De Vallei van Pont-le-Prêtre (PLP) houdt ons nu al 29 jaar
in de ban. Vorig jaar schreef ik er een stukje over http://scavalon.blogspot.com/2017/12/plp-oude-liefde-roest-niet.html.
Lees dat eerst en je bent weer helemaal mee.
Dus, in 1994 hadden we daar een serie grotjes ontdekt
(E1->E4 en E18) waarvan het overduidelijk was dat er “iets” onder zat. Maar vele
onderzoeken hadden dan weer tot een andere conclusie geleid, nl. dat de hevige
tocht in de laagst gelegen gaten (E1 en E2) slechts het gevolg was van lokale
circulaties met hoger gelegen gaten.
Toch bleef het knagen, vooral “s winters waren de vele
aangevroren en dampende gaten echt zeer
aanlokkelijk.
De ontdekking van de “Réseau Nico” in 2010 door duiker Nico Hecq leverde
het bewijs: onder deze grotjes zat een veel groter stelsel. Maar de topo bracht
onvoldoende zekerheid waar er juist gewerkt moest worden om er via een "droge" ingang in te geraken. De “E1” was het meest
plausibel, volgens de topo zouden we al praktisch in de Réseau Nico moeten binnenzitten, maar in dat grotje was niks evidents te vinden. Die topo was dus niet 100% correct...
Grotte E1 |
In de winter 2017-2018 ging ik 4 keer solo werken in de E4 (de grot die het hevigste dampte 's winters), om
finaal na 4 m zware desobstructie een miezerig gaatje te bereiken, waarvan een
rooktest uitwees dat het in relatie stond met de E2. Over en Out dus. Een andere
rooktest, in de E1 ditmaal die ’s winters fors aanzuigt, leek ook het belang van
die E1 te reduceren want de rook kwam er in de E18 uit, die 3 m hoger en wat
opzij ligt! En een grondige inspectie van heel de grot (zegge en schrijven 7 m
lang) leverde echt niks op, hooguit wat extreem nauwe spleten, naar boven dan
nog (terwijl de Réseau Nico eronder moest liggen).
Maar in mei 2018
passeerde ik er weer, ditmaal met Geert de Sadelaer (van Cascade) en Annette en
de FLIR warmtecamera van Geert liet ons overduidelijk de koude luchtlaag zien
die uit de grot golfde. De laatste steen mocht bovenkomen: dit mysterie moest
worden opgelost!
Op vrijdag 11 mei
2018 ging ik dus weer naar de E1.
Eerste vaststelling: een das had recent een nest gemaakt 2 m ver in de
grot, er lag daar een enorm pak mos. Wat verder enkele zeer onsmakelijke natte dassendrollen. Nadat
ik "onze" grot terug geclaimd en opgekuist had, heb ik alles nog maar
eens met wierook afgezocht en dan toch een stijgende spleet gevonden die
duidelijk tochtte. De opening was maar 20 x 15 cm maar erachter werd het ietsje
breder. Driedubbele plop gezet, waarna ik er met veel moeite met mijn
hoofd door kon: ik zag een 40 cm breed gangetje dat tot op 5 cm van het plafond
was opgevuld met klei. Humm minder uitnodigend, maar toch weer een dubbele plop
gezet.
Ik kon nu met mijn borstkas door het gat, erg smal nog en groef moeizaam
verder. Een dikke calcietvloer maakte het nog wat lastiger; die moest ik
proberen te breken. Telkens weer achteruit door die vernauwing met mijn aarde!
Het liep horizontaal over 1 m 50, grotendeels opgevuld met klei/puin, en dan
leek het weer omlaag te lopen, in een verticale en nauwe spleet (10 cm). "Omlaag" dat was alvast positief en nu en
dan blies koude tocht in mijn gezicht. Na 3 uur gestopt want ik was bont
en blauw na 40 keer door die vernauwing te zijn gewurmd. Maar toch zeer optimistisch!
Zaterdag 19 mei 2018: behalve
Geert was er nu ook duiker Stijn Schaballie. Op het programma stond er eerst een
duik in de resurgentie van PLP. Stijn had Nico Hecq destijds een keer vergezeld
tijdens de explo’s post-sifon en kende dus het traject. Bedoeling was
om enkele radiolocaties te doen waarmee we de topo van Nico beter konden positioneren ten opzichte van de kleine grotjes aan de oppervlakte,
zodat wij beter wisten waar te werken om ons een droge toegang te
verschaffen. Stijn nam een ARVA (lawinebieper) mee en er was afgesproken op 2 plaatsen in de
grot telkens gedurende 20 minuten uit te zenden. Geert had daartoe een strikte
timing opgesteld!
Stijn vertrekkensklaar in de resurgentie |
Stijn verdween in het donkere sop en een half uur later
konden wij het ARVA-signaal oppikken. Op de eerste plaats zat er zowat 5 m diepte tussen beide toestellen, op de andere plaats iets meer. Maar intussen was ik in
de E1 gekropen, en in de spleet waar ik vorige zondag had gewerkt, kon ik Stijn vaag horen stommelen. Ik riep me schor maar er kwam geen antwoord. Toch was het
zeker: er was hier ergens een verbinding!
Na de duik trokken we uiteraard naar de E1 waar ik intussen
nog een drievoudige plop had gedaan om de toegang tot het uit te graven
gangetje nog te verbreden. Ik liet Stijn het puin ruimen en daarna wat graven,
maar hij kon er amper in werken want hij is nogal fors gebouwd. Ik - de kleinste- dan maar
weer. Ik groef naar de nauwe spleet toe die ik vorige keer had gezien, maar na
een tijd kreeg ik rechts ook iets in het vizier en dat leek breder. En na nog
wat meer tijd, zag ik wat ruimte, mogelijk doordringbaar! De tocht was fel
toegenomen. Graven als gek dus, Stijn en Geert stockeerden de aarde waar ze maar konden. Na nog eens anderhalf uur
had ik beter zicht op de zaak: een donker gat omgeven door grote blokken. Ik
kon ze doorduwen en toen… rolde er een steen verder en die viel hoorbaar diep
omlaag en dan PLONS! Hoera!
Nog een kwartier later waagde ik een poging, ik geraakte er met mijn hoofd en borst door en zag dat het goed was. Stijn moest me wel aan mijn voeten weer uit het (sterk dalende) nauwe gat trekken! Nog een half uur graven en hop ik kon er vlot doorheen. Ik kwam op een balkon, van 1 meter breed dat enkel bestond uit grote blokken die tegen een schuin plafond geklemd zaten. Tussen de blokken zag ik een grote diepte, zeker 5-6 m. Ik vreesde elke moment met heel die hangende éboulis omlaag te donderen. Na wat voorzichtig ruimwerk kon ik me eindelijk draaien, me veilig zetten om de zaak te bekijken. Ik bleek in het dak van de grote “Salle du Miroir” te zijn uitgekomen, wat een verrassing! We hadden gedacht ergens in het uiterst stroomopwaartse stuk van de Réseau Nico te belanden maar we kwamen er halverwege in uit! Stijn kwam ook eens kijken en zag dat het goed was. Maar een afdaling zat er vandaag niet meer in.
Nog een kwartier later waagde ik een poging, ik geraakte er met mijn hoofd en borst door en zag dat het goed was. Stijn moest me wel aan mijn voeten weer uit het (sterk dalende) nauwe gat trekken! Nog een half uur graven en hop ik kon er vlot doorheen. Ik kwam op een balkon, van 1 meter breed dat enkel bestond uit grote blokken die tegen een schuin plafond geklemd zaten. Tussen de blokken zag ik een grote diepte, zeker 5-6 m. Ik vreesde elke moment met heel die hangende éboulis omlaag te donderen. Na wat voorzichtig ruimwerk kon ik me eindelijk draaien, me veilig zetten om de zaak te bekijken. Ik bleek in het dak van de grote “Salle du Miroir” te zijn uitgekomen, wat een verrassing! We hadden gedacht ergens in het uiterst stroomopwaartse stuk van de Réseau Nico te belanden maar we kwamen er halverwege in uit! Stijn kwam ook eens kijken en zag dat het goed was. Maar een afdaling zat er vandaag niet meer in.
Enfin, wat een namiddag! Twee weken geleden waren we nog aan
het overwegen de resurgentie leeg te pompen. En dan plots, na twee keer 3 uur graven:
bingo! Kwestie van de juiste spleet te vinden. Waarom deden we dat in 1994 al niet?
Ach, soms is het inderdaad een kwestie van tijd, van inzichten verwerven, volharding en veel geduld. De “E1” kon nu eindelijk een naam krijgen ook: Grotte de la Patience wordt het.
Die avond mocht de champagne open die Geert - erg vooruitziend - 's ochtends te koelen had gezet!
We kijken met plezier terug op de foto's en films van die dag (foto: Annette) |
Op Zaterdag 9 juni
2018 zouden we dan eindelijk die Réseau Nico eens gaan bekijken. In de Grotte
de la Patience (ex-E1) kroop ik tot op het balkon en bekeek ik de situatie eens
goed: er was geen veilig doorkomen aan, dit was een zeer gevaarlijke mikado van
minstens 4 enorme blokken die allen op één sleutelblok steunden: een kanjer van
wel 200 kg die God weet hoe met een hoekpuntje tegen het plafond geklemd zat.
Ik besloot om er voorlopig af te blijven en zag een mogelijkheid om de blokken
te vermijden, door ver opzij, een stuk van het plafond te halen en zo een
toegang te maken die de blokken vermeed. Twee gaten geboord, dubbele plop dus.
Een half uur later kon ik zien dat het goed was en 4 ankerpunten boren om ons
touw te equiperen. Nog wat later stonden Geert en ik 4 m lager, als eerste
niet-duikers in de “Salle du Miroir”. En we waren best tevreden, dit leek bijna
première!
Afdaling van het balkon in Salle du Miroir |
Van beneden af was het pakket blokken dat op de rand van het
balkon balanceerde nog intimiderender. Dat moest opgekuist worden! Maar dat was
een zorg voor straks, eerst gingen we alles eens goed bekijken. De “Réseau Nico”
bleek in essentie uit 2 ruime maar zeer instabiele zalen te bestaan. In Grotte Strauss zijn er mooi uitgesleten drukgangen; echter hier enkel blokkenstorten. Overal
grote, wankelende blokken waarvan we er al dadelijk enkele lieten vallen.
Salle du Miroir |
De Salle du Miroir was mooi vanwege de breukspiegel en de
witte en okerkleurige moonmilchlaag op de wanden; de Salle Grigri dan was
somber en modderig maar hier was wel de enige concretie! Hier stroomde de
rivier in een brede, lage gang, naar de 3 sifons toe die de verbinding met de
resurgentie vormde. Een vast touw liep in een zeer ruime cheminee omhoog: Nico
en Didier Havelange hadden destijds (sept. 2011) toch wel een huzarenstukje geleverd door deze
3 m brede en 10 m hoge schouw te beklimmen - post-sifon dan!
Salle Grigri met 1 concretie én een rivier |
Via een lage doorgang en een zeer instabiele – gevaarlijke- kruipgang
bereikten we de tweede rivier (inderdaad er schijnen er twee verschillende te
zijn!) die uit een sifon kwam. Naast deze sifon was een blokkentoestand met wat
tocht – mogelijk interessant dus. Na een uurtje hadden we alles bekeken en
lonkte thuis de aperitief.
Annette in de rivier |
Terug de put op, waar ik op het balkon het
sleutelblok voorzag van een plop. Indien dit blok daardoor viel, zouden de twee
immense blokken die erop tegen aan leunden, ook komen, hoopte ik.
PLOP (vanop veilige afstand) en ik hoorde dadelijk dat het
plan niet gelukt was. In plaats van de verwachte aardbeving van een ton blokken
die 5 m omlaag viel, was er hoogstens wat gerommel. GRRR! Zorgen voor morgen
dus maar hopelijk waren we niet van de regen in de drop geraakt.
’s Anderendaags, zondag 10 juni 2018, met Geert en Annette weer richting PLP. Eerst de Grotte Strauss in
voor een fotosessie. En voor de eerste keer sedert haar ontdekking in 1993,
werden er foto’s genomen die dit mooie grotje eer aan doen.
De mooie drukgangen van Grotte Strauss |
Daarna naar de E1/Grotte
de la Patience die amper 75 m er vandaan ligt. Zoals gevreesd waren de blokken
op het balkon niet gevallen, de situatie was nu levensgevaarlijk. Het grote
blok dat ik had geplopt, hing nog enkel met een klein, gebarsten hoekje vast.
Met een
lange koevoet probeerde ik het te doen vallen, maar ik lag in feite half
doorheen een flinke vernauwing en indien dat blok viel, dan vielen de twee nog
veel grotere blokken ernaast ook en daar lag ik gewoon half onder! Er zat niks
anders op dan met een bang hart en koud zweet in de handen opnieuw een gat in
het gammele sleutelblok te boren. Intussen maakten Geert en Annette een
oppervlaktetopo vanaf de resurgentie tot aan de ingang hier (de derde topo reeds,
want dat deden we ook twee keer in 1994, maar we wilden die gegevens toch nog “triplechecken”).
Oppervlaktetopo in de jungle |
Wat later “plop”, gevolgd door een secondenlange reeks van dreunen en
trillingen die tot buiten voelbaar waren. YES, alles lag beneden. Maar ons
balkon was nu gewoon verdwenen, wat maakte dat ons nauwe uitgegraven gangetje
nu ineens op de afgrond uitkwam. Het touw moest volledig verhangen worden, gelukkig
had ik 4 ankers extra meegenomen!
Nogmaals in Salle du Miroir |
In de grot was het plan vandaag simpel: een paar goede foto’s
maken zodat het thuisfront ook eens kon zien hoe die Réseau Nico er uitzag. Daarmee
waren we een uur of 2 bezig. Daarna een stukje topo vanaf een topopunt van Nico
tot buiten, zodat we het hele topoplaatje compleet hadden. Daaruit bleek dan
ook gauw dat er een fout van enkele meters in de topo van Nico zat, in de
sifons waarschijnlijk. Met deze correctie te maken, klopte de positie van de E1/Patience
ten opzichte van de Réseau Nico plots veel beter. Alles werd nu duidelijk. De Patience lag in feite naast en niet boven de Réseau Nico, zoals iedereen aanvankelijk dacht.
Paul maakt een ruwe topo (foto: Annette) |
Enfin, er wacht ons in de grot nog wel wat werk. De toegang
tot het balkon is nog te nauw en vooral zeer instabiel. Moet gesaneerd worden. In
de Réseau Nico zijn nog enkele vraagtekens en graafmogelijkheden (maar het moet
gezegd dat de duikers destijds grondig te werk zijn gegaan). En natuurlijk moet
er een toposynthèse komen en is er dus flink wat topowerk in het verschiet. Tot
slot is er nog flink wat hydrologisch onderzoek te doen, naar de oorsprong van
de twee verschillende rivieren. Wordt dus vervolgd! Ik ben in elk geval
opgetogen over de vooruitgang van de laatste maanden.
Foto's: Paul De Bie (tenzij anders vermeld)
Topo-overzicht (met raster 20x20 m) |
Foto's: Paul De Bie (tenzij anders vermeld)
Knap werk!
BeantwoordenVerwijderenHeel mooie werk. BRAVO ! Jonathan Demaret
BeantwoordenVerwijderen