woensdag 28 september 2016

Anialarra september 2016

Traditioneel breien we in september een vervolg aan onze augustusexpeditie. En aangezien we dit jaar een jubileum vierden (20 jaar Anialarra-expedities), gaven we er deze keer een flinke lap op.  We kropen dus weer boven op onze berg, om daar twee weken lang als holbewoners de elementen te trotseren.
De eerste week (van 10/9 tot 17/9) waren dat de oudjes Annette, Paul en Jack aangevuld met het jongere geweld Frits en Tobias. De tweede week (van 17/9 tot 24/9) werden Frits en Jack afgelost door Mark en Dagobert.

De eerste weersvoorspellingen deden uitschijnen dat we opnieuw stralend weer zouden krijgen (zoals in augustus) maar in de praktijk viel dat effe tegen! Na drie dagen mooi weer kwam er een zware storing voorbij die veel regen, mist, wind en smeltende sneeuw bracht. En koud: de 20 °C van de eerste dagen maakten plaats voor 5°C. ’t Is niet omdat je in Spanje zit, dat het warm is, hoor! Deze storing teisterde ons toch wel een dag of 4-5 en vooral het middelste weekend was affreus slecht. Veel kan je er dan niet doen: natte grotten, natte schoenen, natte kleren. En slecht humeur.
Maar dat alles weerhield ons niet om op alle fronten door te werken. Een korte samenvatting:

AN507-Sima de las Plumas
Na de eerste dagen explo vorig jaar in september door Paul & Annette, was dit echt een kanshebber om een grote grot te ontdekken. Maar al in augustus hadden we door dat het er niet zo vlot zou gaan. En ook in september braken we niet echt in iets groot door. Zes dagen werk nu weer, om hooguit 5 m verder en dieper te geraken. Voorlopig einde op 60 m diepte. Alle 7 de deelnemers ploeterden afwisselend in deze grot.

Jack in de Plumas

Laatste put van Plumas. Intussen zitten we nog 3 m dieper.
AN624-Sima Pokémon
De in augustus bereikte terminus, een spleet van amper een vuist breed, werd na enkele dagen bruut geweld over liefst 7 meter verbreed, en leverde de toegang op tot een put van 10 m (Puits Zubat). Beneden opnieuw een spleetje, dat zich na 3 dagen gewonnen gaf. Erachter een nauwe put/meander waar nog wat werk aan is. Maar het ziet er niet slecht uit en er staat een flinke aanzuigende tocht. We zitten nu 50 m diep. Wordt zeker vervolgd want deze grot is een mogelijkheid om in de Rivière Tintin te geraken, 400 m dieper dan. Pokémon stond op het menu van Paul, Tobias en Annette.

Annette aan het werk in de (verbrede) eindmeander van Pokémon

AN669-Sima de la Babosa
Klepper van een grot waarin we nu al jaren bezig zijn. In augustus exploreerden we een nieuwe puttenreeks (Puits du Coup de Pierre) die vanaf -190 m bijna 100 m dieper ging om daar met de reeds gekende eindput van de grot (Puits des 7 Méandres) te verbinden, rond -280. We herzagen het diepste punt van de grot en ontdekten, na wat werk, een vervolgje dat ons 7 m dieper bracht. Daar is het enige vervolg een spleet van 10 cm breed met veel tocht. Maar we zitten hier zo diep (-351 m) en de grot is zo moeilijk, dat (bijna) niemand staat te springen voor grote werken daar. Temeer omdat we nog een andere tak in de grot hebben, de Puits Manneken Pis (rond -210) waar een klein gaatje een nieuwe, diepe put voorafgaat. Het verbreden ervan is een formaliteit. En dus werd de grot gedesequipeerd vanaf -351 tot -190, en werd die Manneken Pis geëquipeerd, met het oog op exploratie in 2017.
Babosa: Frits en Jack maken een nieuw putje open op -345 m.

Babosa: Annette in de Puits du Coup de Pierre (P100)
 Voor dit alles waren twee stevige tochten van elk 10-12 uur nodig: een eerste met Annette, Jack, Tobias en Frits. Een volgende met Annette, Paul, Mark en Tobias.
Mark, terug van enkele jaren weggeweest na zijn zware ongeval, deed de grot fluitend. Zijn nieuwe knie is dus beter dan een echte. Yes de Mark is terug! En Annette die heeft intussen echt wel een dusdanige voorsprong qua aantal Babosatochten, dat ze nog onmogelijk kan worden bijgebeend.
Babosa: de spleet onderaan de Puits Manneken Pis. Erachter: minstens 50 m aan putten.

Deze grot zou de hoogste ingang van het Systeem kunnen worden, maar dan moeten we nog zeker 100 m dieper zien te geraken (concreet dus tot -450 m).

Systeem van Anialarra
Er werd nog een lange dagtrip gehouden (Frits, Jack, Tobias) waarbij op vele plaatsen nieuwe galerijen werden in kaart gebracht of oude, onnauwkeurige zaken werden gehertopografeerd. Het gevolg hiervan is dat de kaart van deze sector van de grot een onbegrijpelijk kluwen is aan het worden. Een echt bord spaghetti.
Het is nog te vroeg om al definitieve cijfers te geven over de nieuwe lengte van het Systeem. ’t Zal om en bij de 43 km zijn, schat ik.


AN596-Sima Antartica
Eindelijk naar deze grot die al sedert 2011 in stand-by stond. Bart en Kris hadden er toen één explo in gedaan en waren rond de -70 in een zaal vol sneeuw en ijs beland, met zicht op een diepe put.
Echter, wij volgden een heel andere weg omlaag, wat veel equipement vereiste, tot in een zaaltje op -40 m dat grotendeels met ijs gevuld was. Hier was een magnifieke put in gesmolten: een 29 m diepe “tube” die toeliet om onder de 30 m dikke ijslaag te geraken in een soort galerij vol sneeuw en ijs. 


Annette in de 29 m diepe ijsput
Tobias equipeert de ingang

De mooie ijszaal van de Sima Antartica.

Langs deze weg geraakten we in dezelfde zaal op -70 als die Kris en Bart (waarschijnlijk) ook bereikten. Een enorm gat omlaag wees de weg maar er hingen tonnen smeltend ijs boven en pas na anderhalf uur werken om dat te laten vallen, konden we de nieuwe  Puits des Cascadeurs afdalen. 50 m diep, van boven tot onder met ijs en sneeuw bedekt. Spectaculair, prachtig maar ook levensgevaarlijk, want in deze periode smelt het ijs snel.
De spectaculaire P50 (onderste stukje enkel)
Beneden de put werd het nog straffer want we stonden hier in een galerij/zaal van wel 40 m hoog. Akoestiek als in een kerk, en de bodem bedekt met sneeuwbergen: de Salle des Dunes. Gezien het gevaar voor vallend ijs te groot was, werd de explo hier gestaakt; enkel het duo Frits/Tobias deed nog een blitz-explo wat verder. Ze vonden zo nog 80 m bij, en stopten aan een zeer diepe put (>  100 m).
Blok van een halve ton, bovenaan de P50
Hopelijk geraken we hier volgend jaar terug, en het zal met al mijn fotomateriaal zijn,want dit is echt een prachtige grot. Ook deze grot werd door alle 7 de deelnemers gedaan.
Schets uit het topoboekje, van de Sima Antartica

AN211
Bij het uitwerken van de topogegevens van de Sima Antartica, kwamen we tot de conclusie dat de ijszaal op -40 m van de Antartica, overeenstemde met een vergelijkbare ijszaal in een andere grot, de AN211 (-340 m diep en in 1993-1994 ontdekt door de S.S. Plantaurel). De vrees rees dat de diepe put die Frits en Tobias hadden ontdekt in de Antartica, wel eens niks anders zou kunnen zijn dan de grote put (P145) van de AN211.
Een dag topo later (Paul, Annette) konden we wel concluderen dat beide grotten inderdaad toegang geven tot dezelfde ijszaal. De door ons ontdekte Puits des Cascadeurs en Salle des Dunes is wel zeker “première”. De grote put die Frits en Tobias vonden: raadsel op te lossen in 2017.

AN597-Sima Regalo
De ontdekking van het jaar en een waardige afsluiter van de 20ste expeditie!
De ingang werd door Paul en Annette gevonden tijdens een prospectie in de sneeuw (maart 2012) (drievoudig blaasgat). Maar ’s zomers bleek dat de ingang weliswaar enorm hard en koud tochtte, maar ook bestond uit een uiterst onstabiele helling van grote blokken. Op het diepste punt, vijf meter lager, zat alles dicht met kleiner puin.

Ontdekking van de Sima Regalo,  een blaasgat in de sneeuw.

Regalo: blokken ruimen op amper 10 m diepte
Het was een gat waar ik in geloofde, ik ging het drie keer herbekijken over evenveel jaren, met telkens de conclusie: teveel werk. Doch dit keer zaten we er met een goede ploeg wroeters, de explo in Plumas schoot niet echt op en dit gat lag zegge en schrijve 26 m naast die Plumas! Dus raadde ik Dagobert en Mark aan om er eens een poging te wagen. Het duo kwam ’s avonds terug met een ongelooflijk verhaal: na amper twee uur puin ruimen begonnen ze een echo te horen, en even later maakten ze een gaatje open waarin stenen “eindeloos” lang vielen!

Mark en Dago na hun eerste afdaling tot -70
Maar hun werk had heel de puinhelling – zoals gevreesd – ondergraven. Blokken van wel een ton dreigden omlaag te schuiven. Twee dagen en twee avonden werk waren nodig om de zaak weer onder controle te krijgen. Daarna konden we de eerste stappen zetten in de immense put die intussen een naam had: Puits de l’Adrenaline. Een put om van in je broek te doen (dixit sommigen), met een prachtige resonantie en galm.
Mark, Annette, Tobias en Paul voor de 2de afdaling (tot -140)

Bijna op het platform van -140

Grote vreugde na de afdaling tot -140: het gaat er nog veel dieper!

Een eerste exploratie bracht Mark en Dagobert op het einde van hun 90 m lang touw, waar de put splitste: een “nauwere en sympathiekere” put en een “bangelijk, bodemloos zwart gat”.
’s Anderendaags kozen we resoluut voor het bangelijke gat, onder het motto: YOLO! -  (You Only Live Once). Dat splitste weer, en we volgden de kant die ons het interessantste leek. We stranden op -140, einde touw, op een platform met ernaast een volgende put. En passant werd alles al getopografeerd ook, en natuurlijk gedesequipeerd want dit was de laatste dag van de expé.

Het was alvast een fantastische explo in een prachtig, verticaal decor. Explo door Mark, Tobias, Dagobert, Paul en Annette. Jammer dat Frits en Jack er niet meer bij waren!
Korte videoimpressie van deze grot:


Besluit
Twintig jaar zijn we hier al bezig. En toch blijven we jaar na jaar de meest fantastische exploraties doen. Het massief van Anialarra lijkt een onuitputtelijke schatkamer. Wat een privilege hier elke zomer een maand te kunnen doorbrengen in dat woeste en minerale decor van bergen en kalksteen, met onder onze voeten een gruyère van putten en galerijen. En we hebben nog maar het topje van de ijsberg blootgelegd; er is hier nog werk voor nog eens 20 jaar. We kijken echt uit naar 2017, dat wordt weer genieten!
Het minerale decor van onze exploratiezone. In de verte onze tentjes.
Foto's: Paul, Jack, Annette, Dagobert

Deelnemers:
SC Avalon Edegem: Paul De Bie, Dagobert L’Ecluse, Mark Michiels, Tobias Speelmans, Annette Van Houtte
Paul, Annette, Tobias, Dagobert, Mark
Continent 7/CASA : Jack London, GRSC : Frits van der Werff

Jack en Frits

PS: onlangs publiceerde ARSIP het “Bulletin 18”, een prachtig boek dat alle exploraties van de voorbije 15 jaar weergeeft. Bijna 1/3 van het boek is gewijd aan Anialarra, en je vindt er een groot hoofdstuk in van de hand van Paul en Annette, over de exploraties van de “Anialarra Interclub” georganiseerd door SC Avalon.

2 opmerkingen :

  1. Fantastisch! Proficiat met jullie ontdekkingen. In de Antarctico zijn wij destijds ook door een zeer smalle ijspijp gegaan (+/- 70cm diameter). Als ik de je verslag lees en de foto's en topo bekijk, lijkt het me dezelfde pijp.

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Nee hoor Kris. De door ons gevolgde weg was nooit gedaan, we hebben zowat 20 ankerpunten moeten boren en hadden 140 m touw nodig om tot boven die grote P50 te geraken, die jullie ook gezien hebben. De put in het ijs was 1,5 à 2 meter diameter, 30 m vrijhangend jumaren, indrukwekkend.
      Van jullie ankerpunten hebben we er 2 gevonden: bovenaan de ingang. Wat we veronderstellen (en de topo bewijst dit): jullie zijn recht omlaag in de ingangsput kunnen passeren tussen sneeuw en rots en dan kom je op diezelfde plek uit. Jullie hadden enkel een 92 m touw bij.
      Jammer genoeg hebben jullie geen letter in het logboek geschreven van jullie tocht, of een schetsje gemaakt, waardoor we nu allemaal wat in het ongewisse zitten.

      Verwijderen