woensdag 13 april 2016

Trou des Mouflons

De voorbije weken werd er flink gewerkt in een gaatje dat al 7 jaar geleden gevonden werd. A113 is het nummer – en sinds kort heeft het ook een naam “Trou des Mouflons”.

Wat historiek: Op een koude winterdag in december 2009 trokken Dagobert en ik (Paul) erop uit voor wat prospectie. In het bos boven de Trou des Côtes vinden we een natte plek in de bladeren. Niks wijst op de aanwezigheid van een grot maar de thermometer geeft toch aan dat het hier warmer is, zonder dat we daarom van voelbare tocht kunnen spreken. Het gat krijgt als nummer A113.
Ontdekking in december 2009: Dagobert meet de temperatuur
Die dag wordt ook de A114 gevonden. Daar is veel tocht en de aandacht gaat dan ook vooral naar daar uit. Maar ondanks grote werken, 10 dagen in 2010-2011, vinden we er (nog) geen vervolg.

Toch wordt er in 2010 ook enkele keren aan de A113 gewerkt (Dago en Jos). Maar hiermee geraken we amper 50 cm diep, pure rots en er is geen enkel vervolg te bespeuren en tocht is al evenmin duidelijk. In 2011 maak ik het gaatje weer leeg (zat vol bladeren en aarde) en kan aldus een spleetje openmaken van hooguit 1 x 2 cm dat de wierook een beetje opzij blaast, 9°C warme lucht. Interessant doch van een “rokend tochtgat” is allerminst sprake. We zijn intussen nog volop in de Trou des Côtes bezig en hoewel de A113 voorbij de terminus van die grot ligt, hopen we vooral van binnenuit verder in de berg te geraken.
In de loop der jaren passeer ik er nu en dan en zo komt het dat ik er in de winter van 2016 weer eens de bladeren uithaal en met mijn thermometer zit te peuteren. In de TDC zijn we niet verder geraakt en ik neem me voor om deze keer toch eens een lap op die A113 te geven. Het feit dat Annette en ik daar nu op 10 minuten vandaan een buitenhuis hebben, vergemakkelijkt de zaak natuurlijk fors. Het is een ideale plek om me nu en dan enkele uurtjes te gaan afreageren! En zodoende volgen er al gauw 6 graafsessies van telkens 3 à 4 uur.

5 maart 2016: Paul solo. Eerste werk moet er geplopt worden (4 x). Met een kussen en dekzeil demp ik het geluid. Na het openbreken van de massieve rots aan de oppervlakte, kom ik in een compacte opvulling van hoekige blokken. Die zijn allen vol okerkleurige bloemkolen gegroeid, wat een zeer goed teken is (die vormen zich door grotlucht, waarin met calciet verzadigde waterdruppeltjes zweven). Ik heb zelfs een klein gaatje kunnen openmaken dat nu duidelijk blaast. Ik eindig op een diepte van 1 meter.
Na een uur of twee werken en enkele plops, opent zich een klein gaatje met wat tocht (= het zwarte driehoekje rechts naast de hamer)
Einde van de sessie, het tochtgaatje is wat opengemaakt.
13 maart 2016: Paul solo. Ontmoeting met een groepje mouflons (wild schaap). Ditmaal had ik een emmer bij zodat het leeghalen veel sneller ging. Op een andere plek vind ik meer tocht en aan het vorige keer gevonden tochtgaatje wordt niet verder gedaan. De opvulling bestond nog steeds uit stenen met bloemkolen op gegroeid. In één hoek maakte ik een gat open met veel tocht. Om in die richting verder te werken, moest ik 2 plops doen.

De situatie na de graafdag van 13/3. Het gat is nu 1 m diep. 
20 maart 2016: Paul en Peter VDB. We halen we er veel puin uit. Het ziet er hoe langer hoe beter uit: we zijn door een soort van kalksteenlaag geplopt, en door dit venster in iets geraakt met wat meer ruimte tussen de blokjes (d.w.z. enkele centimeters, terwijl het voorheen hermetisch opgevuld was). Het gat wordt na ons werk afgedekt met een houten plaat en de stapel puin (zeer opvallend vanwege de oranje en witte kleur van de blokken) wordt zo goed mogelijk gecamoufleerd met bladeren.
Peter aan het werk                     
3 april 2016: Paul solo. De opvulling gaat langzaam over van kleine keien naar grotere blokken met wat meer ruimte tussen. Grot is nog niet zicht maar de tocht is nu zeer sterk aanzuigend (het is warm buiten) en alles staat vol bloemkolen.
Het sediment vult werkelijk alles op, maar er komt wat ruimte tussen. Let op de bloemkooltjes.
 5 april 2016: Paul solo. Er komt meer en meer ruimte tussen de stenen, einde met zicht op een gangetje van 10 cm hoog en 20cm breed. Het werken is ontzettend vermoeiend, je ligt met je hoofd steil omlaag, breed is het nergens en met elke steen moet je achteruit en 2 m omhoog.

Ik krijg zicht op wat grotere stenen, mijn voet geeft de schaal.

Tegen 's avonds heb ik een gangetje opengemaakt. Voor het eerste is er "ruimte" (10 cm hoog).
10 april 2016: Annette en Paul. Prachtig weer en ditmaal ben ik niet alleen. Maar Annette herstelt nog van een rugprobleem (flink verschot) dus we moeten het rustig aan doen en niet te veel gewicht ineens pakken. In de grot kan ik enkele grote blokken uit het plafond wrikken, daardoor komt er net genoeg ruimte om gekromd in het “volgende” plaatsje te zitten en zo aan het vervolg te graven. ’t Is allemaal klein en lastig werken, gelukkig zijn we ook kleine (en lastige) mensen. Na een uurtje moeten we een drievoudige plop doen, om een blok in de vloer weg te werken en de doorgang links en rechts te verbreden. We hebben nu een solide wand bereikt die ver schuin omlaag loopt en vol bloemkolen staat. Maar vanaf links is er een massa puin en zand tegen geschoven, de passage is amper een vuist breed gebleven. Kortom, hier is nog immens veel te ruimen!
Annette aan het werk. Het lijkt op een grotje maar:  al die ruimte is de voorbije weken leeggemaakt! Vergelijk deze foto met de foto hierboven (waarop mijn voet staat).

Eindsituatie: rechts een massieve wand, links een massa rommel die er nog uit moet.
We zitten nu toch al zowat 2 m 50 diep en 3 m ver. Een echte grot is niet ver meer, alle indicatoren zijn goed. En in de loop der jaren hebben diverse van die in de winter gevonden “natte gaatjes tussen de bladeren”, op plekken waar echt niks te zien was dat aan een ingang deed denken, mooie ontdekkingen opgeleverd. Grotte aux Contrastes, Grotte Strauss, Trou du Bonheur, Grotte des Surprises, om er maar enkele te noemen. Wordt dus vervolgd.

Het gat tijdens de graafwerken

Na de werken wordt alles zo goed mogelijk afgedekt

3 opmerkingen :

  1. Heel tof om zo al die afleveringen ineens te lezen. Hopelijk gaat het verder.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Kleine lastige mensen ;-)
    of doorbijters!

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Doorbijters zijn we inderdaad :-)

    In den bonheur hebben we trouwens al 8x onze tanden gezet in een kamikaze desob. Spannend om te doen maar saai om over te vertellen :-) Een instorting veroorzaken, instorting ruimen, nieuwe instorting veroorzaken, ruimen,... Ondertussen hebben we al meer dan 5m puin laten vallen en er blijft maar komen.

    BeantwoordenVerwijderen