zaterdag 30 oktober 2010

D3 speelt met ons voeten

Kort verslagje van een dagje desobstructie in Hamoir (Dagobert en Paul).

Zacht herfstweertje, buiten 15°C en dus was het in de D3 snikheet want die grot zuigt aan. De thermometer wees 14,5°C aan (IN de grot hé), dat zijn temperaturen waarbij zelfs ik begin te zweten :-). Het puin werd uit de spleet geruimd die we de vorige maal met de Hilti hadden bewerkt. Het zweet vloeide rijkelijk want er was veel puin (zoek het verband). Een probleem echter, of in feite twee:

  1. de spleet is amper 5 cm breed en loopt na een meter zo goed als dicht
  2. ze blaast een tocht uit van 13,2 °C. Te warm! Deze kan niet uit een grot komen, dit kan enkel maar tocht zijn van buiten die wordt aangezogen. Zinloos om daar voort te werken dus.

Dago aan het wroeten in de D3

Bij nader inzien blies zowat elke spleet in de D3 tocht uit die te warm was, en was het ons een compleet raadsel waar dan wel de tocht heenging die overduidelijk in de ingang omlaag gaat, tot een eind de grot in. We speurden uren rond, groeven her en der maar helaas pindakaas. Besluit werd genomen de D3 voorlopig te laten voor wat hij was, en de eerste dagen vriesweer af te wachten om alles nog eens goed te onderzoeken (in principe moet de tocht dan omkeren, en de grot dus beginnen blazen).

Rookproef in A114

De aandacht werd verlegd naar de A114 waar Annette en ik de vorige keer een doorbraak in hadden gemaakt. Begrijpe wie kan maar deze grot die nochtans hoger ligt dan de D3, blies meer dan dat ze aanzoog. De koele tocht (11°) was soms vrij fel. Tijdens onze rookproeven liep de tocht werkelijk de helling af. Er werd wat gevorderd, we zitten weer een meter of 2 verder en het loopt door. Maar wel verstopt met puin en het ruimen daarvan is wreed lastig. Het grotje is nauw en erin of eruit kruipen is momenteel enkel weggelegd voor de kleine garnalen van de club (zoals ik).

Lastig werken in de A114

Wordt dus vervolgd.

vrijdag 29 oktober 2010

Hoog bezoek

Zuidfranse kameraad Stoche die een weekje doorbracht op Belgische bodem; daar hoorde toch een flinke snuif speleo bij. Op zijn blog kan je alles in geuren en kleuren vinden dus ik hou het hier kort.

Zaterdag 23/10: Amper geland in Charleroi stond hij een uur later al aan de ingang van de Fagnoules, in gezelschap van Bart, Annette en Paul. Op het programma een traversée Fagnoules-Buc die probleemloos verliep. De rivier en de vele natte passages bevielen hem meer dan de kruipstukken van de Buc! Onderweg toch nog even wat puin gaan ruimen (van onze plop van de week ervoor) in de nauwe meander van de Hyperventilateur. Zo kan hij nu ook zeggen dat hij heeft gedesobstrueerd op Belgische bodem! Na de grot, pinten pakken in Purnode, waar we Frank en Jos ontmoetten die vandaag een gidsinkje hadden gedaan in de Haquin.

Fagnoules met Stoche

Zondag 24/10: We hadden een gidsing te doen in de Waerimont, van de SC Rochefort, dus werd Stoche daar maar ineens mee ingelijfd. Annette en Bart hielden zich bezig met het begeleiden van onze Waalse collega's, Stoche en ik kwamen rustig achterna en namen ruim de tijd om de diverse geologische en mineralogische fenomenen in deze grot te bewonderen en te bediscussiëren. Uiteraard eindigde de dag in de kroeg van Rochefort waar we overvloedig door onze Waalse vrienden werden getrakteerd, waarvoor dank.

Bois de waerimont

Maandag 25/10: Paul toont Stoche een deeltje van onze Belgische karst, die nogal verschilt van wat onze collega in zijn thuisstreek (de Aude) gewend is. Op het programma stond de Ourthevallei, maar aangezien we gelogeerd waren in Nettinne (in de chalet van Dagobert, waarvoor dank) begonnen we met een bezoekje aan de paleokarst aldaar (talloze dolines). Vervolgens naar Durbuy waar we de wereldberoemde anticlinale bewonderden, dan naar de meander van Bohon (in Barvaux) waar we een zicht hadden op de Rocher de Glawan; ook al een magnifieke plooiing.De Anticlinale van Durbuy

Vervolgens een flink e wandeling in de Vallei van de Lembrée, met uiteraard een bezoekje aan de vele werkplaatsen van Avalon aldaar.  Dan per auto naar Hamoir, Grotte Danielle en onze werkplaatsen zoals de "D3". De dag werd besloten in de Vallon des Chantoirs, met de verplichte bezienswaardigheden zoals Rouge-Thiers, Grandchamps en Secheval. Tegen dan was Stoche wel overtuigd dat er in België ook wel te grotten valt.

 Grotte Daniele

Dinsdag 26/10, gedaan met speleo maar we hielden het toch wat wetenschappelijk met een bezoek aan het natuurhistorisch museum in Brussel. De collectie Iguanodons van Bernissart blijft imponerend en uniek in de wereld. Het museum is er de laatste 10 jaar heel veel op verbeterd, mooie afdeling over de prehistorie (met o.m. de beroemde gravure van Chaleux, of het Neanderthalerskelet van Spy) en een nieuwe en schitterende galerij over de evolutie, van het prille begin van het leven op aarde tot vandaag. Een must! 's Avonds doken we een Antwerps café in, en kwamen wat andere Avalonners mee tateren en boemelen.

De gravure van Chaleux

Woensdag 27/10, Annette, Stoche en Paul: grote wandeling (15 km) doorheen het Meerdaalwoud, vanaf Sint-Jorisweert richting Hamme-Mille. De taalgrens volgend, zeg maar. Na enkele uren doorheen de prachtige loofbossen met hun herfstkleuren, verliep de wandeling over de heuvelachtige plateau's en hun diepe, holle wegen. Heerlijk weertje, overigens. Deze landschappen zijn werkelijk pareltjes, er ontbreekt maar een ding en dat zijn wat grotten hier en daar.

Wandeling Meerdaalwoud

's Avonds zakten we af naar Leuven, met zijn gezellig historisch centrum. Stoche was vooral onder de indruk van de massa's fietsen, inderdaad Leuven is een fietsstad en zoiets is in Frankijk totaal onbestaand.

Leuven, Oude Markt

Donderdag 28/10: na nog een wandeling en paddenstoelen zoeken in de buurt van Edegem reden we naar Charleroi, omdaar vast te stellen dat alle vluchten naar Frankrijk waren geannuleerd wegens een staking van de verkeersleiding. In extremis een TGV-biljet kunnen regelen voor morgen, dan weer huiswaarts. Een verloren dag, vele uren in de auto voor Piet Snot. We waren beter gaan grotten.

Vrijdag 29/10: Stoche op de trein gezet, en gaan grotten met Dagobert. Daarover later meer. Het was een hectische week maar heel plezant. Nu even uitrusten.

Hier vind je een klein fotoalbum van onze omzwervingen. Foto's van Stoche, Annette en Paul

zondag 17 oktober 2010

We Fagnoulen weer

Twee weken geleden, zondag 10/10/2010 Bart - Paul - Friedemann - Annette

Langs de Buc en dus zonder duikpak de grot in. Terwijl Paul trapjes zette aan het klimmetje vlakbij de verbinding gingen de 3 anderen al voorop om te verder graven aan het gangetje in de buurt van de Zwijnenbak (kant Buc).

De Buc blijft een fijn en proper grotje (het begin toch)

Na een klein halfuur bleek er zo weinig zuurstof te zijn dat de aansteker weigerde een vlammetje te produceren, sommige mensen hadden reeds een goeie koppijn opgelopen. Dus moest daar worden opgegeven wegens gebrek aan zuurstof en het in de Fagnoules klassieke fenomeen van teveel CO2.

Fried en Bart zijn dan gaan graven aan de oplopende meander naar de Buc, op de palier met het looplijntje. Na vordering van enkele meters voorlopig einde op verbreding waar precies enkele vertakkingen zijn. De tocht is niet indrukwekkend. Ondertussen is Paul, geassisteerd door Annette, plops gaan klaarmaken in het nauwe meandertje vlak voorbij de Hyper-Ventilateur (richting Fagnoules).

Daarna is Paul, wederom geassisteerd door Annette, toch een uur gaan graven in het gangetje zonder zuurstof. De ene mens kan daar dus toch beter tegen dan de andere. Op het einde herneemt de gang terug de oorspronkelijk richting, de ruimte boven de afzetting wordt hoger en het wordt er breder. Stop wegens hoofdpijn en redelijk vroeg gaan pintelieren op een terrasje in de zon (maar niet zo vroeg als de TDC-ploeg; wij waren 6 minuten later!). Verslagje: Annette

En dan vandaag, zondag 17/10/2010, Rudi - Annemie - Paul

Bedoeling was verder te graven aan wat we stilaan de "Petite Evasion" kunnen noemen (de Grande Evasion die hebben we al in de Trou de L'eglise, en het is te hopen dat we nooit zo ver meer moeten graven: 35 meter). In deze "Petite Evasion" zitten we nu toch al een meter of 8 ver, dan haakse bocht naar links waarin dus vorige week een meter werd gevorderd, en het plafond eindelijk wat begon te stijgen. D.w.z. in plaats van 8 cm lucht wordt het er zowat 15! Ter herinnering we hopen om langs deze graafgang "iets" te vinden dat zou toelaten de terminus van de grot, die vervloekte sifon 8, te omzeilen.

Dit keer waren we voorzien onze "desob-ventilator" en een meter of 10 soepele slang. Maar eerst puin gaan ruimen in onze andere desobstructie, de nauwe meander in de Hyperventilateur. Ook al een kanshebber om die S8 te shunten. Het puin ruimen was een lastig karwei (in dat klotemeandertje is alles gewoon lastig), de nieuwe gaten boren ook. Maar twee uur later zat dat karwei erop en konden we gaan graven in de "zuurstofloze" Petite Evasion.

Rudi ergens in de Petite Evasion

De ventilator bleek overbodig (Grrrrr!) want ditmaal was er geen luchtgebrek! Begrijp het maar hé. Maar prima zo, en graven als gek dus. Ik eerst anderhalf uur, dan Rudi anderhalf uur, dan ik weer een uur. Heel veel bakken (een honderdtal) vol natte zware klei die allemaal door arme Annemie een heel eind verder werden leeggekieperd (en zo heel veel plaats hebben we daar niet meer). We vorderden 3 meter, uitgegraven sectie 50x50, als ik goed kan rekenen is dat toch 0,75 m3 klei verzet.

Maar dan...kregen we zicht op een soort schuine spleet, een driehoek lucht boven de klei van zowat 20x20 en in die spleet zie je wel 5 meter ver. En dan ziet het er zwart, en wat meer is: er is een echo, je hoort druppeltjes vallen en er staat nu een flinke tocht (geen wierook voor nodig). Ra ra ra wat is er daar? Eén ding is zeker: het wordt daar groter.

Het vervolg; kwestie van graven

Wordt vervolgd (maar reken maar op een nog dag graven, want je moet zeker 40 cm dieper uitgraven om door die spleet te geraken). Nu alleen maar hopen dat het niet iets is dat weer naar de ingang van de Buc wegdraait, want dan is nog steeds een mogelijkheid.  Dit verslagje: Paul

zaterdag 16 oktober 2010

Topowerk in het bos

Jammer dat ik Jans leuk artikeltje van de eerste plaats moet verdringen, maar we zitten niet stil (en morgen gaan we naar de Fagnoules en wie weet valt er daar ook weer wat over te rapporteren).

De keuze was: topowerk in de verste ingewanden van de Chawresse of in een bos met mooie herfstkleuren. Moest ik niet lang over nadenken. Er waren twee massieven met daarop vele ingangen en gaten waar we al een paar jaar aan het werken zijn, en waarvan de coordinaten tot nu toe hoogst onnauwkeurig waren, want bepaald met een GPS. In een bos en onder rotsen is dat soms hooguit op 10 meter juist, terwijl de hoogteligging (de "Z") die een GPS geeft sowieso nooit bruikbaar is: fouten tot 30 à 40 m zijn doodnormaal. Zelfs met een perfecte ontvangst is die hoogteligging nog altijd slechts benaderend en dus onbruikbaar voor het opstellen van preciese topo-syntheses. Dus brachten Annette en ik een halve dag door met oppervlaktetopo, vertrekkende vanaf een punt waarvan de coordinaten zeer precies bepaald konden worden.

Eerrst het massief van de Trou des Côtes waar maar liefst 14 grotingangen wachtten op een nauwkeurige plaatsbepaling. Vervolgens naar het massief van Tabreux waar Grotte Danielle, Norbert, Michelle, D3, D4, A114, A108 eveneens voor eens en voor altijd op de kaart werden vastgepind. Heel dit karwei hield ons bezig tot 3 u in de namiddag. Niet zo eenvoudig, in een bos dat vaak overwoekerd is met bramen en vervelende plantjes die altijd net in het traject van de laserafstandsmeter bleken te staan. De resultaten zien er alvast goed uit, het wordt daar stilaan een echte gatenkaas. En de onderste steen mag boven komen (in de D3 zijn we daar alvast goed mee bezig): ooit ontdekken we grote meanderafsnijding die dit massief verbergt!

Hamoir

Na dit karwei kropen we in onze speleopakken en dan in de D3. Puin ruimen van de vorige plop, en dan een uurtje heel de boel ruimer en dieper uitgraven want er viel zo niet te werken. Waarom onze voorgangers dat niet hebben gedaan was ons een raadseltje, want de bodem bestond gewoon uit aarde. Eens er manoevreerruimte was om de Hilti te hanteren, werden 3 gaten geboord voor een nieuwe plop. Aangezien er amper tocht stond (heel lichtjes blazend, buiten was het 11°, dus in perfect evenwicht met de lucht in de grot) en de rook dus toch zou blijven hangen, krasten we op. Afijn het enige vervolg is een spleet van zowat een vuist breed die alvast 1m50 lang is. Niet direct wat men noemt "ruim" maar we zien wel waar we uitkomen.

Annette bij de A114, voor we eraan begonnen te werken

Versassen maar naar een ander gat in het bos, A114, zowat 100 m verder dan de D3. Oorspronkelijk een piepklein muizenholletje, maar na een hevige sessie of 2 een gat van 50 cm diameter en een kleine meter diep geworden. Vrij hopeloos, gefragmenteerde rots met spleetjes van een centimeter of zo waaruit een flauwe tocht kwam. Zeer moeilijk werken, met je kop omlaag in een soort halve handstand. Maar toch, het ging beter dan eerst gedacht en nadat we er met veel moeite enkele grote blokken hadden uitgesleurd, kregen we zicht op iets ruimers. Toen verschenen er wat calcietafzettingen en zelfs stenen met bloemkooltjes erop gegroeid. En die dingetjes (vaak indicatie van tocht) hadden ook in de Trou des Côtes de weg gewezen! Nu waren we niet meer te houden, en onder het motto: op een vrijdagavond moet je zeker niet te vroeg naar huis rijden want je staat toch maar in de file, hebben we tot half acht 's avonds verder gewroet. Tegen dan hadden we zicht op een echt grotgangetje, dat na een meter of 2 wel weer héél smal wordt. Maar, toch een doorbraakje te noemen. Jammer genoeg geen fotoapparaat bij de hand. Wordt zeker en vast vervolgd.

P&A

vrijdag 15 oktober 2010

Familiespeleo in korte broek en op sandalen

door Jan

Nog even nagenieten van een schitterende vakantie in de Filippijnen in juli en augustus. Gezien het familiale karakter van deze rugzak-reis en de niet-speleologische samenstelling van ons gezin stond Speleo niet echt op het programma. Toch hoopte ik stiekem op één of andere manier iets te kunnen meepikken van de vele grotten die de Filippijnen rijk zijn. Even nog getwijfeld om mijn helm mee te pakken maar bij het volproppen van de rugzakken toch maar gelaten.

In de Lonely Planet reisgids had ik gespot dat er in Sagada, op het eiland Luzon, een stuk ten noorden van Manilla, voor toeristen een leuke traversé te doen was, met name van de Lumiang cave naar de Sumaging Cave. Toeristengrotten associeer je niet meteen met volwaardige speleo, maar “caving adventure, suitable for the reasonably fit and courageous” klonk toch voldoende aanlokkelijk om dit op de planning te zetten. Bovendien was Sagada ook om andere redenen een interessante plek.

Inschrijven moest op het gemeentehuis gebeuren. We zouden slechts met ons gevieren zijn, dat klonk al goed ! De volgende ochtend stonden onze 2 gidsen ons op het afgesproken tijdstip op te wachten. Even langs hun huis lopen voor het oppikken van de Coleman petroleum lampen. Hoofdverlichting hadden ze niet. Na een stukje stappen bereikten we de imposante ingang waar een jenga-achtige opeenstapeling van meer dan 100 honderd eeuwenoude doodskisten voor een speciaal sfeertje zorgde. Men houdt er hier van de doodskisten op droge plekjes boven de grond onder te brengen, zelfs in de hoogte tegen overhangende rotsen, zodat de zielen zonder veel moeite de lichamen kunnen verlaten om naar het hiernamaals te fladderen. Tussen een paar rotsblokken zag ik zowaar een menselijk dijbeen liggen, uit een kapotte kist ontsnapt wellicht…



Geen ingewikkelde omkleedpartijen hier. Gewoon naar binnen in korte broek, T-shirt en op sandalen. In de verste verte ook geen helmen te bespeuren. Voor de zekerheid had ik wel onze Tikka’s meegenomen.
Het begon al meteen leuk. Een dalende ingangszone met kruippassages tussen grote rotsblokken. Het deed een beetje aan de ingang van de Trou d’Haquin denken. Gelukkig geen betonnen paadjes en ballustrades dus !
In de verte klonk al snel stromend water, daar gaat een speleo-hart toch altijd wat sneller van slaan. De gids wees op een vrij smal donker gat waar we in moesten. Toen de lamp dichterbij kwam bleek daar een dik nylontouw met knopen in te bengelen om een 5-tal meter naar beneden te klauteren. Eens wat anders dan een descendeur. De voeten van de kinderen werden door de gids vlot naar de geschikte voetsteunen in de rotsen geleid, zodat de afdaling toch veilig verliep.



Iets verder mocht ik me voor de sport door een gat van eerder Ardeense afmetingen wringen om de gangbare passage te bypassen. Het plezier ging dus nog steeds in stijgende lijn.



Na nog wat gekruip en geklauter kwamen we in een grote zaal met een dunne vrijvallende waterval, waar vleermuizen vrolijk rondfladderden. Een eerste kennismaking met de typische guano-geur. Vervolgens moest er een soort kurkentrekker gepasseerd worden waar langs boven het water in stroomde: een eerste flinke douche.



Deze kwam uit op een langwerpige, over de ganse breedte met diep water gevulde, galerij. Hier was het zowaar een 10-tal meter zwemmen geblazen. Zelfs Sabine, die iets groter is dan mij, kon niet met de voeten aan de grond. Gelukkig had ik een Ortlieb-zakje mee voor m’n refelx-camera. Verfrissend maar niet koud. Heel speciaal om in een grot gewoon uit het water te stappen en niet meteen te verkleumen van de kou. Ik schat dat het tussen de 26 en de 28 graden was, zwembadtemperatuur dus. Door de vochtigheid is de verdamping van je zeiknatte kleren beperkt, waardoor de afkoeling goed te verdragen valt.



Vervolgens volgden we de ondergrondse rivier, waarbij we getrakteerd werden op een aantal schitterende calcietformaties, waaronder een soort “overloopbekkens met zuilenwanden” die wat aan het Turkse Pamukkale deden denken.





Het daalde nog wat verder af via een grote zaal die over de ganse breedte voorzien was van een schitterende, golvende en geribbelde, door een dun laagje water overstroomde, calcietvloer. Zalig om daar met blote voeten over te lopen en meteen een ideale manier om de prachtige vloer intact te houden. Handig dat er op deze plek ook geen modder was. Op enkele plaatsen waren nog leuke afstapjes waar opnieuw van een geknoopt touw moest gebruik gemaakt worden.



Wat verder zette de rivier zijn traject voort in een moeilijkere meander. Daar was het rechtsomkeer geblazen om vervolgens via een andere grot terug naar het daglicht te gaan, kwijlend en hijgend van de goesting om verder te gaan, ik althans…Voor Fabian was de melding echter welkom want hij had het door de natte kledij en de tocht ondertussen toch behoorlijk fris gekregen.

Na ruim 2 ½ uur onder de grond, met gestadige progressie zonder dralen, stonden we, proper gewassen, terug in het zonlicht en het groen. Met z’n allen hadden we er intens van genoten, en het deed me deugd te zien dat Fabian en Annelien zo enthousiast waren over hun eerste ondergrondse avontuur. Dat smaakt naar meer ! Wat mij het meeste tof was dit te kunnen doen zonder de bij ons gebruikelijke, warme speleo-uitrusting. Het was immers mijn eerste ervaring met een tropische grot. Mijn honger was dan wel niet helemaal gestild maar ik was toch heel content met dit tripje, dat gerust onder de noemer speleo mocht geplaatst worden; moeilijk in Europa op deze manier voor te stellen. De gids zei dat hij met mij ook nog wel een tochtje van 6 uur kon regelen, maar daar kon ik vanwege de timing van een eerder geboekte binnenlandse vlucht helaas niet op ingaan. Wie weet kom ik hier ooit nog wel eens terug…

Jan

maandag 11 oktober 2010

15-KM drink: wijziging

Zoals reeds eerder aangekondigd, geven we een drink om onze 15 km aan ontdekkingen in Belgie te vieren. Maar om u nog beter te kunnen dienen, verandert de locatie en ook de datum. Het zal nu doorgaan in een ruimere zaal, waar we zowel de plaats hebben om u een lekker glaasje (of meerdere) op onze kosten te serveren, als om foto's of films te tonen of topo's op te hangen. En parkeerplaats hebben we daar zat!

Al onze speleovrienden, familie, sympatisanten enz. zijn van harte uitgenodigd om samen met ons te komen vieren.

Dus schrijf het op en zegge het voort: de Avalon 15 KM-drink vindt plaats op VRIJDAG 17 DECEMBER 2010 om 20u, in de feestzaal van de onze gulle sponsor Proviron in de Georges Gilliotstraat, Hemiksem.

Zie hier in Google Maps (het is daar waar er "Wolf Oil" staat: http://tinyurl.com/2v3j9jm of zie hier op de Proviron website

Meer info volgt nog, via Nieuwsbrief en e-mail.

Tot dan!

TDC : De zoektocht gaat verder

door Dagobert

Zondag 10/10/10, wat een datum, ging het viertal Jos, Tobias, Peter C en Dagobert verder werken in de TDC. Het was een prachtige warme herfstdag en de verleiding om ipv botten stapschoenen aan te trekken was groot. Maar uiteindelijk toch maar de TDC ingekropen. Met zijn vieren trokken we naar de Salle des Invitées waar we zouden opsplitsen in 2 groepjes. Jos en ik doken het onderverdiep in Peter C en Tobias gingen foto’s nemen en de grot bezoeken (Tobias had de grot nog niet gezien en Peter C enkel het eerste deel).

In het onderverdiep werd op 2 plaatsen een plop gezet. Die ons trouwens heel wat werk kosten, want geen van beiden wou van de eerste keer lukken. Dus veel over en weer gekruip in het onderverdiep waren nodig om dit succesvol af te ronden. Maar de aanhouder wint.

Rare kleurencombinaties, door verschillende lichtbronnen ?

Pracht en praal.

Wanneer Jos en ik dan klaar stonden om in de Salle des Invitées naar boven te klimmen bleek dat de lucht van het onderverdiep sneller dan gedacht ons bereikte en alles werd naar boven geblazen, rechstreeks naar onze 2e werkplaats. Verdomme pech dus, wat nu? Naar buiten of wachten? Als we wachten was de kans groot dat het andere duo reeds buiten zou zijn voordat we klaar waren en zij hadden de sleutel van de grot bij zich. Echter zij wisten dit niet dus de kans was groot dat tegen dat we klaar waren we de grot niet meer zouden kunnen afsluiten omdat het andere duo al richting auto was vertrokken.



De grot van Alibaba

Dus bliezen we snel de aftocht. De anderen waren net rond met het bezoeken van de andere 3 zalen en om goed 14:00 waren we reeds buiten. Maar niet getreurd een Avalonner voorziet altijd een backupplan. Snel eventjes naar de auto, wat extra materiaal bij elkaar nemen en hop richting D3.

De rest van de namiddag werkten we aan het verbreden van een mogelijk vervolg in de D3. Tegen de avond waren we een metertje opgegeschoten en konden we vaststellen dat voorbij een blok die het zicht belemmerde het wat naar beneden gaat en ook naar rechts is er wat meer plaats. De tocht gaat echter vooral rechtdoor en omhoog een smalle spleet in. Maar het is goed mogelijk dat diezelfde spleet een stukje breder is aan de onderkant, langswaar we misschien wel kunnen passeren. Maar goed konden we dat jammer genoeg nog niet beoordelen door dat ambetant blokje. Het blokje kreeg nog een laatste massage en daarna kozen we het hazenpad. De volgende ploeg zal in elk geval iets meer zien.

De dag werd afgesloten op een zonovergoten terras. Er zijn dus ook voordelen aan global warming.

Tekst : Dagobert
Foto's : Tobias

donderdag 7 oktober 2010

Anialarra 2010 fotoalbums

Zoals beloofd...  Hier vind je een selectie foto's gemaakt door vele van de deelnemers van onze 2010 expeditie (augustus en september).  Gebruik de knop "Volledig scherm" in Picasa voor de beste weergave.

Het zijn er wel wat (bijna 170) maar we zijn van zo'n duizendtal vertrokken, om tot deze representatieve fotoreeks te komen. Familiekiekjes en vooral foto's waarbij het het personage zich hopeloos belachelijk maakte, in compromitterende situaties werd verrast, zich van zijn minst flatterende kant liet zien of er gewoon naturel onnozel opstond, werden geweerd. Dat is stof voor een tweede aflevering van "Le Trou du Monde" waar ik mij de komende dagen mee ga bezig houden (sidder en beef, clubgenoten!). Maar kom, om jullie alvast in de sfeer te brengen...

SCHMECK!!

dinsdag 5 oktober 2010

Een slag in het water

De voorbije zaterdag was er een duik gepland in de A132, ons nieuw grotje in de Vallei van de Lembrée, waarin we een zicht hebben op de ondergrondse rivier. De duik lag al lang vast, maar daar trekken de weergoden zich niks van aan, natuurlijk. Veel neerslag dus vorige week, waardoor het debiet van de Lembrée tegen zaterdag 2/10 naar zowat 600 l/s steeg, terwijl we eerder op 100 à 150 l/s hadden gehoopt.

Bron: http://aqualim.environnement.wallonie.be/aqualim?SELECTSTATION=L6300

De duik werd dus afgeblazen, maar we moesten er toch heen omdat er daar nog altijd een fluorimeter te recupereren was (zie http://scavalon.blogspot.com/2010/07/nog-een-kleurproef-en-nog-meer.html). Dus wij daar met drie naartoe (Michaela, Bart en Paul). Heerlijk weertje, overigens, en de verleiding om gewoon buiten in de zon te gaan liggen niksen was groot! Maar eens in de grot stonden we toch wel even te kijken toen we zagen dat de ankerpunten van ons touw zowat een halve meter onder water stonden. De put zelf, die zowat 9 meter diep is, stond dus geheel vol water. Al goed dat we onze duiker Nico Hecq hadden afgebeld.

10 meter diep water... op zoek naar het touw

Omdat de fluorimeter onderaan het touw was vastgemaakt, moest er dus een Chinese vrijwilliger in het troebele sop gaan zoeken naar dat touw. Dat lukte gelukkig, en zo ook het opvissen van het dure instrument. Daarna maakten we een vluchtige topo van de grot, vooral om te zien hoe het waterniveau zich verhoudt tot het niveau van de rivier buiten. Tenslotte desequiperen van het touw en wegwezen.

Oef... we hebben beet, daar is de fluorimeter

Het was toen al ruim na twaalven en dus besloten we in de vallei te blijven en onze pijlen te richten op de A147. Zie http://scavalon.blogspot.com/2010/06/oude-liefde-roest-niet.html. De laatste keer was hier een berg puin achtergebleven en dat werd er nu allemaal uitgehaald, een heel karwei. Daarna werd er verder gewerkt in het (zeer instabiele) vervolg. Tegen 17u hadden we daar een gat opengemaakt van zowat een decimeter groot waaruit een flinke tocht waait. Wordt dus vervolgd, maar stuttingswerken dringen zich op want het wordt zeer gevaarlijk daar. Het blijft nog steeds de vraag of deze toch afkomstig is van een grot, of gewoon een circulatie is met wat hoger gelegen spleten. Voorlopig zitten we helemaal niet in iets grotachtigs, integendeel we zijn de grot er zelf aan het maken…

OP weg naar de A147, doorheen velden van springzaad