woensdag 16 maart 2016

Vleermuisredding in de Fagnoules

Zaterdag 27 februari 2016
Paul en Nicolas gingen naar de Fagnoules, om met twee leden van Plecotus (Pierette en Jonathan) vleermuizen tellen. Tot onze totale verrassing vastgesteld dat er zich een grote aardverschuiving had voorgedaan boven de ingang, waarmee bovendien een heel dikke berk was meegekomen die zich met zijn wortel in de ingang had vastgezet. 
De ingang verdwenen onder tonnen zand en puin.
Zo ziet het er normaal uit!

Vast en zeker het gevolg van de hevige regenval en mogelijk ook de sneeuwval van de voorbije weken. Ongelooflijk dat zo een ruime ingang plotsklaps kan weggevaagd worden: er zitten vele kubieke meters modder in de ingang + een boom. Het zal je maar overkomen wanneer je in een grot zit!
Kortom onze geliefde Fagnoules, zondermeer een supergrot uniek in zijn genre (3 km lang), was verdwenen!


Waterval in de Fagnoules
We hebben de grot dan via de ingang nabij het verdwijnpunt gedaan, een veel lastiger, natter en langer traject. 

19 vleermuizen geteld van 4 verschillende soorten, een succes dus. En er zitten er allicht veel meer, want de grot is zeer ingewikkeld en er zijn heel veel hoeken en kantjes. Maar: binnen enkele weken worden die diertjes wakker, en die geraken niet meer buiten. Het traject naar de andere ingang kennen ze niet, het is meer dan 150 m lang, nogal ingewikkeld en eindigt tenslotte op een niet erg vleermuisvriendelijke poort. Kortom, dat kon wel eens catastrofale gevolgen hebben voor deze nuttige diertjes.
Vleermuisskelet in de Salle des Noisettes (Réseau de l'Echo)
We zijn de situatie langs binnen gaan bekijken.  Na het weghalen van enkele honderden kilo's modderpap hebben we de poort open gekregen en er een uur gegraven. Maar het zit hermetisch dicht, hier is dagen werk aan.

Zaterdag 12 maart 2016
Uitgraven van de ingang van de Fagnoules op een prachtige zonnige dag. Paul, Kim, Annemie voor Avalon, Frits van GRSC en Marie, Bastien en Jonathan van Plecotus.  



Het elimineren van de boom ging verbazend vlot, dankzij de kettingzaag en vooral  de sterke tirfort van Frits, zelfs de wortel die misschien wel 500 kg woog werd er zo uitgesleurd. 




de wortel wordt langzaam maar zeker weggetakeld
Maar eens die obstakels weg waren, werd gauw duidelijk hoeveel aarde er in de ingang was geschoven: ik schatte minstens 2m50 hoog. En die aarde was een soort natte blubberige klei vol wortels. Graven was er niet echt in mogelijk, het was eerder als mollen dat we emmers vol schepten. En die wogen zeker 20 kilogram per stuk. We maakten een mensenketting en urenlang kwamen de volle emmers aan flink ritme eraan. 
We probeerden die emmers leeg te maken, ver genoeg van de ingang zodat het er niet weer zou inspoelen, maar dat was meer als proberen een pot choco leeg te schudden. Zwaar werk! De berg modder groeide tot onwaarschijnlijke proporties, meerdere kubieke meters. Maar we zakten slechts traag richting van de poort en hoe dieper we groeven, hoe natter de opvulling werd. 

Zo is het Panamakanaal ook gegraven: met emmers
Rond 14u30 u, God mag weten na hoeveel emmers (500? 1000? ) was onze pijp vrijwel uit en zag het er niet naar uit dat het nog voor vandaag zou zijn.  Toen kwam Frits de menselijke graafmachine zich even bemoeien met het graafwerk, de cadans werd nog wat opgedreven en de emmers vlogen nu aan een moordend tempo over en weer. De eerlijkheid gebiedt me wel te zeggen dat ze nog maar half vol waren, want onze armspieren waren dat ook nog maar. 

Tussen het graafwerk door, hielden Marie en ik zich een half uurtje bezig met het vullen van een waterreservoir (150 liter)  op de rand van de doline. Een tuinslang hevelde het water 10 meter lager waar er genoeg druk was om, eens we de poort vrij zouden hebben, de boel wat proper te spuiten.


Rond 14 u, er zit nog minstens 1m50 modder in
Rond 15u30 kregen we eindelijk zicht op een kleine luchtspleet tussen de modder en de rots en wat later zagen we een glimp van de poort. Frits was nu niet meer te houden, vooral niet nadat Bastien had aangekondigd dat hij en Marie om 16 u dienden te vertrekken.  Het vullen van de emmers ging trouwens hoe langer hoe beter, de modder was hier een lopende pap die gewoon in de emmers kon geschept worden.  


We naderen de poort
Rond 16 u was de poort zodanig vrijgemaakt dat ik erdoor kon glippen. Beneden wachtte me een ongelooflijke modderbrij, die tot op 20 cm van het plafond kwam. Ik ploeterde erdoorheen en trok met beide armen de brij zover mogelijk achteruit tot in de zaal. Ondertussen sproeide Frits met de tuinslang de overschot van de modder weg die natuurlijk allemaal omlaag glibberde in mijn richting.
Zicht op de berg modder die uit het gat is gehaald


De ingang is bijna leeggemaakt
We besloten het daarbij te laten, we waren  bekaf en er was nog voor meerdere uren werk om enerzijds de modderbrij beneden weg te werken, anderzijds nog veel loshangende grond boven de ingang te verwijderen.
Daarover ontfermde zondags het trio Jos, Nicolas en Erik zich, ze hadden er nog een uur of 4 werk mee!
De modderbrij beneden de ingangsput
Het was een meer dan geslaagde “reddingspoging”. Maar nu moeten we nog wel ervoor zorgen dat dit niet meer kan gebeuren, want de wand boven de ingang heeft nu geen enkele stevigheid meer en eerder vroeg dan laat zal er zich weer zo een modderlawine voordoen . Er dient een soort afdak te worden gebouwd, dat is iets voor de komende maanden. Nu eerst het goede weer wat afwachten zodat alles wat kan opdrogen.

De vleermuisjes kunnen in elk geval weer buiten, en dat was het voornaamste. En wij kunnen weer binnen, da's ook meegepakt. Zeer veel dank aan de mensen van Plecotus en GRSC om ons bij te staan in deze moeilijke operatie. 

Foto's bij dit artikeltje: Bart Saey, Paul De Bie, Annemie Lambert, Erik Bruijn

3 opmerkingen :