe langer hoe summierder; trouwens de blaadjes worden hoe langer hoe bruiner. Tijd dat het gedaan is; we zijn tot op het bot verkleumd en we zijn het beu, beu, beu. Maar dan is het klaar! Hoera, op enkele kleinigheden na, is de topo van het Systeem Chawresse-Veronika ingeblikt. Het hele grotsysteem meet om en bij de 5610 meter. Historisch gewoon. Het is vrijdag 16 april 2010, 19u. Een moment om te koesteren.

We schrokken een suikerwafel binnen, stompen onze kitzakken vol modderig touw en ander materiaal, en kiezen voor de terugweg. Een half uur later staan we buiten in de laatste zonnestralen. Even preciseren toch. De topo is nu wel voor 98% af, maar er is nog veel werk. Tijdens ons jarenlang duren project hebben we vele plaatsen gevonden waar we kunnen werken. En met wat geluk, kan dat wel eens heel veel opleveren, want de echte collecteur is nog steeds niet ontdekt. We kunnen hem een 100-tal meter volgen in Trou des Manants, en nog veel verder in de Sainte-Anne. Hij is er gewoon, en ooit, voor we er te oud voor zijn, moeten we onze pootjes daarin kunnen baden onderin de Chawresse. Hoe dan ook, een publicatie over de Chawresse-Veronika, met daarbij een gigantische topo, zou wel eens sneller kunnen komen als verwacht.

dinsdag 13 april 2010

Causse Méjean 3 tot 11 april 2010

Zaterdag komt iedereen na een vlotte rit aan in de gite van Riesse. Voor de Biekes weliswaar met een omweg van twee uur (probleem in Brussel met wiellager van mijn aanhanger en dan “even” via Lokeren om alles over te laden in Barts aanhanger). Het weer is wel verschrikkelijk slecht: de regen valt heel de dag met bakken omlaag.

Zondag gaat ploeg 1 de Aven de la Cheminee equiperen (Paul, Tobias, Annette, Kris) tot op -280. De zakken waren al thuis gepakt, de grot ligt op 3 km van de gite en Paul kent ze nog wat van lang geleden. Het equipement gaat vlot; en om 16 uur zit het viertal al weer in de gite, de fles Porto soldaat te maken. Schitterende, propere grot, waar we niks dan bewondering kunnen opbrengen voor de gigantische desobstructiewerken van de MJC Rodez en Alpina, gespreid over 15 jaar. De rest (Bart, Kim, Ellen, Peter C, Annemie, Friedemann) doet de Aven de Mont Buisson 3, een verticale, -137 m diepe aven. Zondagavond worden we vervoegd door Eric Boyer van Rodez, een van de drijvende krachten achter zowat elke grote exploratie hier op de Causses.

Aven de la Cheminée: de rivier rond -400Maandag gaat Eric ons “even” hun grot tonen: de Aven de la Cheminee. Het trio Peter C, Ellen, Annemie houdt het rond -280 voor bekeken, jammer want het mooiste van de grot moet nog komen. De rest (Kim, Kris, Bart, Paul, Annette, Tobias, Friedemann en Eric) equiperen verder vanaf -280 tot -365; vooral de laatste P40 is grandioos in een supergeconcretioneerd decor en in het stuifwater van twee riviertjes die omlaag spetteren.

Beneden staan we gauw in de collecteur, een kleine rivier die we stroomafwaarts kunnen volgen in een gevarieerde galerij. Einde op exact -400, op een sifon. Op de terugweg duikt Eric een zijgang in (affluent), na enkele honderden meters en een klim van 10 m komen we in le Nouveau Monde: een reusachtige fossiele galerij. We gaan tot Salle David maar de grot loopt hier nog kilometers verder. Tot slot doen we nog het stroomopwaartse stuk van de collecteur: magnifiek uitgesleten. Oh ja: de paar kilometers die we hier beneden afmaalden telden voor drie, want aan Erics bekende speedtempo.
Aven de la Cheminée: basis van de putten Volgt nog een laatste formaliteit: bijna 500 m touw desequiperen maar dat gaat allemaal vlot en rond 20u is de laatste man buiten. Aanrader voor wie een gevarieerde, propere en stevige grot wil doen, met meer dan alleen putten.

Dinsdag gaan de diehards (Bart, Kris, Tobias, Peter C, Friedemann) de Aven de Trouchiols doen, een grote openluchtput van 128 m diep, in één keer omlaag. Eentje uit de oude doos voor de Biekes, dus die gaan inkopen doen in Florac en wat wandelen, samen met Annemie. Het weer is overigens heerlijk. Daarna worden de kitzakken ingepakt voor de grote klepper van morgen: de Aven de Banicous (-340). ’s Avonds, wanneer de grotters terug zijn, blijkt dat zij een hele middag achter de Trouchiols hebben gezocht. Niet gevonden, wel in 3 andere putten gezeten, waaronder een die vol rottende karkassen van everzwijnen lag.

Woensdag: de equipeerploeg (Bart, Kim, Ellen, Annette en Friedemann) vertrekt vroeg naar de Aven de Banicous (die ook al vlakbij de gite ligt). Ik heb Bart het equipement in zijn nek gedraaid (ik equipeerde de grot een jaar of 10 geleden en herinnerde mij dat het best pittig was!); ongetwijfeld zal hij hier veel ervaring mee opdoen. De desequipeerploeg (Tobias, Annemie, Kris, Peter en Paul) wacht geduldig 3 uur en gaat dan de anderen achterna.
Friedemann en Ellen klaar voor De Banicous is een van de meest indrukwekkende avens die er te doen valt, de putten zijn allen overmaats van diameter. Op -145 eindigt een prachtige P53 boven een groot en diep meer, via acrobatische richels moet men het meer oversteken. Dan een reeks zeer natte putten waarin droog blijven onmogelijk is, en dan “the big one”, waar we alle equipeerders terugvinden die op een richeltje staan te kleumen tot Bart diep onder hen het touw heeft uitgehangen. Het wachten duurt lang maar het is het waard. Een eerste verticale (P22) gaat naadloos over in de gigantische P94. Na 40 m wordt deze wel 20 meter in diameter en gaat het vrijhangend omlaag. De put is van boven tot onder geconcretioneerd; schitterend. Een laatste kloof van 23 m besluit de verticale die in totaal dus zowat 140 m diep is. Nog een P12 en we staan bijna beneden, waar we ons in de Fagnoules wanen: dammen en flexibele buizen kanaliseren hier het water van de rivier en laten toe de laatste ressauts droog af te geraken. Infrastructuurwerken van de MJC Rodez, die jammer genoeg niet toelieten om het vervolg van de grot te vinden. Volgt nog een flink desequipement; maar om 20u staan we buiten en zit de klus erop. Prachtige trip.

Donderdag: na de klepper van gisteren is het een rustdag. De 4 Biekes doen een magnifieke wandeling langs de “balcons” van de Jonte en Tarn (langs o.m. de beroemde Vase de Sèvre, een 20 m hoog vaasvormig restant kalksteen, en langs de Balcon du Vertige: duizelingwekkend hoge afgronden. De anderen (Bart, Friedemann, Peter, Annemie, Tobias, Kris) bezoeken eerst de Aven Armand, een toeristische grot die je echt wel een keer in je leven gezien moet hebben. Hun plan om daarna de vlakbij gelegen Aven de Barelle te doen moeten ze opbergen want er zit een andere ploeg in. Dan maar naar de Aven des Avens, die ze bij gebrek aan een topo en het juiste materiaal slechts half kunnen bezoeken.
Afdaling in de Aven des AvensVrijdag is het opnieuw heerlijk weer, het lijkt wel zomer. Paul en Annette gaan de voorraden weer op peil brengen in Florac, spelen taxi omdat er een auto te weinig is voor de grotploeg, en gaan wandelen in de buurt. De anderen (Bart, Friedemann, Peter, Kim, Ellen, Tobias, Kris) gaan nog een diepe doen: de -320 m diepe Aven de Drigas. Vele kleine putten maar een massa touw en equipeerwerk. Ook in deze doline blijkt een titanenwerk te zijn verzet qua desobstructie; er zijn honderden kubieke meters puin uitgehaald (door l'Aragonite van Millau). Maar de beloning was er dan ook naar: een magnifieke grot. Geen enkele put dieper dan 20 m, maar er zijn er wel héél veel en er gaan dan ook 5 kits touw mee! Rond -160 is er een nauwere passage; er voorbij ligt het mooiste stuk van de grot; proper, aquatiek, een opeenvolging van bassins en putjes. Wegens het vele equipeerwerk wordt het wat te laat en zo wordt ergens rond -260 de terugtocht aangevat. Volgend jaar maken we dit karwei af!
Aven de Drigas: dat is pas een buis!Zaterdag is het nog steeds prachtig weer. We hebben bijna 700 m touw vuil gemaakt dus gaat een ploeg (Kim, Peter, Bart, Friedemann en Ellen) naar de Tarn (rivier), om aan het pittoreske dorpje Castelbouc touwen te kuisen. Niet zonder eerst de Grotte de Castelbouc Nr 4 te hebben gedaan: een enorme tunnel die na bijna een halve kilometer eindigt op een diepblauwe en grote sifon. Onder het motto "zot zijn doet niet zeer" gaat een trio mafkezen wat in het ijskoude water zwemmen.

Intussen zitten Paul, Annette, Tobias en Kris in de Aven de Lacas, de mega-ontdekking van de MJC Rodez, die we vorige jaar reeds bezochten. We dalen af tot -300 en doen een stukje rivier, en maken foto's in de putten en in de Salle des Charbons.
In de sublieme P50 van de Aven de Lacas De grot is nog steeds in explo en vast geëquipeerd. Schitterende grot met prachtige, ruime putten. Aan de ingang babbelen we wat met de mannen van Rodez: zij hebben vorig weekend "de collecteur" ontdekt. De kilometers rivier die we er vorig jaar reeds deden, blijken dus maar een zijriviertje. Van deze grot horen we nog!

Zondag gaan we allen naar huis. Een fantastische week met voor elk wat wils en vooral droog weer.

En oh ja: ergens tussendoor werd nog een grote fotosessie gehouden in een subliem geconcretioneerde grot (met grotparels à volonté) die we uit discretie Grotte Recyko noemen...

Een selectie foto's van deze leuke week kan je hier bekijken. Foto's zijn van Bart, Friedemann, Paul, Kim, Ellen.

Deelnemers: Kim, Ellen en Paul De Bie; Kris Vermeulen; Bart Saey; Annette Van Houtte; Tobias Speelmans; Friedemann Koch; Annemie Lambert, Peter Coun

dinsdag 6 april 2010

Reboot D3

Terwijl een ander deel van de club de Causses onveilig aan het maken is trok het drietal Mich, Herman en Dagobert gisteren (5/4) richting Hamoir. Het was immers tijd om de D3 uit zijn winterslaap te halen.

Vorig jaar waren er wel enkele sessies geweest maar de doorbraak in de TDC zorgde ervoor dat het in de D3 op een laag pitje stond. Jammer want het potentieel van de D3 is mijn inziens groter dan de TDC. Want gelegen in een grotere kalksteenband dan de TDC met verschillende kleine tochtgaten waarvan de D3 er eentje is. Moet het nog gezegd worden, hier zit "iets" onder, maar wat?

Genoeg gespeculeerd, vorig jaar werd er dus ergens via een piepklein gaatje een goede en constante tocht gevonden van zo'n 11,5°. Maar dit gaatje zat beneden aan een spleet dus je kon daar eigenlijk niet veel aan doen, er moest eerst veel plaats gemaakt worden.

De vorige sessies hadden reeds wat ruimte gemaakt maar vandaag gingen we er eens een lap op geven. Het resultaat van een dag hard werken mocht gezien worden. Konden we deze ochtend amper aan het gaatje geraken tegen 's avonds konden we voor het gaatje gaan neerzitten. We hadden dan ook heel de spleet omgetoverd tot een putje van 1,5m diep waarin je zonder problemen kan draaien en keren.

De volgende ploeg zal het echter even lastig krijgen want vanaf nu moet er recht vooruit in massieve rots boven dat gaatje verbreed worden. Ambiance verzekerd dus. Maar volgende keer zal er zeker in dat gaatje gekeken kunnen worden en dan weten we hopelijk meer. Ik ben in elk geval kandidaat om daar aan verder te gaan doen.

Dagobert